Het is 4 december vijfentwintig jaar geleden dat Netscape Communications en Sun Microsystems JavaScript aankondigden. De scripttaal is nog altijd bijzonder populair, bij zowel websites als programmeurs.
Netscape en Sun noemden als voordelen van JavaScript bij de aankondiging op 4 december 1995 dat de scripttaal open en crossplatform was en dat deze aanvullend op en geïntegreerd in zowel HTML als Java was. De partijen wilden er een standaard zonder licentiekosten van maken en dienden daartoe voorstellen in bij het W3 Consortium en de Internet Engineering Task Force.
In 1997 kreeg JavaScript de status van standaard door European Computer Manufacturers Association als ECMAScript, dat sindsdien de specificatie bepaalt voor interoperabiliteit. De W3C beschouwt JavaScript als een van de drie pijlers voor de webstandaard, samen met HTML en CSS.

De voornaamste ontwerper van JavaScript en ECMAScript is Brendan Eich, die ook Mozilla startte en momenteel topman is van het bedrijf achter de Brave-browser. De talen kregen enkele afgeleiden zoals JScript van Microsoft, die de naam JavaScript niet voor zijn implementatie voor Internet Explorer wilde gebruiken, en ActionScript van Macromedia, die dit integreerde in zijn Flash-software voor webtoepassingen. In 2012 kondigde Microsoft ook TypeScript aan, met uitbreidingen voor het ontwikkelen van omvangrijkere programma's.
Nog altijd is JavaScript enorm populair. Niet alleen is de scripttaal alomtegenwoordig op het web en bij tal van toepassingen, maar ook is het onverminderd populair bij ontwikkelaars. Op GitHub en Stackoverflow is het bijvoorbeeld al jaren de meestgebruikte taal, al is het bij Stackoverflow wat betreft de meest geliefde talen ingehaald door onder andere Rust, TypeScript en Python.