Een groep Amerikaanse wetenschappers heeft een manier gevonden om smartphones in te zetten voor vroege detectie van aardbevingen. Het systeem komt vooral van pas in landen die geen geld hebben voor geavanceerde technologie.
Het Jet Propulsion Laboratory van NASA, dat aan het onderzoek heeft meegewerkt, heeft uiteengezet hoe de technologie werkt. Met behulp van de sensoren in smartphones is het mogelijk om aardbevingen vroeg te detecteren en op basis hiervan een waarschuwingssysteem te bouwen. Dat zou mensen de tijd kunnen geven een veilige plek te zoeken voordat er sterke bevingen optreden.
Om het systeem te laten werken is de informatie van meerdere smartphones nodig: door metingen van verschillende toestellen te combineren wordt de betrouwbaarheid verhoogd. NASA heeft een simulatie uitgevoerd waarbij een aardbeving werd nagebootst, en daaruit bleek dat minder dan 5000 mensen nodig zijn om snel een aardbeving te detecteren en een waarschuwing te versturen. Een nadeel van het systeem is dat het alleen aardbevingen kan opsporen met een kracht van 7 of hoger op de schaal van Richter.
Volgens de onderzoekers is een detectiesysteem op basis van smartphones minder accuraat dan professionele apparatuur voor het opsporen van aardbevingen. Toch zijn er mogelijk toepassingen: landen die geen geld hebben voor apparatuur zouden goedkoop een detectiesysteem op basis van smartphones op kunnen zetten. Grote delen van de wereld hebben namelijk nog geen toegang tot gespecialiseerde apparatuur. Overigens moet het ook mogelijk zijn om de smartphonegegevens te koppelen met gespecialiseerde apparatuur; dat zou de betrouwbaarheid van de gegevens kunnen verhogen.
Het is nog niet duidelijk of er ergens een aardbevingsdetector wordt gebouwd op basis van smartphonedata. Waarschijnlijk moet het systeem eerst verder worden getest.