Die grote kast die je nu op of onder je bureau hebt staan of juist die minilaptop die je elke dag in je rugtas stopt, allemaal zijn ze terug te voeren op de eerste computers van vroeger. Een van de eerste en bekendste pc's, de IBM 5150, viert vandaag zijn veertigste verjaardag.
De IBM 5150 kwam op 12 augustus 1981 op de markt. Het was beslist niet de eerste personal computer, want de Apple II kwam vier jaar daarvoor al uit, maar wel de eerste pc met componenten die niet van de fabrikant zelf afkomstig waren. Het apparaat kostte 1565 dollar.
IBM bouwde de 5150 met het doel een eenvoudige en relatief goedkope thuiscomputer te kunnen aanbieden. In de computer zaten voor het eerst componenten die IBM niet zelf had gebouwd, zoals de processor die van Intel kwam. De 8088-chip had een kloksnelheid van 4,77MHz en de computer kon worden geleverd met 16 of 64KB ram. De computer had geen harde schijf, maar werkte met floppydisks.
Het bedrijf had voor de verkoop een deal gesloten met Microsoft voor het gebruik van een besturingssysteem. De computer werd daarmee ook meteen heel praktisch voor de gemiddelde gebruiker. Microsoft had het besturingssysteem kort daarvoor overgenomen van een bedrijf genaamd Seattle Computer Products. De IBM 5150 bleek ook een belangrijke stap te zijn voor de populariteit van Microsoft-software.
Ook uniek aan de computer was dat de specificaties openbaar werden gemaakt. Ook andere fabrikanten konden daardoor relatief simpel computers maken en er onderdelen voor ontwikkelen; waar IBM een paar jaar over de ontwikkeling deed kwamen er binnen een jaar tientallen concurrerende varianten op de markt. Dat maakte de IBM 5150 tot een nieuwe standaard in personal computing. Mede door de populariteit van andere fabrikanten kon IBM de markt maar moeilijk bijhouden. In 1987 stopte IBM met de verkoop van de pc. In 2005 verkocht het zijn pc-divisie aan Lenovo.