Door algen genetisch te manipuleren, hopen wetenschappers de organismen zover te krijgen dat ze chipstructuren kunnen bouwen. Zogeheten kiezelwieren hebben een celwand van siliciumoxide, wat bij chipproductie goed van pas zou komen.
Wetenschappers hebben het genoom van een eencellige algensoort ontrafeld. Bijzonder aan de kiezelwieren of de diatomeeën, zoals het plankton ook genoemd wordt, is dat ze een exoskeletje van siliciumdioxide hebben. De vorm van deze skeletjes wordt bepaald door een groep van vijfenzeventig genen. Door de genexpressie van die regulerende genen te manipuleren, hopen de onderzoekers de algen zover te krijgen dat ze geïntegreerde circuits produceren. De onderzoekers hebben inmiddels dertig genen geïdentificeerd die beïnvloed kunnen worden door de algen in omgevingen met een siliciumzuur te laten groeien. Dit zuur wordt door de algen omgezet in siliciumdioxide, dat wordt afgezet op de celwand in patronen die afhankelijk zijn van de genexpressie.
Aangezien de patronen op de exoskeletten microscopisch klein zijn, denken de onderzoekers dat de kiezelwieren als alternatief voor fotolithografische technieken gebruikt kunnen worden. Door gebruik te maken van verschillende soorten diatomeeën, die door selectief genen te activeren 'geprogrammeerd' kunnen worden, zouden op bestelling bepaalde patronen geproduceerd kunnen worden. Het bouwen van chipstructuren door middel van het identificeren en aansturen van de genomen van diatomeeën zal overigens nog zeker enkele jaren in beslag nemen.
