Vanaf het moment dat je baan af is, kun je rondjes gaan rijden over je baan en de game gaan spelen. Wat dat inhoudt, daar komen we zo op, want er valt nog wel wat meer te vertellen over het maken van een goede baan en over de werking van de poortjes. De poortjes geven namelijk niet alleen de volgorde aan, maar kunnen ook allerlei andere functies hebben. Ze kunnen bijvoorbeeld een snelheidsboost geven of power-ups droppen. Daarnaast kunnen ze ook allerlei verschillende obstakels bevatten. Op je eigen baan kun je zelf bepalen wat voor functie een poort heeft, waarbij je keuzemogelijkheden steeds groter worden naarmate je meer Cups hebt gewonnen in het spel. Datzelfde geldt voor andere parameters die horen bij je baan, zoals de stijl en met hoeveel cc je kunt racen. Aanvankelijk zijn alleen 50cc en 100cc beschikbaar, terwijl 150cc en 200cc kunnen worden vrijgespeeld.
Veel vrijspelen
Dat vrijspelen doe je dus door bekers te winnen. Net als in de traditionele Mario Kart-games doe je dat door Cups te winnen, die in deze game steeds bestaan uit drie races. Zoals gebruikelijk verdien je door een race te winnen 15 punten, dus idealiter sluit je een Cup af met 45 punten. Daarmee win je dan dus ook een beker. Die beker, én de muntjes die je tijdens de races verzamelt, leiden naar nieuwe, vrijgespeelde elementen die je kunt gebruiken voor je eigen baan, maar ook naar pakjes voor jouw Mario of Luigi en andere karts. Andere karts? De fysieke versie verandert uiteraard niet, maar de kart die je op je Switch-scherm ziet verandert wel. Belangrijker dan dit alles is het vrijspelen van de 150cc- en 200cc-modi. Want laten we eerlijk zijn: 100cc en 50cc gaan best langzaam. Door het lage perspectief van de camera lijkt het trouwens op het scherm allemaal nog best snel te gaan, maar de echte snelheid komt er vanaf 150cc pas in. Dat is ook het moment dat een kleine huiskamer echt een beperking wordt. Je hebt dan nauwelijks ruimte om lekker op snelheid te komen, omdat je al vroeg moet remmen voor de volgende bocht.
Nu zijn er vast mensen die denken ‘remmen in Mario Kart?’, want inderdaad, er zijn in de traditionele games genoeg banen waar dat niet echt noodzakelijk is, tenzij je op 200cc speelt. Dat werkt in deze game even anders. Normaliter leg je de baan af of knal je tegen een obstakel, maar dan word je gewoon weer op de baan gezet. Als je hier echter een bocht niet haalt, knal je tegen obstakels in je woonkamer. De kart kan achteruit rijden, maar kan ook klem komen te zitten onder randen van kasten of de bank, of bovenop drempels. Daarnaast is het zeker niet ondenkbaar dat je de poortjes zelf raakt. De game raadt spelers aan zware objecten als boeken op de pootjes te zetten, om te voorkomen dat je de poortjes wegduwt als je er tegenaan rijdt. Dat is wel zo handig, want anders moet je om de haverklap opstaan om de verplaatste poorten terug te zetten.
Mooie banen maken
Die boeken kun je trouwens ook gebruiken om barrières te creëren rond je baan. De game houdt namelijk alleen bij of je netjes op volgorde door de poortjes gaat, niet hoe je daar gekomen bent. Je kunt een prachtige track met allerlei bochten tekenen, maar vervolgens gewoon in een rechte lijn naar het volgende poortje rijden. Echt leuk is dat natuurlijk niet, vooral ook omdat je dan alleen jezelf in de maling neemt: je speelt in deze coronatijd waarschijnlijk tegen de computer. Als je wel tegen anderen speelt, zitten die in dezelfde kamer en zij kunnen dus gewoon zien dat je je niet aan de baan houdt. Toch is het ook gewoon leuker om je baan een beetje af te kaderen met wat objecten: op een verder lege vloer rondrijden is niet echt spannend. Een strategisch geplaatste schoen, plant of kruk kan een leuk obstakel vormen. De moeite die je steekt in aankleding, loont. Het is een stuk leuker om al die meubels en voorwerpen voorbij te zien flitsen, dan om steeds in relatieve leegte rond te rijden. Het zou ons niet verbazen als we de komende weken en maanden op social media allerlei ingenieuze creaties voorbij zien komen als het gaat om in Mario Kart Live: Home Circuit ontworpen banen, om nog maar niet te spreken over mensen die bestaande banen uit Mario Kart in het echt gaan namaken.
