Gamen doen we allemaal het liefst met bloedsnelle hardware. In een ideale wereld toveren processors en videokaarten een oneindig aantal beelden per seconde op je scherm. De werkelijkheid is vaak anders. In dit artikel bekijken we de gamingprestaties bij gebruik van verschillende cpu's in combinatie met videokaarten van Intel, Nvidia en AMD.
We schrijven vaak dat de videokaart het belangrijkste onderdeel van een game-pc is. Tegelijkertijd is je videokaart zo snel als je processor. Dat zit zo: je cpu verwerkt de berekeningen die nodig zijn om een spel te draaien. Ondertussen worden door de processor ook instructies voorbereid die de videokaart moet uitvoeren om het volgende beeld klaar te maken. De cpu zegt wàt er moet gebeuren, de gpu bouwt vervolgens dat beeld met alle bijbehorende elementen en gewenste effecten op. Het verschilt per fabrikant hoe deze instructies worden verwerkt en hoe het te verrichten grafische werk wordt verdeeld over de rekenkernen van de gpu.
Regelmatig doen we vergelijkingstests om een overzicht te geven van de prestaties van alle beschikbare gpu's, zoals ook in onze Videokaart Best Buy Guide. In dergelijke tests gebruiken we ons vaste gpu-testplatform, dat uit zeer snelle hardware bestaat om ook met de snelste videokaarten maximale prestaties te kunnen behalen.
Gamen op een tragere processor is uiteraard niet ideaal, maar om verschillende redenen is het soms gewoon niet mogelijk om de cpu te upgraden, niet in de laatste plaats omdat er vaak veel meer bij komt kijken dan alleen de processor. Het mooie van een pc is dat je upgrades gefaseerd kunt uitvoeren, en specifiek voor gaming is de videokaart een belangrijk en relatief makkelijk te vervangen onderdeel.
Nvidia GeForce, AMD Radeon en Intel Arc
De keuze om voor dit artikel met de GeForce RTX 3070, Intel Arc A770 en Radeon RX 6700 XT te testen, is niet uit de lucht gegrepen. Deze drie videokaarten bevinden zich grofweg in hetzelfde segment, wat onderling vergelijken makkelijker maakt. Bovendien zijn dit wat ons betreft wat zinnigere opties om een ouder systeem van meer grafische pit te voorzien, dan een nog snellere videokaart die vaak onevenredig veel kost ten opzichte van de overige hardware.
Bij deze drie videokaarten hangt het sterk van de benchmark af hoe ze ten opzichte van elkaar presteren. Als we de synthetische test Time Spy van 3DMark aanhouden, dan zou de Arc A770 tussen de RTX 3070 en RX 6700 XT uit moeten komen. Uit onze eigen prestatiescore, een gewogen gemiddelde van tien geteste games, blijkt dat de A770 duidelijk langzamer is dan de RX 6700 XT, die op zijn beurt weer iets langzamer is dan de RTX 3070. De drie kaarten verbruiken onder belasting wel evenveel energie.
Hoe staan de verhoudingen ervoor als we in plaats van ons supersnelle standaardtestsysteem juist langzamere processors gebruiken? Dat bekijken we in dit artikel.