Inleiding: groot, goedkoop en populair
Elk jaar rond deze tijd verschijnen de eerste op de CES gepresenteerde tv-series in de winkel, en zoals elk jaar worden ook nu weer de modellen van vorig jaar voor een zacht prijsje aangeboden. Vorig jaar was dat voor ons aanleiding om naar een viertal 37"-lcd-tvs' te kijken, en waar we in december nog naar 40"- en 42"-televisies keken, nemen we deze keer al drie 46"-tv's onder de loep.
We zochten een toestel met een maximumprijs van 700 euro, dat volgens de bezoekcijfers van onze Pricewatch nog altijd populair is. Extra functionaliteit als 3d werd voor de selectie buiten beschouwing gelaten. Verder beperkten we ons deze keer niet tot lcd-tv's, zodat er ook een plasma-toestel in de vergelijking kon worden opgenomen.
We hebben uiteindelijk gekozen voor de D5000-lcd-tv van Samsung, de Viera G30-plasma-tv van Panasonic en de PFL5606-lcd van Philips. Geen van de geteste modellen ondersteunt 3d. We hebben ook nog geprobeerd om een 47"-LV3550 van LG mee te testen, maar die kon niet op tijd worden geleverd.
Samsung D5000: uiterlijk en indruk
Behuizing
Bij Samsung geldt: hoe lager het typenummer is, des te goedkoper zijn de gebruikte materialen. De D6500-toestellen, die we al eerder recenseerden, zijn voorzien van smalle en zeer platte aluminium bezels. De hier geteste D5000 moet het met hoekige, zwarte plastic randen stellen, die bovendien 5,5mm boven het paneel uitsteken. Toch is het toestel in totaal slechts 2,8cm dik.
De bezels bij de D5000 zijn 2,6cm breed. De rand is aan de voorkant voorzien van een doorzichtige acryllaag die iets breder is dan de bezel, zodat het toestel - overigens net als bij D6570 - een doorzichtig randje heeft. Het logo van Samsung prijkt aan de onderkant in het midden, rechts zijn de statusleds en de tiptoetsen te vinden.
:fill(white)/i/1333465280.jpeg?f=thumb)
De voet is een stevige glazen plaat, die aan de onderkant zwart is gemaakt en zo mooi bij het schermgedeelte past. Op de voet is een ronde hals van doorzichtig acryl bevestigd. Met vier schroeven wordt daarop een kunststof profiel bevestigd, waaraan het schermgedeelte met wederom vier schroeven wordt vastgezet. De standaard ziet er goed uit, maar had wel wat degelijker mogen zijn.
Aansluitingen
Alle aansluitingen zitten aan de zij- en onderkanten. Aan de zijkant zien we achtereenvolgens twee usb 2.0-poorten, een optische s/pdif-uitgang, vier hdmi-poorten, een aansluiting voor een breakoutkabel waar component-video- en composietkabels op kunnen worden aangesloten, en een analoge audio-ingang.
Op het eerste oog is niet voorzien in een ci+-aansluiting, maar Samsung levert deze connector mee met de tv en wordt aan de achterkant in de tv geprikt. Het ci+-slot wijst naar de zijkant.

Aan de onderkant vinden we een vga- en een kabelaansluiting, een koptelefoon-uitgang, een ethernetpoort, en een rgb-aansluiting, waar wederom een breakoutkabel aan te pas komt.

Afstandsbediening
De nogal goedkoop aandoende afstandsbediening kennen we al van andere Samsung-tv's. De d-pad is niet prettig te bedienen, terwijl de toetsen een nogal sponzige aanslag hebben. Over de indeling hebben we geen klachten; de volume- en kanaalkeuzeknoppen vallen op door hun grootte en kleur, en de meeste functies zijn snel te bedienen.
Menu
Samsung heeft vorig jaar veel aandacht aan de interface gegeven. Er werden wat fellere kleuren en mooi ontworpen iconen gebruikt, en de interface werkt snel en soepel - voor zover de remote geen roet in het eten gooit.
Het toestel biedt geen internettoegang, maar in deze prijsklasse mag dat eigenlijk ook niet verwacht worden. Ook opties als hdd-recording ontbreken. De tv beschikt echter wel over een zeer bruikbare elektronische programmagids.
Samsung D5000: beeldeigenschappen
Paneel

