Inleiding, prijzen en specificaties
Philips heeft speciaal voor het bekijken van films de Cinema 21:9-televisie gebouwd. Onlangs werd een testexemplaar op het kantoor van Tweakers.net afgeleverd; in een korte hands-on deden we daar al verslag van. In deze review zullen we de 56PFL9954H, zoals de tv officieel heet, aan een uitgebreider onderzoek onderwerpen.
Prijzen
Specificaties
Beeldscherm |
Diagonaal |
56 inch (142,2 cm) |
Resolutie |
2560x1080 pixels |
Beeldverhouding |
21:9 |
Type |
IPS alpha, 100Hz |
Technieken voor beeldverbetering |
3:2/2:2 motion pull-down, 3d-combfilter, Active Control met lichtsensor, anti-aliasing, progressive scan, 1080p 24/25/30fps, pal/ntsc, 200Hz Clear lcd, achtergrondscan |
Kijkhoek |
176º |
Helderheid |
500cd/m² |
Dynamisch schermcontrast |
80.000:1 |
Aansluitingen |
Hdmi |
5x (versie 1.3)
|
Component video |
1x, YPbPr, progressive |
Composiet |
geen
|
Overig |
1x d-sub (vga); 1x s-video (ingang); 2x scart; 1x usb; 1x ethernet (dlna certified); 1x s/pdif (coaxiaal)
|
Tuner |
1x analoog; 1x dvb-t, dvb-t mpeg4, dvb-c mpeg4, mheg
|
Algemeen |
Geluid |
4x (2x geïntegreerde subwoofer, 2x dome-tweeter), 2x 15W totaal, Virtual Dolby Digital |
Multimedia-aansluitingen |
ethernet, usb, wifi 802.11g (ingebouwd) |
Ondersteunde formaten |
aac lc, mp3, ac3, lpcm, wma versie 2 tot versie 9.2, diapresentatiebestanden (.alb), jpeg-afbeeldingen, gif-afbeeldingen, png-afbeeldingen, mpeg-1, mpeg-2, mpeg4, avi (mp4s, mp4v, mp4v, xvid), h.264/mpeg-4 avc, mpeg-progammastream ntsc, mpeg-progammastream pal, wmv9/vc1 |
CI-slot |
1x (Common Interface) |
Overige informatie |
Afmetingen |
1488x745x324mm inclusief voet |
Gewicht |
37,9kg inclusief voet |
Energieverbruik |
281W bij normaal gebruik, standby 0,15W
|
Productlink fabrikant |
Philips-website |
Uiterlijk en menu's
Nader bekeken
De belangrijkste specificatie van het 56"-model is zonder twijfel de beeldverhouding van 21:9 die ook in de naam terugkomt. Dit maakt het bekijken van films in bijna-bioscoopverhouding mogelijk: er wordt vrijwel geen beeldmateriaal weggesneden. Ook is een scherm met deze beeldverhouding prettig en natuurlijk om naar te kijken. Het toestel heeft echter een stuk meer in zijn mars, zoals de specificaties beloven.
Als we het toestel eenmaal op zijn los aan te schaffen, 200 euro kostende voet hebben gezet, kunnen we het aan een nadere inspectie onderwerpen. Aan de voorzijde is vrij weinig te zien: midden onder het paneel bevindt zich het Philips-logo, en linksonder is de tekst Cinema 21:9 te lezen. Rechtsonder zijn led-indicators geplaatst en hier zit ook het oog voor de infrarood-afstandsbediening. Vrijwel de gehele onderzijde is voorzien van een speaker-grille, die ter hoogte van het logo wordt onderbroken door een Ambilight-achtige led-verlichting. Rondom de zwarte voorzijde is een chromen versiering van ongeveer 1cm breed aangebracht.

De achterzijde van de televisie is vrij spartaans aangelegd: vier grote schroeven zijn te zien voor de muurbeugel en verder zijn een aantal ventilatiegaten te ontwaren. De achterkant biedt echter ook plaats aan de voedingstekker; veel meer dan een uitsparing met een label is dit niet. Twee speaker-conussen zijn zichtbaar; een plastic lip beschermt ze tegen beschadiging. De achterzijde biedt ook plaats aan een groot aantal aansluitingen. Via vier hdmi-poorten kan randapparatuur worden aangesloten; oudere hardware kan via een van de twee scart-aansluitingen met de tv worden verbonden. Ook aanwezig zijn een d-subconnector voor vga, een gewone coaxiale antenne-aansluiting en audio-uitgangen, zowel analoog als digitaal. Ten slotte vinden we hier de audio-ingangen en de netwerkpoort.

