Het Chinese VTech heeft overeenstemming bereikt met de Amerikaanse Federal Trade Commission over de betaling van 650.000 dollar. Met deze schikking komt een einde aan de door de Amerikaanse overheid aangespannen rechtszaak tegen VTech over een datalek uit 2015.
Het Amerikaanse departement van Justitie had een boete van 700.000 dollar geëist. Het schikkingsbedrag komt dus grotendeels overeen met de eis. De boete was gebaseerd op het schenden van Amerikaanse regels die de privacy van kinderen op internet moeten beschermen. Naast de betaling van 650.000 dollar moet VTech een uitgebreid databeveiligingsprogramma implementeren dat gedurende de komende twintig jaar jaarlijks wordt gecontroleerd.
Volgens de overheid heeft VTech na het ontdekken van het datalek verzuimd om de ouders van getroffen kinderen te informeren over het lek en heeft het bedrijf de ouders ook geen toestemming gevraagd voor het opslaan van gegevens. Daarnaast werd VTech verweten te hebben gefaald in de gegevensbescherming; volgens de FTC had VTech volgens de eigen beleidsrichtlijnen encryptie moeten toepassen, maar is dat niet gebeurd.
Het speelgoedbedrijf had in 2015 te maken met een enorm datalek, waardoor een aanvaller persoonsgegevens van miljoenen ouders en kinderen in handen kreeg. Consumentenorganisaties waarschuwen al langer voor de risico's van met internet verbonden speelgoed.
Een maand geleden meldde het Nederlandse beveiligingsbedrijf Securify dat de VTech DigiGo-tablet voor kinderen drie kwetsbaarheden bevatte. Kwaadwillenden hadden de mogelijkheid om tekstberichten via de ingebouwde chatapplicatie te spoofen en browservensters te kapen.