De opbouw van de subpixels van de D5000 zagen we eerder al bij de D6570. Het va-paneel wordt gemaakt door het Taiwanese bedrijf Chi Lin Technology. Bij de D7000 en de D8000 gebruikt Samsung wel eigen panelen.
Het paneel van de D5000 spiegelt flink omdat een antireflectielaag ontbreekt. Het voordeel daarvan is dat het zwart dieper oogt en dat kleuren er wat helderder uitzien. Met veel lichtbronnen in de kamer kan dit paneel echter voor de nodige ergernis zorgen.
Witbalans en kleurweergave
In de Movie-stand wordt het beeld iets opgerekt; de overscan zorgt dat het beeld iets vager wordt. Deze ongewenste upscaling is gelukkig met een simpele instelling ongedaan te maken.
Als we dat achter de rug hebben, kijken we naar witbalans en gamut. Om te beginnen zetten we de sharpness terug van 20 naar 0; de brightness staat met de uitgangswaarde van 45 al goed. Het contrast staat standaard ingesteld op 100 en daarmee zijn tot 253IRE grijswaarden van wit te onderscheiden. In combinatie met de backlight-standaardwaarde van 16 bedraagt de helderheid 250cd/m² en dat doet pijn aan de ogen. Met de backlight op 7 neemt de helderheid af tot ongeveer 120cd/m² en dat is een bruikbare waarde.
Zonder verdere aanpassingen meten we de witbalans. Het groene is over de gehele linie te weinig in de kleurmix aanwezig, terwijl rood en blauw juist de boventoon voeren. Deze onbalans is ook duidelijk in beeld zichtbaar.

Het helderheidsverloop toont een wat vreemde curve. Tot en met het 60IRE-grijspatroon bedraagt de gammawaarde rond de 2,2, maar daarna wordt deze waarde snel minder, wat erop wijst dat de helderheid bij lichtere beelden te traag oploopt.

Uit de metingen aan het kleurbereik blijkt dat cyaan een te duidelijke kleurfout heeft. Ook de kleurfout van rood en groen schommelt rond de zichtbare grens, en de luminantie- en tintmetingen laten zien dat die kleuren aanpassing vergen. Blauw en magenta zijn oververzadigd, het geel is daarentegen voorbeeldig.

Beelduniformiteit
Het scherm van de D5000 produceert indrukwekkende zwartwaarden. Gemiddeld hebben de zwarte vlakken in het 4x4-patroon een helderheid van 0,0291cd/m², met weinig afwijking. De witte vlakjes hebben een gemiddelde helderheid van 118,7cd/m², zodat de contrastverhouding een zeer goede 4085:1 bedraagt. Wel valt op dat de helderheid van het wit in het midden van het scherm behoorlijk wat hoger is dan aan de randen.

In de hoeken van het scherm treedt enige backlight bleeding op. Met de backlight op stand 6 is dat echter niet storend, maar op stand 16 zijn de vlekken een stuk beter zichtbaar. Toch zijn we door deze resultaten aangenaam verrast.
:fill(white)/i/1332241040.jpeg?f=thumb)
Kijkhoeken
De kijkhoeken stellen niet teleur, maar onder een wat grotere hoek wordt het beeld wel wat fletser. Bij zeer grote hoeken wordt het beeld wel donkerder, maar er is geen gammaverschuiving te zien: het schaduwdetail wordt dus niet substantieel beter of slechter.
:fill(white)/i/1333117770.jpeg?f=thumb)
Input lag
In de Game-modus hebben we de tv via hdmi aangesloten op een pc waarop het programma SMTT 2.0-draait. Met dat programma is het redelijk goed mogelijk om de input lag van de tv te bepalen aan de hand van het verschil met een lag-vrije crt-monitor.
Hiervoor worden een groot aantal foto's genomen van beide schermen in beeld en het verschil in hoogst getoonde waarde berekend. De gemiddelde waarde is dan de input lag. Een lage input lag is vooral van belang voor het spelen van games.
De D5000 scoort een gemiddelde input lag van 17,7ms, wat bij een verversingsfrequentie van 60Hz ongeveer neerkomt op één frame vertraging. Dat is een uistekend resultaat.

