Door Jurian Ubachs

Redacteur

War Thunder: de baas in de lucht

09-09-2013 • 08:00

78

Singlepage-opmaak

Arcade of realisme?

Die diepgang komt natuurlijk niet alleen terug in de inhoud van de missies, maar ook in de gameplay. Het verschil tussen beide titels is ook hier al in de menu's evident. World of Warplanes ondersteunt wel diverse soorten controllers, maar softwarematig verandert er niets. Dat is in War Thunder anders. Het spel laat gamers kiezen voor een een bepaalde soort besturing. Dat kan zo makkelijk, maar ook zo moeilijk als je zelf wil.

Dynamisch schademodel

De 'makkelijke' variant zorgt voor gameplay die lijkt op World of Warplanes. Je bent vrij om een eigen camerapositie te kiezen en je hoeft je tijdens het spelen niet heel erg druk te maken om hoe een vliegtuig werkt. Je voornaamste taak is dat simpelweg jagen op en neerschieten van andere vliegtuigen. Toch zul je ook bij deze manier van spelen al voorbeelden zien van de diepgang in War Thunder die een beetje lijkt de ontbreken in World of Warplanes. Neem bijvoorbeeld de schademodellen. In World of Warplanes is wel sprake van critical hits, maar de schade is verder niet dynamisch. In War Thunder ontstaat de schade aan een toestel daadwerkelijk op de plek waar jij dat toestel hebt geraakt. Een reeks rake schoten op een vleugel zou die vleugel geheel kunnen vernietigen en een vliegtuig in een klap onbestuurbaar maken.

Voor wie dat niet genoeg vindt heeft War Thunder daar bovenop nog de Historical Battles en de Full real battles, wat je als de twee niveaus boven arcade battles kunt zien. De historische gevechten schotelt spelers een realistischere manier van spelen toe. De schademodellen zijn nog realistischer en de zwaartekrachteffecten hebben meer invloed. Dat laatst houdt bijvoorbeeld in dat een piloot een blackout kan krijgen als er teveel G-krachten op zijn lichaam worden gezet. Ook kan het vliegtuig zelf daar aan bezwijken.

War Thunder

De echte 'hardcore' liefhebbers van vlieggames storten zich natuurlijk op de laatste variant, de volledig realistische gevechten. Hier wordt je niet meer geholpen door het spel. Elke beweging van het vliegtuig doe je helemaal zelf en je zult rekening moeten houden met de beperkingen van dat vliegtuig. Daarnaast kan er in deze spelmodus alleen maar vanuit de cockpitview gevlogen worden, en niet meer vanuit de camerapositie achter het vliegtuig, die bij de minder realistische varianten wel bruikbaar is.

Opstijgen en landen

Een ander onderdeel dat bijdraagt aan het gevoel van diepgang is de mogelijkheid om je vliegtuig op de grond te zetten. In World of Warplanes is er geen sprake van opstijgen of landen, maar dat is in War Thunder wel anders. Ook hier heb je de optie om direct in een gevecht te springen, maar er zijn ook missies waarbij je wel zelf mag opstijgen en landen, en stiekem vinden wij dit eigenlijk een van de leukste dingen om te doen in een vliegspel. Natuurlijk draait het om het vliegen en vechten zelf, maar op de een of andere manier blijft het succesvol op de grond zetten van een vliegmachine toch ook enorm leuk om te doen.

In de grafische uitwerking van de omgeving en de vliegtuigen, afgezien van het schademodel dan, doen War Thunder en World of Warplanes weinig voor elkaar onder. Net als World of Warplanes bedient War Thunder zijn spelers met accuraat nagemaakt toestellen en prachtige omgevingen. Het enige opvallende verschil daarin is dat de maps van War Thunder groter kunnen zijn dan die van World of Warplanes, maar voor de dogfights speelt dat natuurlijk geen al te grote rol. Wel van belang is dat omgevingen van War Thunder voor een deel natuurlijk ook geschikt zijn voor tankgevechten.