Linux en opensource lopen als een rode draad door het leven van de Belg Wim Coekaerts. Dat heeft hem tot vice-voorzitter bij de Linux Foundation gemaakt en tot senior vice-president softwaredevelopment bij Oracle. In die hoedanigheid is hij verantwoordelijk voor onder andere Oracle Linux and Virtualization en verschillende Cloud Services van het bedrijf. Tegen Tweakers vertelt hij over zijn voorliefde voor Linux, de opkomst van Linux bij Oracle, de positie van opensource binnen het bedrijf en het imago van Oracle als Linux-aanbieder.
Hoe komt iemand uit de Lage Landen op een toppositie bij een techgigant in Silicon Valley terecht?
"Ik ben in 1995 bij Oracle begonnen in Brussel en in 1997 ben ik naar de VS verhuisd. In België werkte ik bij de afdeling customer escalations en moest ik klanten, zoals banken, helpen als ze problemen met de database hadden, zoals datacorruptie of slechte back-ups. Via een vriend hoorde ik dat ze mensen met Unix-ervaring zochten, die waren destijds moeilijk te vinden. Ik was ‘s avonds tijdens mijn studie met vrienden al aan het spelen met machines met SunOS en *nix. Er was zelfs een IBM 3090-mainframe, dus we werkten ook al met virtuele machines. Ik wist niets van databases, mijn interesse lag bij besturingssystemen, maar de architectuur voor de Oracle Database is eigenlijk ook te zien als een besturingssysteem. Na een kort gesprek werd ik aangenomen, terwijl ik net pas klaar was met mijn studie Computerwetenschappen aan de KU Leuven."
Waar kwam die fascinatie voor computers vandaan?
"Toen ik 9 jaar was, speelde ik niet vaak buiten, maar was ik vooral bij een buurjongen te vinden die altijd met homecomputers bezig was. Hij was een van die hackers die demo’s maakten op de Commodore 64. Ik zat naast hem terwijl hij bezig was en uitlegde wat hij deed. Hij ging de richting van de C64 en Amiga op, ik kreeg de Sinclair ZX81, ZX Spectrum en MSX. We hebben samen bijna elke homecomputer van die eerste tien jaar gehad."
Wanneer verscheen Linux ten tonele?
"Toen ik in Leuven was, kwam Linux op. Dat was in 1991. Het computercentrum van de KU Leuven had een apart lokaal waar IBM een heleboel PS/2’s had geplaatst die AIX draaiden. Niet veel mensen weten nog dat IBM een Unix-port had op x86. Die systemen waren aangesloten op een IBM RS/6000, een tokenringnetwork waar wij mee aan konden rommelen. Zes maanden voor de release hadden we 10.000 Belgische frank gespaard en dat geld stuurden we naar Berkeley Software Design om een tape met de broncode voor BSDi te verkrijgen. Het duurde heel lang voor die tape kwam. In de tussentijd had Linux zijn software uitgebracht. Wij waren nog met die PS/2’s bezig en een voor een gingen ze over van AIX naar Linux. Zo ben ik met Linux begonnen. Dat is mijn hobby dus daar ben ik bij Oracle ook mee bezig."
Speelden Linux en opensource al een grote rol bij Oracle, toen u daar aan de slag ging?
In 1999 is Oracle begonnen met Linux
"Opensource speelde in de beginjaren van Oracle geen rol. Het ging om de database en in 1997, toen ik naar de VS ging, draaide het nog steeds om de database. Linux was wel stilletjes aan publiekelijk aan het opkomen. Ik was bezig om de binaries voor SQL op Linux draaiende te krijgen, want er was een SQL-compatibiliteitsmodus en een iBCS-module. Het idee was om de applicatieserver en database te porten naar Linux en te kijken of de ontwikkelaars interesse hadden. In 1999 is Oracle zogezegd begonnen met Linux. Het draaide nog niet goed op grotere machines en had zeker nog niet de functionaliteit om de database goed te kunnen draaien. Het werkte, maar was nog niet gereed voor productie."
Toch ging u met Linux niet aan de slag bij Oracle, maar bij The New Internet Computer Company. Hoe kwam dat?
“Larry (Ellison, topman van Oracle, red.) wist dat Linux daar interessant voor zou zijn. Zo zijn ze bij mij uitgekomen. Ik heb toen letterlijk een aantal vrienden aangenomen en we hebben bijna twee jaar gewerkt aan de internet appliance. Tijdens die jaren begon Linux bij Oracle belangrijker te worden. Er kwamen meer en meer klanten die vroegen of wij daar mee bezig waren."