Energieverbruik
Voor een 46"-lcd-tv is het verbruik van de D5000 zeer laag. Bij de scène uit de film Avatar die we zoals altijd voor deze test gebruiken, wordt slechts 46,2W verbruikt, terwijl het 4x4-zwart/wit-patroon met een verbruik van 47,2W nauwelijks voor meer verbruik zorgt. Daarbij moet worden aangetekend dat de backlight continu brandt en dat er geen local dimming actief is.
Beeldmodus | Avatar | 4x4 |
Movie |
46,2W |
47,2W |
*) Avatar: Title 5, Chapter: 13, 00:49:26
Panasonic Viera G30: uiterlijk en indruk
Behuizing
De Viera G30-plasma ziet er wat gedateerd uit, vooral vanwege de redelijk dikke behuizing. Het toestel is tussen de 5,5cm en, bij de speakers onderaan, 6,9cm diep. Panasonic is - gezien de GT30 en de VT30, die hetzelfde bouwjaar hebben - in staat om dunnere plasma's te maken, maar past die technologie alleen in de duurdere modellen toe.
De G30 is trouwens niet alleen dikker dan de lcd-tv's in deze test, maar heeft met een breedte van 4,1cm ook redelijk forse bezels. De afstand van de voorkant van de bezel tot de display bedraagt 6,5mm. De bezels zijn gemaakt van glimmend zwart plastic, met aan de onderkant een strip die aan de uiteinden zwart is en in het midden een metaalkleur heeft.
Onderaan de voorkant zien we aan weerszijden nog twee roosters. Daarachter gaan de speakers schuil, die dus direct naar de kijker gericht zijn. Dat is zeker prettiger dan het indirecte geluid van de meeste platte tv's.
:fill(white)/i/1331649065.jpeg?f=thumb)
Aan de achterkant zijn twee ventilatoren te zien. Als het geluid erg zacht staat zou je ze kunnen horen, maar maar bij normaal gebruik vallen ze niet op. Prettig is verder dat er een los voedingssnoer wordt meegeleverd, dat aan de behuizing vastgeklikt kan worden.
De draaiconstructie van de voet is stevig en dat moet ook wel, want de tv weegt nogal wat. Bij de montage van de tv moet eerst een metalen hoekprofiel op de standaard bevestigd worden, waar het schermgedeelte overheen wordt geschoven. Het geheel wordt dan met vier schroeven vastgezet.
Aansluitingen
Ook bij het gedeelte voor de aansluitingen is te merken dat we te maken hebben met een wat ouder ontwerp: de meeste aansluitingen wijzen recht naar achteren. Daarbij zijn drie hdmi-poorten, connectors voor scart en component video, een ethernetpoort, een optische s/pdif-uitgang en een analoge audio-out, de kabelaansluiting en twee usb 2.0-poorten.

Aan de zijkant zien we van boven naar onderen een ci+-slot, een derde usb-poort, een sd-kaartslot, de vierde hmdi-aansluiting, een koptelefoonaansluiting en een composite-video-ingang. Het ci+-slot is goedgekeurd voor de netwerken van Ziggo en UPC.

Afstandsbediening
De bij de Viera G30 geleverde remote ligt goed in de hand, is logisch ingedeeld en de toetsen geven een lekkere respons. De volume- en kanaalkeuzeknoppen zitten wel wat te ver naar onderen, dus als die met de duim worden bediend, ligt het zwaartepunt van de afstandsbediening ruim vóór je handpalm.

Menu en internettoegang
De Viera G30 heeft als enige van de drie tv's de mogelijkheid om internetcontent af te spelen en apps te installeren. Panasonic noemt zijn online omgeving Viera Cast. Er zijn onder meer apps - Panasonic noemt ze 'tiles' - voor sociale netwerken als Twitter, Skype en Facebook, maar ook voor videonetwerken als Youtube, Dailymotion en Viewster.
Viera Cast bevat verder verschillende games die met behulp van een gamepad gespeeld kunnen worden. De online omgeving is echter niet zo flexibel en geavanceerd als de nieuwe smart-tv-omgevingen van LG en Samsung.
Het menu van de Viera G30 is elementair, maar werkt wel snel. Bij sommige opties blijft alleen de gekozen instelling op het scherm staan, wat het inregelen van het beeld eenvoudiger maakt. Na enige tijd springt de tv automatisch terug naar het parent-menu.