Aan de zijkant vinden we de Ambilight-verlichtingsstrip, die langs beide zijkanten en de bovenkant loopt. Aan de rechterzijkant bevinden zich een aantal tiptoetsen, die dienen voor basale bediening als aan-uitschakelen, het aanpassen van het volume en het veranderen van de zender of bron. De linkerzijkant biedt ruimte aan nog een aantal aansluitingen, waaronder een vijfde hdmi-poort. Ook zijn hier ingangen voor s-video en composiet te vinden, en ook de CI of common interface bevindt zich hier. Een usb-poort en aansluiting voor een hoofdtelefoon, waarvan het volume overigens los van het gewone volume kan worden ingesteld, maken de verzameling aansluitingen van de televisie compleet.


Muurbeugel en Ambilight:fill(white)/i/1241617960.jpeg?f=thumb)
De Cinema 21:9 wordt met een eigen, vrij dikke muurbeugel geleverd. Dit ophangmateriaal is zo dik, om toegang tot de achteraansluitingen mogelijk te maken. Het zorgt er evenwel voor dat de tv behoorlijk naar voren hangt: afstandshouders moeten dit echter oplossen en ook de stekkers komen dan niet in de verdrukking tegen de muur. De afstandhouders ontbraken echter in de doos van het review-exemplaar. Desalniettemin werkt de beugel prima en hangt de televisie keurig recht dankzij het gebogen ophangsysteem. Ook de Ambilight-functie komt aan de muur uitstekend tot zijn recht: de ondersteundende kleuren schakelen vlot en bieden een extra dimensie.
Afstandsbediening en menu's
Een tv staat of valt bij zijn bediening, en de Philips stelt niet teleur. De eenvoudige menu's zijn goed te volgen en hebben over het algemeen een logische structuur. Het is alleen vreemd dat vrij basale instellingen als helderheid niet in het beknopte menu zijn te vinden, terwijl dat menu wel ruimte reserveert voor zaken als de regeling van de bas-tonen. Voor veel instellingen biedt het hoofdmenu, met een knop met daarop een huisje, een handige wizard. Zo kan het beeld worden ingesteld aan de hand van enkele vragen met uitleg, maar ook nieuwe apparaten kunnen via een slimme wizard worden toegevoegd.

De afstandsbediening werkt vrij intuïtief en heeft weinig overbodige knoppen, terwijl de meestgebruikte knoppen goed zijn geplaatst. Dankzij zijn behuizing van geborsteld aluminium en behoorlijke gewicht, geeft de remote een solide indruk. Het ontwerp volgt het design van de televisie: matzwart, met aan de zijkanten een sierstrip die aan de rand rondom de tv doet denken. Het is wel wat vreemd dat Philips het batterij-compartiment vergrendelt met een draaislot dat met een muntje bediend moet worden. Aan de andere kant zorgt dit ervoor dat het klepje tijdens het spelen met de afstandsbediening niet gauw per ongeluk kapot zal gaan.

Kalibratie
De instellingen om het toestel goed te kalibreren zijn behoorlijk diep in het menu verstopt. Via het standaard Beeld en geluid-menu zijn alleen de instellingen voor kleur en contrast te wijzingen, maar via het hoofdmenu en het configuratie-submenu kan een uitgebreid scala aan instellingen worden gewijzigd, waaronder de individuele kleuren. Dit bood ons de mogelijkheid tot een vrij langdurige, maar nauwkeurige kalibratiesessie met de Spyder Pro 2.2-software, waarbij de luminantie van de drie kleurkanalen met de hand werd ingesteld. De rest van de kalibratiestappen werd door de software zelfstandig uitgevoerd.

Na het afstellen van de display blijken de verschillen tussen de weergave voor en na kalibratie gering. Dit is grotendeels te danken aan het handmatig instellen van de kleuren. Na de kalibratie en de validatie daarvan werden de curves voor de rode, groene en blauwe kanalen opgeslagen, waarbij de gewenste curve, het kleurverloop voor de kalibratie en dat erna werd getoond.
Na het kalibreren geeft de Spyder 2 Pro-software onder meer de daadwerkelijk gemeten luminanties voor wit en zwart weer.
/i/1241471055.png?f=thumb)
Kijkhoek en backlight-bleeding
De kijkhoek van de Cinema 21:9 werd bepaald met behulp van een paars-blauwe desktopachtergrond, in de kleurcode 135,0,250. Hiertoe werd de camera eerst op 160 graden en vervolgens op 170 graden ten opzichte van de tv opgesteld. Het kleurverloop lijkt zeker op 160 graden zeer goed; vanaf 170 graden is er wat meer verloop. Uiteraard is het de bedoeling min of meer recht voor de display van een film te genieten.

