Sinds de introductie van de Surface-tablet in 2012 heeft Microsoft naast de Surface Pro steeds een goedkoper model aangeboden. Naast de eerste Surface Pro voerde Microsoft de Surface RT, die later werd opgevolgd door de Surface 2. Die tablets werden beperkt door hun besturingssysteem, Windows RT, dat alleen op arm-hardware draaide en dus alleen speciaal daarvoor ontwikkelde apps kon draaien. De Surface 3 kwam uit ten tijde van de Surface Pro 3 en draaide wel een volledige x86-versie van Windows, maar werd weer beperkt door zijn langzame Atom-processor en eMMC-opslag. De prijs bedroeg bovendien zeshonderd euro voor het instapmodel en dat vonden we destijds aan de hoge kant.
Al die nadelen worden, op papier althans, goedgemaakt met Microsofts nieuwste Surface-tablet, de Surface Go. Die is voorzien van Windows 10S, dat je gratis kunt upgraden naar Windows 10 Home, er is een 'echte' Pentium-procesor aanwezig, die op de Kaby Lake-architectuur gebaseerd is. De prijs voor de instapper is ook nog eens laag; namelijk 450 euro.