Panasonic Viera G30: beeldeigenschappen
Paneel
De G30 maakt gebruik van Panasonics NeoPlasma-technologie. Ten opzichte van de NeoPDP-technologie van de 2010-modellen biedt NeoPlasma een lager energieverbruik bij dezelfde lichtopbrengst.
Omdat de pixels zelf licht uitstralen en een backlight dus ontbreekt, zijn de kijkhoeken van een plasma-tv meestal uitstekend, maar is de maximale lichtopbrengst lager dan bij lcd-technologie. De keuze voor lcd of plasma is daarom vaak afhankelijk van het omgevingslicht.
De structuur van de subpixels is nagenoeg identiek aan die van de eerder gerecenseerde VT30. In tegenstelling tot de GT30 beschikt dat toestel echter over een zogeheten Louvre-filmlaag, die reflecties van externe lichtbronnen tegengaat voor meer contrast bij meer omgevingslicht.
Een ander fenomeen dat alleen bij plasma-tv's te zien is, is zogeheten pwm-ruis, oftewel zichtbare dithering van de subpixels. De pixels lijken hierbij als het ware te 'dansen'. Pwm-ruis is ook te zien bij de G30, maar vooral bij de grijspatronen met 15- en 20-procents grijs - dus bij de wat donkerder beelden. Ook bij één- en tweeprocents grijspatronen is het al op te merken. Bij normale content en een afstand tot de tv van meer dan een meter is deze ruis niet meer zichtbaar.
Witbalans en kleurweergave
Na een opwarmtijd van een half uur hebben we de G30 aan de i1 Display Pro-colorimeter van X-Rite gehangen. Met de fabrieksinstellingen blijkt de witbalans dan niet goed te zijn. De kleurtemperatuur bedraagt weliswaar ongeveer 6600K, maar in de grafiek hieronder is te zien dat er veel te veel groen en te weinig rood in het beeld zit. De tv heeft voldoende kalibratiemogelijkheden om dit te corrigeren, maar dat is dus ook wél nodig.

Tussen het 20%- en 80%-grijswaardenpatroon loopt de helderheid redelijk netjes op. Alleen bij erg donker grijs is de gamma te laag, terwijl we bij het 90IRE-patroon juist het tegenovergestelde zien.

Plasma-technologie overtuigt meestal door prettig ogende kleuren die de Rec.709-hdtv-standaard redelijk netjes volgen. Bij de G30 is dit ook het geval; alleen de kleurfout van het cyaan is te groot. Verder zouden de kleurcoördinaten van het geel nauwkeuriger kunnen en wijkt de helderheid van het groen teveel af.
Mogelijk zou aanpassing van de witbalans nog wat aan deze grafieken kunnen verbeteren, maar dat valt buiten het bestek van deze roundup.

Beelduniformiteit
Plasma-tv's hebben meestal een betere lichtverdeling dan lcd-tv's, met name als die een edge-lit led-backlight hebben. Ook hebben plasma's natuurlijk geen last van backlight-bleeding. De metingen aan de G30 bevestigen dit: zowel het wit als het zwart zijn behoorlijk uniform. Alleen aan de bovenkant is het wit merkbaar helderder dan in de rest van het beeld.
Hoewel we de maximale helderheid van de tv hebben afgesteld op ongeveer 120cd/m², is de helderheid van de witte vlakjes bij het schaakbordpatroon lager: bij plasma-tv's neemt de helderheid af naarmate er meer lichte delen in beeld zijn.

De gemiddelde helderheid van de witte vlakken bedraagt 92,4cd/m², terwijl de zwarte vlakjes gemiddelde helderheid van 0,0330cd/m² hebben. Dit betekent dat de contrastverhouding 2800:1 bedraagt en dat is een prima score. Met name Sharp levert overigens lcd's die vergelijkbaar lage zwartwaarden bieden.
De maximale helderheid in de THX-stand bedraagt overigens 194cd/m², gemeten van een klein wit venster in een verder zwart beeld, maar dan verliezen we het detail in de highlights. Om dat terug te krijgen, moet het contrast op stand 40 worden ingesteld. Voor een helderheid van 121cd/m² is zelfs een contrastinstelling van 31 nodig.
Kijkhoeken
We hebben de G30 maar even op een draaiplateau gezet om de tv uit meerdere hoeken te kunnen fotograferen zonder ons een hernia te hoeven tillen. Uit de foto's blijkt dat er ook bij zeer grote kijkhoeken geen kleurverschuiving optreedt, al treedt bij wat grotere hoeken wel een lichte gammaverschuiving op.
:fill(white)/i/1331741281.jpeg?f=thumb)
:fill(white)/i/1331741283.jpeg?f=thumb)
Input lag
Bij een resolutie van 1080p maten we een inputlag van gemiddeld 21,6ms, terwijl de inputlag bij een 720p-signaal uitkomt op gemiddeld 22,1ms. Dat is behoorlijk laag en gamen op de G30 moet dan ook geen problemen opleveren.

