Inleiding
De GS1000 is Zalmans visie op een compromisloze fulltower-behuizing. De kast onderscheidt zich onder andere van de concurrentie met tien drivebays, waarvan drie 3½"-exemplaren over hotswap-functionaliteit beschikken, en ruimte voor een extended-atx-moederbord en een vijftal ventilators. Voor het inbouwen van de onderdelen is de schroevendraaier bijna helemaal overbodig. De kast lijkt met zulke features geschikt voor zelfs de meest veeleisende hardwareliefhebber. Tweakers.net controleerde of de GS1000 de vele beloften waarmaakt: er werd gekeken naar de bouwkwaliteit, het gebruiksgemak en de koelprestaties.

Specificaties en prijzen
Zalman GS1000 | |
Type |
fulltower |
Kleur |
zwart |
Afmetingen |
220x560x580mm
|
Gewicht |
12kg |
Voeding |
atx (voeding is niet meegeleverd) |
Koeling |
2x 120mm-fan
|
5¼"-drivebays |
4x extern
|
3½"-drivebays |
6x extern quickrelease, waarvan 3x hotswappable
|
Moederbordcompabiliteit |
e-atx, atx, micro-atx |
I/O-panel voorzijde |
2x usb, 1x firewire, 1x audio |

Exterieur
Nog voordat we de doos openmaken, weten we al dat de GS1000 geen lichte behuizing is. De zijpanelen zijn van aluminium gemaakt, maar de rest is opgetrokken uit staal. Het matzwarte, geborstelde aluminium geeft de redelijk opvallende kast een wat ingetogener uiterlijk. De omlijstingen en de bovenkant zijn van glanzend zwart plastic. De kast heeft een behoorlijk robuuste uitstraling, en ziet er, ondanks het ontbreken van een deurtje, nog steeds vrij strak uit. De hdd-bays zijn weggewerkt achter twee kleppen, die dankzij een gasveertje soepel openzoeven. De usb-, firewire- en audio-poorten aan de bovenkant gaan schuil achter een eenvoudig plastic klepje. Alleen de blauw verlichte startknop prijkt fier op de voorkant van de behuizing.

Op de bovenkant is een soort deksel gemonteerd dat het geperforeerde staal van twee fan-blowholes bedekt. Dit deksel kan geheel verwijderd worden, waardoor het mogelijk is om een radiator ten behoeve van een waterkoelingssysteem te plaatsen. Ook heeft Zalman aan de achterkant van de kast twee met rubber beklede gaten voor de waterslangen gemaakt. Verder valt het op dat de voeding in het onderste deel van de kast geplaatst moet worden, in plaats van bovenin.

Er worden twee voetsteunen bij de behuizing meegeleverd, die voor voldoende ruimte tussen de vloer en de kast moeten zorgen. Het overgrote deel van koude lucht moet namelijk via de onderkant worden aangezogen, omdat er aan de voorkant slechts een paar kleine ventilatiegaten te vinden zijn.
De bouwkwaliteit van de kast is uitstekend. De zijpanelen sluiten goed aan, de gasgeveerde klepjes aan de voorkant zijn erg solide en de gehele kast wekt de indruk erg stevig te zijn. Het gebruik van plastic kan als minpunt gezien worden, maar doet niet af aan de kwaliteit.
Interieur
Het verwijderen van de zijpanelen onthult een zee van ruimte. De kast is groot genoeg voor een moederbord van het extended-atx-formaat. Erg veel komen de e-atx planken niet voor, maar de extra ruimte maakt het plaatsen van een normaal atx-moederbord ook eenvoudiger. Onder het moederbord is er plek voor zelfs de grootste atx-voeding.

De behuizing huisvest een tiental extern bereikbare drivebays. Bovenin zitten vier 5¼"-bays, waarvan er naar keus een of twee tot 3½"-bays omgebouwd kunnen worden. Daaronder zijn nog eens zes 3½"-drivebays geplaatst, waarvan de onderste drie worden aangesloten op een pcb die hotswap-functionaliteit biedt. Schijven die in deze bays worden geschoven, maken contact met het pcb, dat op zijn beurt weer via molex- en sata-pluggen aan respectievelijk de voeding en het moederbord wordt verbonden. De bovenste drie hdd-bays zijn wel voorzien van een quick-releasesysteem, maar missen de hotswap-elektronica. Als de sata- en stroomkabels lang genoeg zijn, kunnen harde schijven er wel vrij eenvoudig worden uitgehaald, zonder de zijkant te hoeven openen. Voor montage van de 5¼"-drives moeten de zijkanten wel worden geopend: die worden met schroeven vastgezet.