De Cinema 21:9 wordt verlicht door ccfl, een type lichtbron dat nogal wat backlight-bleeding veroorzaakt. Mede hierdoor zijn zwarttinten niet echt zwart, maar eerder grijs. Dit valt enigszins te compenseren, maar wanneer het fenomeen zich niet egaal manifesteert, dan is compensatie lastig. De tv geeft behoorlijk wat backlight-bleeding; dat vertaalt zich in de vrij hoge luminantie voor zwart die bij de kalibratie werd gemeten, en zorgt voor wat meer grijs waar zwart bedoeld was. Ook de egaliteit laat enigszins te wensen over: zoals gebruikelijk lekt het licht vooral in de hoeken en bij de randen naar buiten.
Verbruik
Uitgeschakeld, met de tiptoets 'ingedrukt', tekent de Voltcraft Plus Energy Logger 3500 een opgenomen vermogen van precies 0,0W op. Wanneer een toestel niet fysiek wordt uitgezet, maar slechts middels stand-by op non-actief wordt gesteld, dan wordt er meestal nog behoorlijk wat vermogen opgenomen. Zoniet bij de Cinema-tv: de teller blijft ook in standby op een zeer nette 0,0W staan.
Bij het opstarten vertoont de tv een piekverbruik van zo'n 769W, maar dat daalt zeer snel. Het weergeven van enkel een zwart scherm met een balk met daarin de tekst 'Geen videosignaal' kost de Cinema 21:9 ongeveer 166W.
Het afspelen van een film, met als geselecteerde scene een stukje van de film Transformers met flink wat explosies en actie, kost ongeveer 220W. Hierbij was Ambilight ingeschakeld en was de energiebesparende modus, in het menu als Dynamische achtergrondverlichting terug te vinden, uitgeschakeld. Het inschakelen van deze modus doet de vermogensopname pakweg 10W dalen, en het uitschakelen van Ambilight levert nog eens ongeveer 5W besparing op. Het piekverbruik, na het doorlopen van drie maal dezelfde scene, bedroeg 223,4W, een alleszins redelijk cijfer voor een tv van deze afmetingen.
Opgenomen vermogen (watt) |
Uitgeschakeld |
  0,0 |
Standby |
  0,0 |
Idle |
  166 |
Weergave film |
  220 |
Weergave film, zuinig |
  205 |
Piek |
  769 |
Prestaties
Voor de HQV-tests werd het beeld ingesteld op de 'Niet op schaal'-stand, wat een weergave van volledige hd-resolutie mogelijk maakt. Voor het testen van het ruis- en het diagonaal-filter werden de daarvoor relevante instellingen gekozen en aangepast, zoals Ruisreductie en Scherpte.

Film resolution loss test
Het testen van bewegend beeld werd met de film- en videoresolutie-verliestests uitgevoerd. In eerstgenoemde test beweegt het volledige testbeeld, waarbij tijdens de zijwaarste bewegingen op de stabiliteit van de blokken gelet wordt. Deze bestaan uit horizontale en verticale lijnen, waarbij vooral de lijnen die uit slechts één pixel dikte zijn opgebouwd vaak moeite hebben niet te knipperen. De tv van Philips scoorde hier echter keurig: zowel de lijnen van 1 pixel dik als blokken met dikkere lijnen werden stabiel weergegeven, hoewel de verticale tweepixel-blokken ietwat onrustig bleken. Het tweede deel van deze test, een 'pan' van een footballstadium, werd eveneens netjes doorstaan, hoewel van enige onscherpte en een ietwat schokkerig beeld wel sprake was. Dit laatste probleem viel evenwel te verhelpen door het inschakelen van de functie Natural HD Motion.

Video resolution loss test
De videoresolutie-verliestest werd zonder meer met vlag en wimpel doorstaan. De televisie wist uitstekend onderscheid te maken tussen bewegend en stilstaand beeld, waardoor de op het scherm ronddraaiende balk keurig werd weergegeven zonder tegelijkertijd de statische delen van het scherm nadelig te beïnvloeden.