HQV
Van het afspelen van de Video Resolution-test van de HQV 2.0-benchmark werden we niet vrolijk. Een 1080i-beeld met een ronddraaiende witte balk liet duidelijke stairstepping zien, met name als die balk bijna horizontaal staat. Ook bij het waaierpatroon was de karteling bij acht van de tien bewegende waaierbladen zichtbaar. Het diagonaalfilter kan dus beduidend beter.
De G30 wist de 2:2- en de 3:2-cadans in het 1080i-signaal van de Film Resolution-test echter zonder problemen te herkennen. Bij de responstijdtest, waarbij om en om een 2:2- en 3:2-signaal gegenereerd wordt, is te zien dat de 3:2-cadans geen problemen geeft, maar dat de 2:2-cadans schokkerig in beeld wordt gebracht.
De tekstoverlay-test geeft soms wat haperingen in de horizontaal scrollende tekst, ten teken dat de tv soms moeite heeft de juiste cadans te selecteren. Met de verticaal scrollende tekst had de G30 minder moeite.
Ruisreductie is nooit de sterkste kant van Panasonic geweest. De P-NR-optie in het beeldmenu heeft wel enig effect, maar de ruis wordt er niet effectief mee bestreden. Ook wordt blokruis als gevolg van videocompressie hier niet mee tegengegaan.
Energieverbruik
Naast de lagere maximale lichtopbrengst hebben plasma-tv's nog een ander nadeel: het energieverbruik. De G30 verbruikt bij onze Avatar-scène 161,1W. Wordt het 4x4-schaakbordpatroon getoond, dan stijgt het verbruik naar 266,7W. Bij een volledig zwart scherm verbruikt de tv slechts 41,6W, maar een helemaal wit beeld zorgt voor een verbruik van maar liefst 346W.
Beeldmodus | Avatar | 4x4 |
THX |
161,1W |
266,7W |
*) Avatar: Title 5, Chapter: 13, 00:49:26
Philips PFL5606: uiterlijk en indruk
Behuizing
De Philips PFL5606 moet het, in tegenstelling tot de 6606-, 7606- en 9706-series met hun geborsteld aluminium bezels, stellen met een rand van zwart plastic. Het misstaat de tv overigens niet. De afwerking is strak, de hoeken zijn mooi afgerond en onderaan zien we de kenmerkende Philips-'kin' met daarop de tiptoetsen. Die uitstulping heeft een andere kleur dan de bezel, wat het uiterlijk een speels tintje geeft.
De 4606-serie heeft nog een ccfl-backlight, maar de 5606 is voorzien van een edge-lit led-backlight. De tv is daardoor lekker dun, maar onze 46"-er is met ongeveer 20 kg wel zwaarder dan verwacht. De Samsung D5000 in deze test is ruim drie kilogram lichter; de G30-plasma is met 28kg wel weer beduidend zwaarder.
Aan de achterkant is duidelijk te zien dat Philips wat extra's aan het geluid heeft uitgegeven: naast de speakers, links- en rechtsonder, is er een kleine subwoofer ingebouwd.
:fill(white)/i/1333921026.jpeg?f=thumb)
Net als de Samsung D5000 is de PFL5606 voorzien van een donkergekleurde, glazen voet, maar bij de Philips-tv is deze niet rechthoekig: de voor- en achterkant zijn gebogen, en de hoeken zijn, net als die van de tv, afgerond.
De voet en het schermgedeelte zijn met elkaar verbonden door een dunne metalen hals, waarop een brede metalen rechthoek is bevestigd. Deze wordt in het schermgedeelte geschoven en met vier schroeven vastgezet. Het geheel is iets steviger dan bij de Samsung-tv.
Aansluitingen
De PFL5606 heeft in drie richtingen aansluitingen. Aan de zijkant vinden we een usb-aansluiting, een koptelefoonaansluiting, een hdmi-poort en een ci+-slot, dat geschikt is voor de netwerken van Ziggo en UPC.

De component-video-ingang, de antenne-aansluiting en twee hdmi-poorten - waarvan een audio return channel ondersteunt - wijzen naar beneden.

Dan blijven er nog vier aansluitingen over die recht naar achteren wijzen. Dat zijn een s/pdif-aansluiting die dit keer niet optisch maar coaxiaal is, een vga-ingang en een bijbehorende analoge audio-ingang, en een heuse scart-connector. Bij de meeste huidige tv's is voor die laatste meestal geen ruimte en wordt een breakoutkabel meegeleverd.

Afstandsbediening
Bij de 2012-modellen van Philips is het pebble-ontwerp toch maar weer vervangen door een conventionele remote met meer knoppen. De 5606 moet het echter nog met het eivormige model doen. Aan de vorm van de knipperaar kunnen we wel wennen; het plastic houdt in ieder geval veel fijner vast dan de aluminium versie die Philips bij de 9706 levert. De knoppen hebben echter geen duidelijke aanslag en de remote moet ook goed op de televisie gericht worden.
De twee geneste d-pad's werken op zich goed, maar we missen een exit-knop om direct uit het menu te gaan. Drie van de vier knoppen eromheen zijn tamelijk zinloos. Zo zou het handig zijn als je met Options of Adjust direct naar bijvoorbeeld de beeldinstellingen zou springen, maar Philips' usability-team heeft daar heel andere gedachten over gehad.