De kabels waarmee de i/o-poorten op de bovenkant van de kast op het moederbord worden aangesloten, zijn meer dan lang genoeg. De kabel voor de aan/uit-knop heeft zowel een tweepins- als een driepins-header, zodat de meeste moederborden simpel kunnen worden aangesloten. De gaten om de kabels achter het moederbord langs te leiden, zijn met een plastic rand afgewerkt, zodat de bedrading niet beschadigd raakt.
Alleen de plaat waarmee de voeding aan de achterkant wordt vastgezet bleek nog scherpe randen te hebben. Het metaal was zelfs enigszins beschadigd: bij het fotograferen ontdekten we een nare metalen splinter. Op dit smetje na is de kast prima afgewerkt: alles ziet er degelijk uit en voelt stevig aan.
Inbouwgemak en prestaties
Veel fabrikanten beloven dat er geen gereedschap nodig is om onderdelen te installeren, maar dat is in de praktijk niet altijd even eenvoudig. In de GS1000 is er een schroevendraaier nodig om het moederbord, de voeding en de uitbreidingskaarten vast te schroeven. Het verwijderen van de zijpanelen en het plaatsen van 5¼"-schijven gebeurt met geveerde duimschroeven. Het plaatsen van harde schijven in de 3½"-bays is nog eenvoudiger: tray losklikken, harde schijf erin schuiven, en weer vastklikken. Vergeleken met bijvoorbeeld een P182 is dit een hele verbetering.

De moederbordtray bevat een aantal gaten, zodat de bekabeling achter het moederbord langs geleid kan worden. Er is achter het moederbord zelfs genoeg ruimte om de dikke 24-aderige voedingskabel netjes weg te werken. Jammer genoeg zijn er geen bevestigingspunten waar tie-wraps doorheen gehaald kunnen worden. Een e-atx moederbord zal de meeste gaten overigens bedekken, waardoor het wegwerken van kabels lastiger wordt.
Een stille pc en een koele pc zijn eigenlijk als water en vuur. Meer koelvermogen betekent vaak ook meer lawaai, en minder lawaai levert meestal meer een hogere temperatuur op. Zalman heeft bij de GS1000 overduidelijk voor koelvermogen gekozen: de kast is uitgerust met twee 120mm-ventilatoren die een vaste rotatiesnelheid van 1800 toeren per minuut hebben. De ventilatoren verplaatsen op deze manier een hoop lucht, maar zorgen ook voor veel lawaai. Verder zijn de fans niet voorzien van rubberen ringen, waardoor vibraties aan de behuizing worden doorgegeven.
Zalman GS1000 - Geluidsproductie (dBA) |
Omgeving |
  40,2 |
Zalman GS1000 idle |
  52,2 |
Zalman GS1000 load |
  52,2 |
Zoals al uit de vaste rotatiesnelheid van de fans valt op te maken, maakt het niet of de computer belast wordt of niet. De ventilators van de cpu en de gpu, die toch wel degelijk harder draaiden tijdens de load-test, worden volledig door de casefans overstemd.
Beide ventilatoren zijn zogenaamde exhaust-fans, die de lucht naar buiten blazen. Intake-fans zijn er niet, maar de twee fans creëren onderdruk in de kast, waardoor er zowel aan de voor- als aan de onderkant automatisch koude lucht wordt aangezogen. Aan de voorkant zijn er slechts een paar ventilatiegaten bij de bovenste drie hdd-bays te vinden. De onderste drie bays zijn bovendien volledig afgesloten door het hotswap-pcb aan de achterkant, waardoor ze amper gekoeld worden. Het leeuwendeel van de koude lucht moet dus via de onderkant worden aangevoerd. Op zich is dat geen probleem, ware het niet dat er geen stoffilters aanwezig zijn. Als de behuizing op de grond staat, zal er gegarandeerd een hoop stof naar binnen worden gezogen.

Conclusie
De Zalman GS1000 is niet de eerste de beste behuizing. Ten eerste is de kast behoorlijk groot en zwaar: het is geen ideale kast om vaak te verplaatsen. In de huiskamer zal de kast ook behoorlijk opvallen, maar de GS1000 is dan ook niet bedoeld voor htpc's of huis-, tuin- en keuken-computers. De behuizing is duidelijk gemaakt voor hobbyisten die weten wat ze willen, en die veel ruimte voor hun hardware nodig hebben.
De GS1000 kost op het moment van schrijven minimaal 122 euro, waarmee de kast niet bepaald goedkoop is. De grote vraag is dan ook of de GS1000 waar voor zijn geld biedt. De bouwkwaliteit is goed en er is meer dan genoeg ruimte, maar er zijn genoeg goedkopere fulltowers waarvan hetzelfde gezegd kan worden. Het inbouwgemak is een groot pluspunt, harde schijven en dvd-spelers zijn in een handomdraai te installeren of te verwijderen en de goed afgewerkte randen maken het bij de hand houden van een verbandtrommel overbodig. Het belangrijkste pluspunt lijkt de hotswap-functionaliteit, waar maar weinig kasten over beschikken.
De kast koelt goed, maar dat gaat wel gepaard met een hoop herrie. Bovendien zal een willekeurige andere kast met dezelfde ventilatoren hoogstwaarchijnlijk dezelfde goede koelprestaties neerzetten. Voor een kast in deze prijsklasse zouden regelbare ventilatoren en stoffilters bovendien niet mogen ontbreken. Zelfs een Antec 300 van rond de vijftig euro heeft ventilatoren met drie standen en gaas dat een hoop stof tegenhoudt. Het hotswap-systeem kan handig zijn om harddisks als archiefmedium te gebruiken, maar voor wie deze functionaliteit niet nodig heeft, is de overigens prima kast eigenlijk te duur.