Het Europese plan om invoerrechten op high-end smartphones te heffen zal de toestellen in Nederland niet duurder, maar vermoedelijk juist goedkoper maken. Dat zegt een woordvoerder van de Europese Commissie tegenover Tweakers.net.
De Europese Commissie wil dat fabrikanten invoerrechten gaan betalen voor mobiele telefoons met tv- of gps-functies. "Fabrikanten van televisies en gps-apparaten betalen nu ook al invoerrechten", zegt woordvoerster Maria Assimakopoulou van de Europese Commissie. "Over mobiele telefoons die tv kunnen ontvangen of kunnen navigeren, zouden dus ook invoerrechten moeten worden betaald, dat is alleen maar eerlijk." Het plan is bij de lobbygroep Eicta, die onder meer telefoonproducenten vertegenwoordigt, echter in het verkeerde keelgat geschoten. De Eicta verwacht dat een Europese heffing prijsverhogingen tot gevolg zal hebben, waardoor er minder smartphones zullen worden verkocht.
De lidstaten van de Europese Unie mochten tot nog toe zelf de hoogte van de invoerrechten bepalen. In Nederland en Duitsland moeten bijvoorbeeld voor smartphones met gps en dvb-h al forse invoerrechten worden betaald. De Europese Commissie wil nu dat alle landen dezelfde invoerrechten gaan heffen, want anders is het goedkoper om een smartphone via bijvoorbeeld Letland of Griekenland te importeren. "En dat is niet de bedoeling."
De kans is echter groot dat de heffingen in Nederland worden verlaagd, vertelt Assimakopoulou: "De lidstaten moeten samen tot een compromis komen. Dat houdt in dat er wel invoerrechten zullen worden geheven, maar de kans is groot dat die minder hoog zijn dan die nu in Nederland gelden." Het is nog onduidelijk of de verlaging vervolgens in de winkelprijzen wordt doorberekend, maar in de huidige competitieve markt lijkt dat aannemelijk.
Het compromis om tot een stelsel van invoerrechten voor telefoons met verschillende functies te komen, wat in officieel EU-jargon het 'reclassificeren als multifunctionele apparaten' wordt genoemd, kan echter nog wel even duren. "Ik denk dat het nog wel een jaar duurt voordat een compromis over dit onderwerp is bereikt", aldus Assimakopoulou.