Menu
De navigatie werkt vlot. Bij eerdere tv's wilde de interface nog wel eens vertragen, maar bij de 5606 vlieg je door de menu's. Helaas zijn de indeling en de presentatie niet aangepakt, en dat mag Philips aangerekend worden.
Van de drie tv's presteert de 5606 bovendien het slechtst als het om ondersteunde videocodecs en -containers gaat. Een groot aantal testbestanden kon op de Philips-tv niet afgespeeld worden, terwijl de Samsung- en Panasonic-tv's hier veel minder problemen bij hadden.
:fill(white)/i/1333931914.jpeg?f=thumb)
Philips PFL5606: beeldeigenschappen
Paneel
Philips koopt een groot deel van de panelen voor zijn tv's bij Sharp. De pixelopbouw is conventioneel met drie rgb-subpixels. De macrofoto is niet helemaal scherp en dat komt door de anti-reflectielaag van het paneel, die zijn werk op zich goed doet. Een nadeel van een dergelijke laag is dat het zwart er bij wat meer omgevingslicht wat minder donker uitziet. Gelukkig kunnen Sharp-panelen dat hebben; de zwartwaarden zijn doorgaans uitstekend.
Standaardinstellingen
De Bioscoop-stand die we vanwege de best mogelijke filmweergave uitkozen, heeft een aantal standaardinstellingen die niet ideaal zijn. Zo zijn 'dynamic contrast' en 'dynamic backlight' standaard ingeschakeld, is een uitgebreide kleurruimte geselecteerd en staat de 'scherpte' standaard op 4. Zelfs met de scherpte op 0 is er nog steeds verscherping, wat een ongewenste korreligheid aan het beeld geeft. Wordt de pc-modus geselecteerd, dan verdwijnt deze verscherping, maar dan is het beeld weer wat lichter.
Ook vervelend is dat het beeldformaat in de Bioscoop-stand standaard op 'breedbeeld' staat, terwijl dit voor dvd en blu-ray 'niet geschaald' moet zijn. Anders wordt er iets ingezoomd, waardoor een klein stukje van de randen wegvalt.
:fill(white)/i/1333716792.jpeg?f=thumb)
Voor een verduisterde kamer is een maximale helderheid van ongeveer 120cd/m² gewenst. De Philips 5606-tv heeft standaard een helderheid van maar liefst 271cd/m² - zelfs in een helder verlichte kamer is dat genoeg om hoofdpijn van te krijgen. Ook wordt wit geclipt als het helderder is dan het IRE235-grijspatroon, waardoor zeer heldere delen van het beeld 'uitgebeten' kunnen raken.
Als het contrast van 90 naar 43 wordt teruggezet, is dit probleem verholpen - maar dan loopt de helderheid terug naar 112cd/m². Dit laten we zo, omdat meer contrast weer minder bereik in de highlights geeft. De helderheid verhogen we van 45 naar 52 aan de hand van een pluge-patroon.
Witbalans en kleurweergave
Met onze colorimeter meten we een kleurtemperatuur van 7016K. Dit is een stuk hoger dan de beoogde 6504K van de Rec.709-hdtv-standaard. Tot het IRE40-patroon is er met name te veel blauw in beeld, dat maar moeilijk gecorrigeerd kan worden vanwege het ontbreken van uitgebreide instellingsmogelijkheden. Vanaf het IRE40-patroon zijn de afwijkingen in de rgb-niveaus niet meer zichtbaar.

Met de gamma-instelling op de defaultwaarde van 0 komt de gemiddelde gamma-waarde uit op ongeveer 2,1 en dat is iets te laag. Dit betekent dat de helderheid van zwart naar wit over de gehele linie iets te veel oploopt. Een hogere gamma-instelling kan hiertegen helpen, maar dan is de gamma vanaf IRE20 weer te hoog. Wij hebben de eerste instelling maar aangehouden.

Behalve het geel hebben alle kleuren een zichtbare kleurfout. Bovendien is de deltaL voor de primaire kleuren te hoog, en het is cruciaal dat die laag zijn. Daarnaast zijn groen en geel oververzadigd. Tot slot zien we dat het kleurbereik van het paneel ten opzichte van het ideaal iets naar links is gedraaid. De Philips-tv heeft helaas geen opties om de afzonderlijke kleurfouten aan te pakken.

