Een manier om zeker te weten dat de opslagdienst je data niet kan ontsleutelen, is door de encryptie zelf op je te nemen. Een veelgebruikte cryptografietool is het opensource-programma Truecrypt, waarmee beveiligde 'containers' kunnen worden gemaakt. Alle bestanden die in die container worden geplaatst, worden versleuteld.
Op het eerste gezicht is Truecrypt daarmee goed geschikt voor encryptie in cloudopslagdiensten, maar er is één belangrijk nadeel. Dropbox en andere opslagdiensten werken vrij efficiënt: als je in een bestand tien bytes wijzigt, worden enkel die tien bytes gesynchroniseerd, en de rest van het bestand niet. Maar als in een Truecrypt-container één bestand wordt gewijzigd, verandert de samenstelling van de gehele container. Daardoor moet het hele bestand opnieuw worden gesynchroniseerd. Bij grotere containers is dat niet efficiënt.
Een Duits bedrijf heeft daarom software ontwikkeld die wel geschikt is voor het versleutelen van bestanden in clouddiensten. Boxcryptor, dat voor alle grote opslagdiensten beschikbaar is, versleutelt alle bestanden los, en creëert dus geen container. De software is er zowel in gratis als betaalde varianten. Onder meer voor het versleutelen van bestandsnamen is de betaalde versie nodig, die voor particulieren 36 euro per jaar kost.
Voor Linux-gebruikers is Boxcryptor niet eens vereist: het bestandssysteem EncFS, dat inmiddels standaard onderdeel uitmaakt van de Linux-kernel, biedt dezelfde functionaliteit.
Achilleshiel
Uiteindelijk vormen ook bij zero knowledge-diensten en end-to-end-encryption de gebruikte software en diensten de achilleshiel. Voor normale gebruikers is niet te ontdekken of er daadwerkelijk end-to-end-encryptie wordt toegepast en er geen backdoor in de software zit, zeker als de software closed-source is.
Uiteindelijk is het een kwestie van vertrouwen, zegt beveiligingsgoeroe Bruce Schneier tegen Tweakers. "We vertrouwen er ook op dat dit gebouw nu niet instort. Jij drinkt nu een Dr. Pepper, je gaat er ook van uit dat die niet vergiftigd is. Ik vertrouw mijn iPhone, en ik vertrouw mijn Windows-computer. Uiteindelijk moet je iemand vertrouwen."
Bovendien is de mate van beveiliging uiteindelijk altijd beperkt: als inlichtingendiensten bijvoorbeeld écht bij je data willen komen, kunnen ze dat alsnog, bijvoorbeeld via een kwetsbaarheid in je hardware. "Cryptografie maakt het leven van de NSA moeilijker", zegt Schneier. "Maar we weten ook dat de NSA geavanceerde tools tot z'n beschikking heeft. Als ze écht achter je aan willen komen, dan lukt ze dat. Maar als mensen cryptografie gebruiken, kan dat niet meer op massale schaal."