De Panasonic DMC-TZ10, de Sony Cybershot HX5V en de Canon Powershot SX210 zijn alle drie degelijke compactcamera’s. Ze hebben niet te veel last van vertekening en produceren natuurgetrouwe, scherpe foto’s.
Weliswaar hebben de camera’s alledrie moeite met de hoogste iso-waarden, maar de Sony scoort op dat gebied punten dankzij de hdr-functies. Tel daar de panoramamodus bij op, en je hebt de ideale camera voor op vakantie.
De Panasonic DMC-TZ10 is met name interessant door de interne gps. Dat is een leuke en nuttige toevoeging. Bovendien biedt dit toestel meer fotografische vrijheid dan de andere twee modellen door de aanwezigheid van een A- en S-stand, waarmee je een diafragma- of sluitertijdvoorkeuze kunt instellen.
Canon mikt duidelijk vooral op het fraaie uiterlijk. De strakke, ronde behuizing is weliswaar mooi, maar de plaatsing van de flitser is toch wat onhandig. Het 16:9-beeldscherm is helder, maar wie de voorkeur aan 4:3-foto's geeft, ziet zwarte balken. Voor de filmende fotograaf is deze camera wel een goede keus, mede door het montagevriendelijke opslagformaat en de hdmi-uitgang. De scèneselectiemogelijkheden zijn talrijk.
In negatieve zin vallen de flitsers van zowel de Canon Powershot SX210 als de DMC-TZ10 op. Beide toestellen hebben last van schaduwvorming. De Sony HX5V heeft hier praktisch geen last van.
Welke van de drie toestellen je moet kiezen hangt zoals altijd sterk af van je eigen behoefte. Fotografeer je vooral met de camera-presets of hecht je aan een zo goed mogelijke beeldkwaliteit, dan is de Sony HX5V waarschijnlijk de beste keus. Een gevorderde fotograaf zal eerder voor de veelzijdigheid van de Panasonic kiezen. De Canon, ten slotte, is niet slecht, maar in dit gezelschap is het toch vooral een geschikt toestel voor wie met zijn camera wil wórden gezien.