Beelduniformiteit
De zwartuniformiteit is volgens onze metingen zeer goed. Visueel is er echter wel wat aan te merken op de homogeniteit van de backlight; vooral bovenin beeld zien we bij donkere scènes duidelijk een aantal lichtere vlekken.
De uniformiteit van het wit is minder goed: in het midden is het beeld een stuk lichter dan aan de randen en dat verschil bedraagt tot rond de 15 procent.

Gemiddeld heeft het zwart een helderheid van 0,0271cd/m², terwijl de witte vlakjes een gemiddelde helderheid van 105,6cd/m² hebben. De contrastverhouding is daarmee 3897:1 en dat is dik in orde.
Kijkhoeken
Van de drie geteste tv's presteert de 5606 het slechtst als het om de kijkhoeken gaat. Wat vooral opvalt is hoe snel de kleuren fletser worden bij kijkhoeken groter dan 30 graden. Dat is dan wel een bekend probleem van Sharp-panelen, maar als je veel onder een hoek naar je tv kijkt, wordt het snel vervelend.
:fill(white)/i/1333717190.jpeg?f=thumb)
Input lag
De inputlag is net als bij de twee andere tv's goed; de gemiddelde inputvertraging bedraagt ongeveer 19,5ms voor zowel 720p- als 1080p-signalen. Met alle geteste tv's kunnen dan ook zonder problemen snelle actiegames gespeeld worden.
HQV
Bij het afspelen van de Video Resolution-test van de HQV 2.0-benchmark is bij de draaiende witte balk vlak voor en vlak na de horizontale stand duidelijk karteling te zien. Bij het grijswaaierpatroon is de aliasing zelfs nog beter zichtbaar; de karteling is bij acht van de tien waaierbladen zichtbaar. Vooral rond de horizontale stand is het effect zeer storend.
Bij de Film Resolution-test worden zowel de 2:2- als de 3:2-cadans in het 1080i-signaal zonder problemen herkend. Ook de responstijdtest, waarbij om en om een 2:2- en 3:2-signaal gegenereerd wordt, werd met goed gevolg doorstaan. De overige cadansen leveren helaas problemen op. Een tekstoverlay met een andere framerate dan het originele filmmateriaal wordt zowel bij horizontaal als bij verticaal scrollende tekst weer uitstekend weergegeven.
De ruisreductie is niet afdoende. Zelfs op de maximumstand is de randomruis nog te duidelijk zichtbaar, terwijl compressieruis helemaal niet wordt aangepakt.
Energieverbruik
De Philips-tv kan niet tippen aan het lage energieverbruik van de D5000: bij de Avatar-scène is de Samsung ongeveer 20W zuiniger. De plasma-tv van Panasonic verbruikt echter nog twee tot drie keer zoveel energie als de 5606.
Beeldmodus
| Avatar*
| 4x4
|
Bioscoop |
68,3W |
60,1W |
*) Avatar: Title 5, Chapter: 13, 00:49:26
Specificaties
Merk en Productserie |
Samsung 
|
Panasonic Viera 
|
Philips 
|
Type |
UE46D5000 |
TX-P46G30E |
46PFL5606H |
|
:fill(white)/i/1303805887.jpeg?f=thumbmini) |
:fill(white)/i/1302784414.jpeg?f=thumbmini) |
:fill(white)/i/1307536236.jpeg?f=thumbmini) |
Prijs en waardering |
Prijs |
Onbekend (26 winkels) |
Onbekend (12 winkels) |
Onbekend (18 winkels) |
Eerste prijsvermelding |
donderdag 31 maart 2011 |
vrijdag 15 april 2011 |
donderdag 9 juni 2011 |
Waardering |
4.5 van 5 sterren
|
4.5 van 5 sterren
|
4 van 5 sterren
|
Beeldeigenschappen |
Schermdiagonaal |
46" |
46" |
46" |
HD specificatie |
full hd |
full hd |
full hd |
Beeldtechniek |
Televisietype |
lcd |
plasma |
lcd |
Backlight |
edge-lit led |
nvt |
edge-lit led |
Resolutie |
1920x1080
|
1920x1080 |
1920x1080 |
Beeldinterpolatie |
100Hz CMR |
IFC Pro |
100Hz PMR |
Verbinding |
Tuner type |
analoog, ci+, dvb-c, dvb-t |
analoog, ci+, dvb-c, dvb-t |
ci+, analoog, dvb-c, dvb-t |
Video |
component, composiet, vga, 4x hdmi, rca |
component, composiet, vga, 4x hdmi, scart |
