Mozilla heeft via zijn Science Lab softwarecode van diverse wetenschappelijke publicaties onderzocht op kwaliteit. Daarbij hanteert Mozilla testprocedures die het ook inzet om zijn eigen code te controleren op fouten.
Wetenschappers gebruiken steeds vaker zelfgeschreven softwarecode in hun onderzoeken. Dit kan voor de nodige problemen zorgen omdat zij vaak geen weet hebben van de best practices voor het schrijven van kwalitatieve code. Niet alleen kan er fraude optreden omdat wetenschappers de broncode niet aan hun publicaties toevoegen, ook is de kans aanzienlijk dat testresultaten niet kloppen door fouten in de code.
Het Mozilla Science Lab, dat onlangs is opgericht, wil wetenschappers helpen om deze fouten in de toekomst te voorkomen, zo schrijft Nature. Daarvoor wil Mozilla dezelfde uitvoerige testprocedures inzetten die het voor zijn eigen code, bijvoorbeeld voor die van Firefox, inzet. Tijdens een eerste proef, waarbij werd samengewerkt met het wetenschappelijk tijdschrift PLoS Computational Biology, onderzocht Mozilla negen papers waarin code is gepubliceerd. De betreffende code is in diverse programmeertalen geschreven, waaronder Perl en Python.
Mozilla zou de uitkomsten met de opstellers van de papers hebben gedeeld. De uitslagen zouden geen directe impact hebben op de betreffende onderzoeken. Wel kunnen de auteurs ervoor kiezen om de conclusies van Mozilla's controle te publiceren. Daarnaast wordt verwacht dat Mozilla binnenkort een algemeen verslag over het testen van de code zal uitbrengen.
Onduidelijk is nog of wetenschappelijke publicaties in de toekomst tijdens de peer reviewing-fase ook zelf de kwaliteit van code gaan controleren, al dan niet met behulp van Mozilla's mechanismes. Hiervoor zouden extra kosten gemaakt moeten worden. Desondanks vragen sommige wetenschappers zich af of de extra controles op hun code juist het effect kunnen hebben dat er juist minder code bij onderzoeken gepubliceerd zal gaan worden.