Ruisfilter
Aan de hand van twee tests werd het ruisfilter van de Cinema 21:9 aan het werk gezet, waarbij werd gekeken naar de mate waarin de ruisonderdrukking gevolgen had voor de scherpte van het beeld. Met alleen de functie Ruisreductie, dus met de functie Geavanceerde scherpte, te vinden in het Perfect Pixel HD-submenu, uitgeschakeld, levert de tv al een prima beeld. Met Ruisreductie op de voorzichtige minimale stand en de geavanceerde opties ingeschakeld, wordt het beeld echter net iets 'schoner', terwijl met deze instellingen slechts minimaal aan scherpte wordt ingeboet. In de vergelijkende test, eveneens onderdeel van de testsuite, kan een cijfer aan het ruisfilter worden toegedicht. Een score die - op een schaal van 0 tot 10 - in de buurt van een 9 ligt, lijkt hier van toepassing.
Diagonaalfilter
De laatste objectieve test waaraan we de televisie konden onderwerpen, is het aan de tand voelen van het trapfilter. Een tv met een slecht trapfilter of diagonaalfilter levert bij het weergeven van schuine lijnen onprettig ogende trap-verlopen in de lijnen. Door drie lijntjes snel een deel van een cirkel te laten draaien, en door een enkele lijn een volledige cirkel te laten maken, wordt het trapfilter op de proef gesteld. In beide diagonaalfilter-tests blijkt de Cinema 21:9 wederom boven verwachting te scoren. Van vertandingen in de schuine lijnen is nauwelijk sprake, en zelfs in de meest extreme hoeken is van zogenoemde 'jaggies' bijna geen sprake.

Ondanks deze positieve resultaten moet hier nog wel een kanttekening worden geplaatst: niet alle beeldverbeterende technieken zijn onder alle omstandigheden beschikbaar. Zo is het niet mogelijk de 200Hz Clear lcd-opties te activeren in de PC-modus met pixelmapping ingeschakeld. Pas wanneer in de ultrabreedbeeldstand wordt gekeken, kan deze functie ingeschakeld worden.
Extra features
USB
Tijdens het afspelen van muziek dat op een aangesloten usb-apparaat staat, kan helaas niet door de muziekbestanden worden gebladerd. Ook het aanroepen van andere functies van de tv, zoals het openen van het 'configuratiescherm', doet de muziek verstommen. Wel kunnen nummers herhaald worden of in willekeurige volgorde worden afgespeeld.
Foto's die op het toestel worden bekeken, kunnen wel worden gedraaid, maar inzoomen is niet mogelijk. Wel kan er een slideshow worden gestart, waarbij de volgorde van de afbeeldingen kan worden geshuffled, overgangseffecten kunnen gekozen worden en ook de snelheid waarmee de volgende foto zijn opwachting maakt, kan worden ingesteld.

Overige content
Indien een mediaserver op het netwerk is aangesloten, kan de Cinema 21:9 deze vinden, herkennen en gebruiken. Ontbreekt een mediaserver, dan kan de tv zelf harde schijven op computers in het netwerk afstruinen, op zoek naar interessante content. Niet alleen afbeeldingen en geluidsbestanden, maar ook videobestanden kunnen via netwerk-shares worden afgespeeld. De keuze in bestandsformaten voor video is echter wel beperkt: avi-bestanden werden zonder morren geslikt, maar speelden vrij houterig af. Andere formaten, als .mov-films en mp4-video, werden simpelweg geweigerd, soms met een crash van de tv op de koop toe. Om de kwaliteit van minder dan geweldig videomateriaal op te krikken, beschikt de Cinema over een stand MPEG artefact-reductie, die, zoals de naam al aangeeft, voor minder blokken in video's moet zorgen. Overigens wordt ook de handleiding on-screen getoond, wat het naslaan van een papieren exemplaar overbodig maakt.

Net TV
Het inzetten van de tv als internet-enabled mediaspeler is dankzij Philips' Net TV-dienst makkelijker geworden. Ook andere fabrikanten hebben voor deze convergentie van apparaten en media gekozen, en het afspelen van onder meer Youtube-filmpjes en het luisteren naar webradio zijn features die in meer en meer televisies terug te zien zullen zijn. De Net TV-functionaliteit verkeert duidelijk nog in de beginfase: de interface is zeer traag, al werkt het allemaal wel naar behoren. Tevens zou de interface op een aantal punten nog verbeterd moeten worden; zo wordt bijvoorbeeld 'Gebruiksvoorwaa' in het Net TV-menu getoond. Ook het gebruik verloopt niet altijd even gestroomlijnd. Zo kun je in de Net TV-interface zoeken naar Youtube-filmpjes, maar de video's worden niet beeldvullend en vaak op bedroevend lage kwaliteit getoond.

