De onderstaande foto's zijn gemaakt vanaf een stevig Manfrotto-statief en met de zelfontspanfunctie van de camera. Als lens is de meegeleverde 14-42mm-kitlens gebruikt en f/5,6 is gekozen als diafragma voor de testfoto's. Op de eerste foto na zijn alle afbeeldingen honderdprocentscrops, die zonder verscherping en met de maximale jpeg-kwaliteit zijn opgeslagen. De ruisreductie is ingesteld op de defaultwaarde.








Bij lagere iso-waarden laat de beeldsensor zich van zijn beste kant zien. Vanwege het minder sterke laagdoorlaatfilter voor de sensor zien de foto's van de voorbeeldcompositie er scherper uit dan bijvoorbeeld bij de vorige keer gereviewde EOS M. Deze scherpte neemt bij iso 800 wel wat af, gezien het lijntjespatroon van het moederbord.
Met de jpeg-engine zouden we iso 1600 als hoogst bruikbare betitelen. Daarna gaat de ruisreductie redelijk grof te werk. Olympus merkt toch al iso 5000 als hoogste iso-waarde aan en de stappen erboven zijn niet meer analoog, maar digitaal versterkt, zo blijkt uit de 'extension'-benaming die Olympus aan iso 6400 en hoger geeft.
Ruisreductiestanden
We zijn altijd benieuwd wat de verschillende ruisreductieniveaus betekenen voor de beeldkwaliteit van een camera. Zo kun je de ideale instelling kiezen zonder dat je met een raw-converter als Lightroom aan de slag moet.




We zijn geen fan van het ruisreductiesysteem van Olympus. Je boet daarmee te veel in op detail en kleurverzadiging, terwijl het eindresultaat in combinatie met verscherping bij hogere iso-waarden niet om over naar huis te schrijven is. Bij de E-PL5 zouden we zelfs kiezen voor de Off-stand van de ruisreductie. Er is dan weliswaar behoorlijk wat luminantieruis aanwezig, maar detail blijft behouden en ondanks het Off-label zorgt de stand er wel degelijk voor dat vervelend zichtbare kleurruis eruit gefilterd wordt.
Raw-nabewerking
Door de .orf-raw-bestanden in Lightroom van Adobe na te bewerken trachten we de beeldkwaliteit bij lage en hoge iso-waarden te verhogen.




Bij de foto van het moederbord zien we dat het nabewerken van de raw-bestanden bij de E-PL5 vooral winst oplevert wat kleurechtheid betreft. Ook ziet het nabewerkte beeld er natuurlijker uit doordat er geen overbodige verscherping toegepast is. Bij het jpeg-bestand is dat overduidelijk wel het geval. Bij de foto van de scherptekaart eronder is het verschil minder groot. Wel is meer moiré zichtbaar bij de in het midden samenkomende, gebogen lijntjes van de raw-versie, die waarschijnlijk de diffractielimiet van de sensor overschrijden. Bij de raw-conversie hadden we overigens het contrast wat verhoogd.


Vooral bij de hogere iso-waarden levert nabewerking met een raw-converter bij de E-PL5 overduidelijk voordeel op voor de beeldkwaliteit. De combinatie van ruisreductie en verscherping die de jpeg-engine van Olympus uitvoert, is gewoon funest voor het detail. We hebben wat korrel in de raw-conversie laten zitten, maar de ruisreductie had nog wat hoger opgeschroefd kunnen worden in Lightroom. Kleurruis is geen punt van zorg.
Autofocussnelheid
De E-PL5 is net als de rest van de compacte systeemcamera's zeer snel met scherpstellen. We durfen zelfs te stellen dat Olympus het snelste af-systeem op basis van contrastdetectie heeft van alle compacte systeemcamera's. Niet alleen is de scherpstelling snel, maar ook de ontspanvertraging is zeer kort te noemen. Je kan in principe de sluiterknop in een keer naar beneden drukken zonder noemenswaardige vertraging.
Continu scherpstelling is echter met contrastdetectie nog niet snel genoeg bij de E-PL5. Bij de Nikon 1-serie is dat wel mogelijk vanwege de aanwezigheid van af-punten op de 1"-sensor waarmee snel fasedetectie-af mogelijk is. De NEX-6-sensor heeft ook af-punten, maar dat af-systeem werkt op een iets andere manier waardoor die camera net iets trager is dan de Nikon 1-serie.