In 2000 startte Oracle een spin-off: The New Internet Computer Company. Het doel was om een internetapparaat te bouwen dat te starten was vanaf een cd-rom en als een soort online thin client dienst moest doen. Het OS, de Java Virtual Machine en de browser draaiden vanaf cd-rom en bestanden moesten online opgeslagen worden. Het werd geen succes. Er werden slechts 50.000 New Internet Computers, kortweg NICs, à 199 dollar verkocht, waar Oracle op 5 miljoen stuks had gehoopt. De verbindingen waren nog te traag en de wereld leek nog niet rijp voor internetcomputing.
Wat werd na het mislukte NICC-avontuur als eerste opgepakt vanwege het toegenomen belang van Linux?
"In 2002 was een andere groep binnen Oracle bezig met een cluster file system voor Windows. Clustering begon interessant te worden voor Oracle, het bedrijf was met RAC bezig, Real Application Clusters. Een cluster file system maakte dat veel makkelijker. Mij werd gevraagd of mijn team een port van dat systeem naar Linux kon maken. Dat werd het originele Oracle Cluster File System. De tweede versie was het OCFS2-bestandssysteem, zoals dat sinds 2.6.16 in mainline-Linux zit."
Linux werd belangrijker, maar Oracle was toch een databasebedrijf? Waarom daar tijd en moeite in steken als er al commerciële zakelijke distributies zijn?
"We zijn toen ook wel naar Red Hat en SUSE gegaan en hebben gezegd: we willen dat Oracle op Linux gebruikt kan worden. Dat vereiste dat er nog veel werk aan de kernel zou worden verricht. SUSE gaf aan geen tijd of mensen te hebben om mee te helpen. Red Hat gaf aan dat ze bezig waren met Red Hat Enterprise Linux en ze wilden ook de enterprisemarkt bedienen. We werkten met Red Hat samen en deden bijvoorbeeld ontwikkelwerk voor direct-i/o, async-i/o, large memory, enzovoorts. In 2004 vond de publieke introductie van Linux bij Oracle plaats, maar dat ging niet om Oracle Linux. De introductie was bedoeld om te zeggen: Linux wordt voor ons een basisontwikkelplatform. Daar bieden we ondersteuning voor en we doen de frontend voor Red Hat."
Ik neem aan dat dat ook een toename in de omvang van het ontwikkelteam met zich meebracht?
De relatie met Red Hat is toen de mist in gegaan.
"Het ontwikkelteam was nog klein, zo’n twintig mensen, maar begon te groeien. Alles wat we deden was upstream voor Red Hat; we fixten bijvoorbeeld bugs voor Red Hat. Er was veel interesse."
Hoe verliep die samenwerking?
"De relatie met Red Hat is toen de mist in gegaan. Oracle had het belangrijkste product voor de OS-teams van klanten zoals bijvoorbeeld HP. Als klanten problemen ondervonden, was de reactie van Red Hat: 'Wij kennen de database niet, wij zijn een OS-leverancier'. Het was aan ons om de bugs te fixen en de klanten te helpen. Het probleem dat wij zagen was dat ze naar ons kwamen en zeiden: 'We zijn naar Linux gegaan en hebben x86-systemen gekocht, maar het werkt niet goed. We zullen terug naar Windows moeten.' We ondersteunden Windows ook wel, maar Microsoft was tegelijk een concurrent. Wij hebben opensource nooit als concurrentie gezien. We concurreren niet met Linux, we concurreren met Microsoft en IBM, en met RHEL, SUSE en Ubuntu."
Dus dan maar een eigen distro?
"Wat wij in 2006 aangekondigd hebben tijdens OpenWorld ging primair om meer ondersteuning en secundair om Oracle Linux. We zeiden: wij doen volledige support voor Linux. Of je nu RHEL draait of Oracle Linux, dat maakte niet uit. Begin 2006 hebben we tweehonderd man aangenomen voor de support en voor de development om de distro in elkaar te steken. De reden dat Oracle Linux in oktober 2006 startte was dat je RHEL niet gratis kon downloaden, je moest klant zijn als je de binaries wilde binnenhalen. We moesten een distributie maken om klanten iets te geven die geen RHEL-abonnement hadden. Dus het werd free download, free use, wat momenteel heel belangrijk is, met de aangekondigde veranderingen bij CentOS. De populariteit van Oracle Linux is ineens gegroeid. Nu, na vijftien jaar, weet ineens de hele wereld dat Oracle Linux gratis te downloaden is: gratis binaries, sourcecode, updates voor iedereen op hetzelfde moment en vrij te distribueren, net als Fedora."
