Volgens een Japanse patentaanvraag ontwikkelt Olympus sensortechnologie om de scherpstelling via contrastdetectie te versnellen. Olympus zou voor de nieuwe technologie microlenzen met verschillende hoogtes willen gebruiken.
Voor automatisch scherpstellen maken camerafabrikanten bij hun camera's gebruik van contrastdetectie, fasedetectie of, sinds kort, een combinatie van beide. Contrastdetectie is doorgaans nauwkeuriger dan fasedetectie, maar in de meeste gevallen trager doordat de camera meer dan eens moet meten om het maximale contrast te bereiken, ten teken dat focus is bereikt.
Olympus wil nu contrastdetectie-af versnellen door de pixels van de sensor te voorzien van microlenzen met verschillende hoogtes, zo is te lezen bij Egami, een techblog over camerapatenten. Over elke sensorpixel, bestaande uit een rode, twee groene en een blauwe subpixel, zit een microlensgroep met een zekere hoogte boven het kleurenfilter en de fotodiode.
De microlenzen kunnen drie hoogtes hebben en de pixels met de verschillende microlenshoogtes zijn regelmatig gerangschikt, met in een diagonaalrichting dezelfde hoogte. De radius van de microlenzen is toegesneden op de hoogte ervan, waardoor er volgens Olympus geen lichtverlies optreedt.
Het voordeel van deze constructie is dat in een meting drie verschillende contrastwaardes uitgelezen kunnen worden, waardoor de richting en een indicatie voor de uitslag van de focuselementen in de lens bepaald kunnen worden. Bij conventionele contrastdetectie-af zijn hiervoor minstens twee metingen nodig. Volgens Olympus heeft de methode als voordeel dat er geen pixels op de sensor opgeofferd moeten worden voor fasedetectie en dat de scherpstelling nauwkeuriger is.