De Amerikaanse televisiemaatschappij DirecTV heeft een professionele e-sports-competitie opgezet. Kijken naar de uitzendingen van de 'Championship Gaming Series' is leuker dan zelf spelen, denken de makers.
De Championship Gaming Series is gemodelleerd naar het voorbeeld van andere Amerikaanse sportbonden. In de Verenigde Staten zijn momenteel zes teams actief, die luisteren naar namen als Carolina Core, New York 3D en Los Angeles Complexity. Elke ploeg beschikt over een vijfpersoons Counter-Strike:Source-team, twee Project Gotham Racing 3-spelers, een Fifa 07-specialist en twee Dead or Alive 4-spelers. Alle deelnemers, en de manager die elk team heeft, verdienen rond de dertigduizend dollar per jaar, en daar komt, afhankelijk van de prestaties, nog het nodige prijzengeld bij. Daarvoor moeten ze tweemaal per week vol aan de bak: de games worden tijdens een twee uur durende show door diverse in-game-camera's in beeld gebracht, en een paar honderd man publiek zorgt voor de nodige aanmoedigingen. Alle wedstrijden worden door DirecTV uitgezonden.
De shows brengen nog weinig geld op, maar het project heeft de onverdeelde aandacht van adverteerders: de doelgroep is de notoir lastig te bereiken groep van 18- tot 24-jarigen. De CGS onderscheidt zich van andere toernooien door de regelmaat van de wedstrijden, herkenbaarheid van de spelers en een flinke dosis glitter en glamour. Voor bestaande e-sportstoernooien, zoals die van de Cyberathlete Professional League, bestaat een sterk wisselend deelnemersveld, terwijl de CGS-kopstukken wekelijks meerdere malen op televisie te bewonderen zijn. De vorming van teams maakt het bovendien makkelijker voor de kijker om zich met deze of gene te identificeren, en een selectie van het materiaal zal zelfs op de belangrijke tv-zender CBS worden uitgezonden. Overigens zijn er ook elders in de wereld teams opgericht, die later dit jaar in een wereldkampioenschap met de Amerikanen mogen knokken. Vanaf volgend jaar moeten er in Europa, Azië en Zuid-Amerika vergelijkbare competities worden gehouden.
Of dat genoeg voor een kassucces is, wordt her en der toch betwijfeld. 'Het heeft potentie, maar je zal wel een kijksport van videogames moeten maken', aldus Steve Lipscomb, oprichter van de World Poker Tour. Lipscomb slaagde erin om, door pokerspelers met camera's onder de speeltafel in de kaarten te laten kijken, van poker een televisiesport te maken. Volgens hem zijn de problemen bij videogames groter: 'Mensen moeten een controller neerleggen en een afstandsbediening oppakken. Dat is een grote stap.' De markt voor videogames is echter te groot om de gok niet te wagen: vorig jaar werd er voor 7,4 miljard dollar in computerspellen omgezet.