Coekaerts doelt op het feit dat Red Hat aangekondigd heeft dat CentOS niet langer rebuilds van Red Hat Enterprise Linux omvat, maar dat de focus op previews in de vorm van CentOS Stream komt te liggen, een aankondiging waar veel systeembeheerders niet bepaald blij mee waren.
Dat veel gebruikers daar nu pas achter komen, zegt dat niet ook wat over Oracle? Microsoft adverteert al jaren met Microsoft loves Linux en richt zich met marketing steeds meer op opensource. Gebruikers associëren Oracle blijkbaar niet met Linux en opensource.
"Wij doen daar geen marketing voor. Aan de ene kant is dat spijtig, maar aan de andere kant: de mensen die het weten, zijn tevreden. Kijk ook naar VirtualBox, dat is enorm populair. We gebruiken opensource waar het werkt, en als we dat doen, volgen we de licentie en dragen we zelf ook bij aan het project en leveren we de patches zoals het moet. Wij hebben bijvoorbeeld evenveel kerneldevelopers voor Linux als zeg Red Hat, IBM, Intel of SUSE. Maar er leeft hier geen idee van ‘opensource is beter dan non-opensource’ of omgekeerd. We leveren producten en diensten aan klanten, of dat nu met software is die we zelf schrijven of met opensource."
Welke voordelen heeft Oracle anno 2020 nog van Oracle Linux?
"Een voordeel is Exadata, een Oracle Database Machine, oftewel een hardware- en softwareplatform om databasewerklasten op te draaien. Zonder je eigen OS kun je zoiets niet doen. Het feit dat we Oracle Linux hadden, samen met hardware en een volledige softwarestack, heeft ons natuurlijk geholpen. Het tweede voordeel is de Oracle Cloud. Je kunt geen clouddienst draaien op een besturingssysteem van een derde partij. Alles binnen Oracle Cloud is Oracle Linux. De hypervisors, storage engines, enzovoort, draaien met identiek dezelfde kernel die wij met Oracle Linux ook aan onze klanten geven."
Maar de concurrentie op de markt voor cloudcomputing is enorm, met Amazon Web Services, Microsoft Azure en Google Cloud als dominante aanbieders. Moet Oracle Linux dan het verschil maken?
"Ik heb geen idee waar Amazon AWS en Microsoft Azure op draaien met hun clouddienst. Als klant draai je niet hetzelfde in ieder geval. Wij kunnen zeggen: wat jij draait op jouw machine in jouw datacenter om je eigen virtuele machine te draaien, is identiek en met dezelfde code die wij gebruiken in onze cloud. Zeker de grote firma’s willen nog steeds on premise software draaien in hun eigen datacenters."
Hoe ziet u de rol van opensource in de toekomst?
"Opensource is heel belangrijk voor cloudaanbieders. Die willen niet afhankelijk zijn van derde partijen, met software waar ze zelf geen support voor kunnen bieden. Je kunt ook niet alle software zelf schrijven. Maar een belangrijke rol daarbij speelt beveiliging. In 2009 hebben we KSplice overgenomen. Die doen online kernelpatching. Ik denk dat er ongeveer 4300 verschillende kernelversies zijn waarvoor wij patches maken. Dat kan niet handmatig. Wat Livepatch doet in de Linux-kernel is eigenlijk de functionaliteit van Ksplice in 2006. Online kernelpatching is belangrijk voor klanten. Die horen niet graag dat een systeem down moet. We kunnen een online diagnostische patch installeren en die er weer uithalen, en vervolgens de resulterende patch online installeren. We hebben de patches voor Spectre en Meltdown zo online in onze cloud geïnstalleerd. Een reboot zou enorm veel geld hebben gekost en klanten zouden gedupeerd zijn. Wat Livepatch ook niet doet, is userspace. Wij kunnen ook OpenSSL en glibc online patchen. Bij Heartbleed moest iedereen een reboot van de server uitvoeren. We kunnen vandaag de dag OpenSSL online in-memory patchen. Je hoeft dus geen Apache-shutdown te doen. Ik denk dat dat een groot verschil gaat geven naar de toekomst."
Interview?
Dit artikel is onderdeel van de bèta van Premium, waarbij we verschillende artikelvormen uitproberen. Bij het onderdeel Interview willen we onafhankelijk tot stand gekomen vraaggesprekken publiceren met mensen uit de techwereld die een bepaalde autoriteit hebben op het interviewonderwerp. Eerder verscheen in deze reeks het interview met Magnus Falk, cio van Zoom. Reageren op Premium en de onderdelen daarvan, zoals dit artikeltype, kan in het daarvoor bestemde topic. Reageren op de inhoud van het interview kan hieronder.