Telecombedrijf Voys hoeft van het Nederlandse gerecht geen boete of dwangsom te betalen omdat het weigerde klantendata te delen met de overheid wegens privacyoverwegingen. De rechtbank stelt dat Voys geen afdoende antwoorden kreeg op vragen en daarom niets verweten kan worden.
In 2019 kreeg wholesale telecomprovider Voipgrid een boete van het Agentschap Telecom opgelegd omdat het sinds 2010, toen nog onder naam van telecomoperator Voys, weigerde om privacygevoelige klantinformatie te delen met het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie (CIOT). Het CIOT is onderdeel van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en beheert een database waaruit Nederlandse veiligheids- en inlichtingendiensten technische informatie kunnen opvragen zoals telefoonnummers of IP-adressen in het kader van een onderzoek.
Voipgrid wilde, voordat het data verstrekte aan het CIOT, meer duidelijkheid over de verantwoordelijkheidsafbakening en een waarborg ontvangen over de rechtvaardigheid van de bevragingen in de database. Volgens Voipgrid riskeerde het bedrijf aansprakelijk te worden gesteld voor onrechtmatige gegevensverwerking en kon het ook boetes ontvangen als er sprake was schending van de privacyregels door bijvoorbeeld onrechtmatige bevragingen van de politie.
Uit eerdere verwerkersovereenkomsten bleek immers dat de CIOT niet aansprakelijk kon worden gesteld bij dergelijke overtredingen. Bovendien was Voipgrid ervan overtuigd dat de raadplegingen niet veilig en correct verliepen. Er was volgens het telecombedrijf bijvoorbeeld geen systeemlog waarin gebruikers van de database geregistreerd werden. Uit een reportage van de NOS in 2018 bleek ook dat er onduidelijkheid heerste over de toegangsregels tot de database.
Sinds 2010 vroeg Voipgrid meer duidelijkheid over verantwoordelijkheidsafbakening maar het bedrijf kreeg pas in de beroepsfase van het proces antwoord. Daaruit blijkt dat het Agentschap Telecom niet bevoegd is om een uitspraak te doen over de rechtmatigheid van informatieopvragingen van de politie- of inlichtingendiensten en zelf dient uit te gaan van de rechtmatigheid van de aanvragen.
Tot 2019 weigerde Voipgrid daarom elke aansluiting op het informatiesysteem voor overhandiging van data. Toen kreeg het een boete van 5.000 euro opgelegd en een dwangsom van maximaal 100.000 euro. Omdat de dwangsom hoog genoeg was, willigde Voipgrid alsnog het verzoek om aansluiting bij het informatiesysteem in. Het bedrijf betwistte wel de boete en de dwangsom bij het Nederlandse gerecht.
De rechtbank in Rotterdam die de zaak behandelde stelt nu dat Voipgrid wel degelijk de gevraagde gegevens moet aanleveren aan het CIOT. "Het nakomen van die verplichting is belangrijk voor de bestrijding van criminaliteit en de bescherming van de nationale veiligheid", stelt de rechter in het vonnis. Het beroep tegen de dwangsom is afgewezen, omdat de aanlevering van de gegevens volgens de rechter van 'groot maatschappelijk belang' is. De vooraf bepaalde dwangsom hoeft het bedrijf echter niet te betalen, omdat het ondertussen al was aangesloten op het informatiesysteem. De boete die Voipgrid kreeg opgelegd, hoeft niet betaald te worden omdat het telecombedrijf volgens de rechter niet op tijd en niet adequaat antwoorden kreeg op de herhaaldelijke vragen naar de verantwoordelijkheidsafbakening.
Uit de uitspraak blijkt bovendien dat Voipgrid niet aansprakelijk wordt gesteld voor de verwerking en eventuele onrechtmatige raadplegingen van de database bij het CIOT. Het telecombedrijf is wel verantwoordelijk voor de correcte aanlevering van de gegevens. Voys vermeldt in een blogpost dat elk persoon of bedrijf in Nederland met een telefoonnummer of internetverbinding een betrokken partij is en melding kan maken bij de Autoriteit Persoonsgegevens om de privacymaatregelen bij het CIOT te laten onderzoeken.