Na inbeslagname mag een smartphone niet zomaar doorzocht worden door de politie. Dat is in strijd met het Europese mensenrechtenverdrag, oordeelt het Gerechtshof in Leeuwarden. Een smartphone is volgens het hof inmiddels veel meer dan enkel een telefoon.
In Nederland mag een smartphone doorzocht worden als hij in beslag wordt genomen door de politie. Het hof oordeelt dat op die manier 'zonder enige vorm van voorafgaande beoordeling' op ingrijpende wijze wordt ingegrepen in het privéleven van een persoon.
De wet die de politie smartphones laat doorzoeken, werd gemaakt in de tijd dat smartphones nog niet bestonden. Het hof is van mening dat in 2015 een smartphone echter veel meer is dan een apparaat waar alleen verkeersgegevens opstaan, zoals de gespreksgeschiedenis van een gebruiker. Een smartphone geeft namelijk ook toegang tot de inhoud van communicatie en andere privégegevens van de gebruiker, oordeelt de rechtbank. Het oordeel werd al geveld op woensdag 22 april 2015, maar de uitspraak kwam pas woensdag 29 april naar buiten via bijzonderstrafrecht.nl.
Het hof vindt dat de Nederlandse regelgeving tekort schiet in het bieden van een redelijke begrenzing van de onderzoeksbevoegdheid van de politie. Daardoor is de onderzoeksbevoegdheid van de politie 'feitelijk onbegrensd', wat in strijd is met artikel 8 van het Europese mensenrechtenverdrag, aldus het standpunt van de verdediging. Ook dat er geen goedkeuring van de rechter hoeft te worden behaald voordat een telefoon mag worden doorzocht, is niet juist.
De uitspraak komt na het gebruik van een uitdraai van een WhatsApp-gesprek op de telefoon van de verdachte in een rechtszaak. De verdachte werd opgepakt na openlijke geweldpleging. Het gekopieerde gesprek werd meegenomen in het strafdossier van de verdachte. Overigens heeft het oordeel van het Hof geen gevolgen voor de straf van die verdachte, omdat vast staat dat hij schuldig is. Volgens het hof was het in dit geval dan ook helemaal niet noodzakelijk dat zijn WhatsApp-gesprekken werden uitgelezen.