Asus heeft op de Cebit de N63 en de N73 gepresenteerd. De opvolgers van de populaire N61- en N71-multimedianotebooks hebben een vernieuwd uiterlijk, Nvidia-graphics in plaats van Radeon-gpu's en audio van Bang & Olufsen.
Hoewel de N61 en de N71 pas in januari zijn uitgebracht en - mede door hun populariteit - nog altijd slecht verkrijgbaar zijn, heeft Asus op de Cebit de opvolgers al aangekondigd. De hardwarefabrikant zal in april de N63 en N73 uitbrengen, die respectievelijk over een 15,6"- en 17,3"-scherm beschikken. Volgens Asus krijgen de N63 en de N73 prijzen die vergelijkbaar zijn met die van hun voorgangers.
De twee worden, net als de N61 en de N71, uitgerust met Core i3- en i5-cpu's. De schermresolutie bedraagt 1366x768 pixels, maar beide nieuwelingen kunnen ook met een 1080p-scherm worden geleverd. De AMD Radeon Mobility HD 5730 is vervangen door de Nvidia GeForce GT335M. In tegenstelling tot de N63 heeft de N73 multimedia-bedieningsknoppen aan de zijkant van het keyboard. Beide notebooks kunnen van een blu-raydrive en maximaal 8GB ddr3-geheugen worden voorzien.
Het grootste verschil met de huidige generatie is wel dat de Altec Lansing-speakers zijn vervangen door een relatief brede strook boven het toetsenbord waarin Bang & Olufsen-speakers verwerkt zijn. De Icepower-technologie van Bang & Olufsen is ook verwerkt in de NX90, Asus' high-end multimedianotebook. Deze werd in januari op de CES gedemonstreerd en krijgt in Nederland een adviesprijs van ongeveer 2000 euro.