Tv kijken en conclusie
Blu-ray
We gebruikten de blu-ray van Transformers om het kijken naar film op de tv aan den lijve te ondervinden. Het beeld is in Cinema 21:9-formaat beeldvullend, hoewel er zelfs in die stand nog wat pixels van de zijkanten wordt weggesnoept. Ook aan de boven- en onderzijde ontbreken wat pixels, zoals blijkt wanneer het beeldformaat op 'Niet op schaal' wordt gezet. In de 21:9-modus met ondertiteling verschijnt onder in het beeld een balk, bedoeld voor de ondertitels. Het beeld wordt aangepast en ietwat gesneden, maar er ontbreken nauwelijks meer pixels dan in de 21:9-modus zonder ruimte voor ondertitels. De beide 16:9-formaten snijden, zoals verwacht, behoorlijk in de horizontale resolutie, terwijl het 'Automatisch'-formaat, gezien het gebrek aan beeldvulling, beter vermeden kan worden. Een minpunt bij het kijken van blu-ray-materiaal is dat de menu's vaak in de onderste zwarte balk ondergebracht zijn, maar in de 21:9-modus toont de Cinema deze menu's maar ten dele. Er dient dus naar een ander beeldformaat, bijvoorbeeld 21:9 met ondertitels, geschakeld te worden om deze menu's te kunnen lezen en gebruiken.
De film zelf wordt keurig afgespeeld, hoewel het zwart hier en daar best wat zwarter had gemogen: een lcd kan nu eenmaal niet het diepe zwart van een plasmascherm benaderen. Wel is het scherm meer dan voldoende snel om snelle actiescènes zonder morren weer te geven, waarbij de diverse beeldverbeterende technieken hun duit in het zakje doen. Wie optimaal wil genieten heeft natuurlijk een surround-set, maar met de bas in het menu flink omhoog en het volume opgeschroefd wil het geluid van de film soms zelfs een trilling veroorzaken.
Gewone televisie en dvd
Om te proeven hoe het weergeven van gewone televisie de Philips-tv afgaat, werd een Digitenne-decoder op het toestel aangesloten. Hiermee werd direct duidelijk waarom televisiebeelden met sd-kwaliteit niets op een grootformaat-tv te zoeken hebben, zeker niet wanneer van korte afstand wordt gekeken. Het beeld vertoonde dermate veel compressie-artefacten dat de filters van de Philips er niet tegenop konden boksen. Wel blijkt dat in de breedbeeldstand veel zenders goed te bekijken zijn wat betreft de beeldverhouding. Het instellen van de breedbeeldstand is sowieso aan te raden, want wanneer het beeldformaat op 'Automatisch' wordt gezet, zijn er nog enkele zenders die met alle geweld op 4:3 willen uitzenden. Overigens werkt de 21:9-verhouding met ondertitels prima om programma's met tekst onder in beeld goed weer te geven. Wel moet worden aangetekend dat de Cinema een behoorlijk stuk beeld van de Digitenne-decoder wegsnijdt. Wanneer in 21:9-modus wordt gekeken, zullen ondertitels, of de nieuwsticker van RTL7, niet geheel of zelfs geheel niet in beeld komen. Ook aan de bovenkant missen redelijk wat pixels. Wie het volledige beeld wil zien, zal gedwongen zijn in de 16:9-beeldverhouding te kijken. Het grote nadeel daarvan: aan weerszijden van het beeld staan grote zwarte balken.

Het tv-beeld in 16:9-verhouding (boven) versus de 21:9-verhouding (onder)
Met dvd's is de Cinema een stuk beter: de 21:9-modus is effectief in het selectief oprekken van het beeld. Getuige de foto's van een dvd-frame op 21:9-weergave en het beeld met alle pixels weergegeven, toont de televisie vrijwel het gehele beeld.

Het dvd-beeld in 1-op-1-verhouding (boven) versus de 21:9-verhouding (onder)
Conclusie
Het kijken naar films, waar de Philips Cinema 21:9 in de eerste plaats voor is gemaakt, is inderdaad een bijzondere ervaring. Het extra brede scherm geeft een bioscoopgevoel zoals geen ander toestel dat kan evenaren, en het geluid is weliswaar vergeleken met de bioscoop aan de magere kant, maar adequaat. De menu's en de software zijn eveneens in orde, misschien de bediening van Net TV uitgezonderd; mogelijk zal dat via een firmware-update nog worden verbeterd. De afstandsbediening is goed ontworpen en het energieverbruik is, voor een tv van dit formaat, erg bescheiden. Dat maakt alleen het stevige prijskaartje van de Cinema 21:9 tot een obstakel, maar eerlijk is eerlijk: voor wie thuis echt van films wil genieten is het toestel die prijs misschien best waard.