Of je nu een simpel rondje neerlegt of een ingewikkelde baan met haarspeldbochten en kruispunten: het blijft zo dat jouw baan het doek is waarop de game zijn races schildert. Op je beeldscherm zie je namelijk niet alleen je omgeving, de poortjes en de virtueel aanwezige tegenstanders, maar ook allerlei extra aankleding en effecten. Zo is er een baan waar het hard waait, waardoor je kart af en toe naar links of rechts getrokken wordt en je dus moet tegensturen. Dat effect treedt ook op als je de ‘hond’ te pakken hebt. In de normale games trekt die je kart vooruit, maar hier zorgt hij er vooral voor dat je kart steeds onverwachte stuurbewegingen maakt. De werking van de verschillende power-ups is in algemene zin ook iets waar je goed op moet letten. Extra snelheid is een stuk minder handig als je een een uitdagend circuit hebt gebouwd waar je secuur doorheen moet sturen om niet te crashen.
Het grootste nadeel aan dat element - crashen - is dat je tegenstanders dat nooit doen. Natuurlijk kun je de AI te pakken nemen met schildjes en bananen, maar zij hebben niet dezelfde obstakels die jij hebt. Ligt er een object midden op de baan, dan gaan je tegenstanders daar dwars doorheen, terwijl jij er uiteraard wel tegenaan kunt rijden. Dat maakt Mario Kart Live: Home Circuit soms best lastig. Hoe mooier en uitdagender je baan is, hoe lastiger het wordt voor jou, omdat je tegenstanders gewoon minder last hebben van al die obstakels. Het spreekt voor zich dat de game wat dat betreft stukken beter tot zijn recht komt als je met anderen samen speelt. Helaas is juist dat in coronatijden lastig. Waar wij onder normale omstandigheden waarschijnlijk op een evenementje de multiplayer-modus voor twee tot vier spelers uitgebreid hadden kunnen testen, konden we nu alleen solo rondjes rijden en dat is natuurlijk jammer. Tweakers heeft van Nintendo slechts één exemplaar ontvangen, waardoor we de multiplayer niet hebben kunnen spelen.
Bereik als beperkende factor
Wat we wél hebben kunnen testen is hoe gevoelig de techniek achter Mario Kart Live: Home Circuit is. Het verbinden van de kart met de console werkt goed, maar bij het rondrijden duiken er wat beperkingen op. Zo loopt de connectie tussen de Switch en de kart via bluetooth. Nintendo raadt aan nooit op een grotere afstand dan 9 meter van je kart te zijn, maar adviseert daarbij dat je voor het meest optimale resultaat binnen 4,5 meter moet blijven. Daarbij moeten er ook niet te veel obstakels tussen jou en je kart aanwezig zijn, want ook dan hapert de verbinding. Dat merk je aan een indicator linksboven in beeld, maar ook aan je framerate. Als je verbinding slecht wordt, mis je af en toe beelden, treedt er vertraging op en ga zo maar door. De kans dat jouw kart dan een tafelpoot of ander object tegenkomt, is groot. In de praktijk betekent het dat je baan in elk geval niet door het hele huis kan lopen, tenzij je zin hebt om achter je kart aan te lopen terwijl je hem aanstuurt. Ook onder een bureau door rijden levert een uitdaging op, zeker als dat bureau op een meter of drie staat: de combinatie van afstand en obstakel zorgt dan voor problemen. Idealiter zou je dus een baan om jezelf heen bouwen, zodat je met je Switch op het meest centrale punt zit en zo min mogelijk verbindingsproblemen ervaart. Duidelijk is wel dat dit een hinderlijke factor kan zijn.