Door Olaf van Miltenburg

Nieuwscoördinator

'Rekenautomaat' Electrologica X8

Computerglorie van de Lage Landen

16-05-2018 • 06:00

77

Singlepage-opmaak

Inleiding

Wie in de historie van Nederlandse computerbouwers duikt, komt al gauw uit bij Tulip, de succesvolle maker van IBM-klonen. Wie iets verder teruggaat in de jaren tachtig van de vorige eeuw, ziet hoe Philips met de P2000 en MSX een woordje meespreekt op de markt voor homecomputers. Nog verder terug is het dieper graven, maar al in de jaren vijftig en zestig blijken er innovatieve ‘rekenautomaten’ in de Lage Landen gefabriceerd te zijn, en een van de wonderlijkste is de X8 van Electrologica.

Je zou denken dat Philips de bakermat vormt van de Nederlandse computergeschiedenis. Al eind jaren veertig, begin jaren vijftig was het bedrijf uit Eindhoven zich bewust van de opkomst van de computer. “Philips bleef op zijn handen zitten”, vertelt Gerard Alberts, historicus aan de Universiteit van Amsterdam, die onderzoek doet naar de geschiedenis van de informatica. “Computerspecialisten hadden de indruk dat Philips de boot miste, maar de gloeilampenfabriek in het zuiden des lands nam de weloverwogen beslissing zich niet op deze de markt te begeven.” Philips fabriceerde componenten, dioden en transistoren in Nijmegen. Het bedrijf was een voorname leverancier van IBM en hield zich buiten de computermarkt. “Het was een gentleman’s agreement. Zo waren Europese bedrijven gewoon om met elkaar om te gaan en het Amerikaanse IBM speelde daarin mee”, vertelt Alberts.

Electrologica X8

De rekenafdeling van het Mathematisch Centrum

Anderen zetten al in de jaren 1940 in op de ontwikkeling van ‘moderne rekenmachines’. De wiskundigen van het Mathematisch Centrum in Amsterdam liepen voorop. De rekenafdeling van het centrum bouwde er zelf een, wat in 1952 tot de eerste op Nederlandse bodem gebouwde computer leidde: de ARRA, wat staat voor Automatische Relais Rekenmachine Amsterdam. Het systeem luisterde de opening van een nieuw gebouw van het Mathematisch Centrum op met een eerste vertoning van zijn kunsten. Die demonstratie was meteen zijn laatste wapenfeit, want het bouwwerk ging daarna kapot. Gelukkig was er al een opvolger in aanbouw in de vorm van de ARRA II en deze deed het een stuk beter. Een verbeterde kopie van dit systeem werd bij vliegtuigbouwer Fokker ingezet onder de naam Fokker Elektronische Rekenmachine Type ARRA, kortweg Ferta.

Niemand had in die tijd zo’n liefde opgevat voor de imposante rekenautomaten als de directeur van levensverzekeringsmaatschappij Nillmij, Johannes Engelfriet. Hij dacht dat zijn bedrijf baat kon hebben bij automatisering en klopte in navolging van Fokker aan bij het Mathematisch Centrum. Toen hij nul op het rekest kreeg, stelde hij voor een computerbedrijf op te richten, waarbij Nillmij voor de financiering zou zorgen en de wiskundigen hun expertise voor het ontwerp zouden leveren. Het bedrijf ging Electrologica heten en werd in 1956 in Amsterdam gevestigd.

Eén man speelde een centrale rol bij de computersystemen die toen in Amsterdam gemaakt werden, een man die zou uitgroeien tot een van de invloedrijkste pioniers op het gebied van de informatica: Edsger Dijkstra. Bij het Mathematisch Centrum was hij aangesteld voor de ‘programmering van de ARRA’. Hij schreef de programmeerhandleidingen voor de ARRA, de Ferta en de volgende machine: de Armac, de Automatische Rekenmachine Mathematisch Centrum. Door zijn bemoeienis werd de software mede als uitgangspunt genomen bij het ontwerp van de computer. In de praktijk betekende dit dat de programmeerhandleidingen bijna als functioneel ontwerp dienden voor de bouw van de systemen.

Het Mathematisch Centrum bediende vele klanten die hun geavanceerde berekeningen wilden maken op de ARRA en de Armac. Datzelfde was het geval bij de allereerst machine van Electrologica, de X1. Daarvan kwam ook een exemplaar bij het Mathematisch Centrum staan. De Deltacommissie liet er bijvoorbeeld getijdenberekeningen uitvoeren.