component, composiet, vga, 3x hdmi, scart, rca |
Audio |
optische s/pdif, pc-audio, koptelefoon, rca |
optische s/pdif, rca, koptelefoon |
coaxiale s/pdif, pc-audio, rca, koptelefoon |
Usb 2.0 |
ja, 2x |
ja, 3x |
ja, 1x |
Overig |
wifi voorbereid, dlna, ethernet |
wifi voorbereid, dlna, ethernet |
n.v.t. |
Geluid |
Speakers |
intern stereo |
intern stereo |
intern stereo |
Speaker vermogen (RMS) |
2x10W |
2x10W |
2x10W |
Energie |
Stroomverbruik gemiddeld (max)* |
onbekend (140W) |
150W (285W) |
onbekend (139W) |
Stroomverbruik (stand-by)* |
0,29W |
0,4W |
0,3W |
Afmetingen |
Hoogte |
71cm |
73cm |
74,6cm |
Breedte |
108cm |
112cm |
113cm |
Diepte |
2,75cm |
3,35cm |
8,3cm |
Gewicht |
17,2kg |
28kg |
20,9kg |
Overig |
Televisie Eigenschappen |
epg, game mode, pip, smartphone remote |
iptv, dvr (usb, sd), 24p smooth film/playback, thx, isfcc-modus, epg, game-modus |
24p, epg |
Video-containers |
avi, mkv, asf, mp4, 3ggp, vro, vob, ps, ts |
sd-video, avchd, avi, mkv, asf, mp4, mov, ps, ts, |
onbekend |
Video-codecs |
divx 3.11/4.x/5.0/6.0, xvid, h.264 bp/mp/hp, mpeg4 ap/asp, motion jpeg, wmv v9, mpeg2, mpeg1, vc-1 |
divx 3.11/4.x/5.0/6.0, h.264 bp/mp/hp, mpeg4 ap/asp, wmv v9, mpeg2, mpeg1, vc-1 |
h.264/mpeg4 avc, mpeg1, mpeg2, mpeg4 |
Audio-ondersteuning |
ac3, aac, he-aac, mp3, lpcm, adpcm,wma, dolby digital plus, dolby pulse, srs theatersound hd, dts 2.0+digital out |
aac, he-aac, mp3, dolby digital, dolby digital plus, dtscore, mpeg, lpcm, wma |
mp3, ac3 |
Introductiejaar |
2011 |
2011 |
2011 |
*) opgegeven door de fabrikant
Conclusie: twee aanraders
Geen van de drie tv's is perfect. Dat blijkt niet alleen uit de metingen, maar ook als we de tv's naast elkaar opstellen en ze via een hdmi-splitter hetzelfde signaal voeren. Zo verbruikt de G30 nogal veel energie, wat bovendien twee ventilatoren noodzakelijk maakt, en zou de stevigheid van de D5000 en de 5606 beter kunnen.
Ook bij de beeldkwaliteit, die wat ons betreft het zwaarste weegt, heeft elke tv plussen en minnen. Zo heeft de Philips-tv de beste witbalans; de D5000 heeft een wat rode gloed terwijl de Panasonic juist wat groen oogt en bovendien, van dichtbij, pwm-ruis in de schaduwpartijen laat zien.
De Philips-tv heeft verder behoorlijk last van backlight bleeding en het contrast- en kleurverlies onder een wat grotere hoek is ronduit schrikbarend. Ook heeft de 5606 de grootste kleurafwijkingen, die bovendien niet goed verholpen kunnen worden. Als we dan ook nog naar de tegenvallende mediaondersteuning kijken, kunnen we de Philips-tv eigenlijk niet anders dan tot verliezer van deze test bestempelen.
Wat ons betreft levert de Samsung D5000 het mooiste beeld op, met goed contrast en aantrekkelijke kleuren. Als er echter weinig omgevingslicht is, komen de sterke kanten van de G30-plasma meteen naar voren: vooral onder een hoek is de zwartweergave van de Panasonic veel beter dan die van de D5000, die al snel een soort zilverachtige gloed krijgt. Bovendien heeft ook de Samsung - uiteraard - last van doorsijpelend licht van de backlight. De G30 heeft bovendien beduidend beter detail in schaduwpartijen.
Een ander punt in het voordeel van de Panasonic is de uitgebreidere featureset. Zo heeft deze toegang tot internetapplicaties via Viera Connect en kan een externe harde schijf worden aangesloten om programma's op te nemen. Voor deze features moet bij Samsung en Philips naar een duurder model worden uitgeweken. Uiteraard staan daar de traditionele nadelen van plasma, zoals een hogere elektriciteitsrekening, tegenover.