Technologie-freaks struinen in toenemende mate beurzen en internet af in de hoop oude computers op de kop te tikken. Het gevolg is dat de waarde van retrosystemen stijgt en musea moeite hebben om hun computercollecties aan te vullen.
Vooral in de laatste anderhalf jaar zouden de prijzen aanzienlijk zijn gestegen. 'Het lijkt alsof de retrocomputer het nieuwe verzamelobject is voor mensen met geld. In het verleden, was het alleen voor nerds en hobbyisten', aldus Sellam Ismail, zelf fervent verzamelaar. Ismael beschikt over een loods nabij Silicon Valley van meer dan vierhonderd vierkante meter, volgestouwd met oude computers, printers en onderdelen. Zijn grootste bezit: een Apple Lisa uit 1983 die tegenwoordig voor 10.000 dollar van de hand gaat. De verzamelaar schat de waarde op een half miljoen dollar, maar benadrukt dat de echte waarde op historisch vlak ligt.
Bruce Damer, een andere verzamelaar, bewaart zijn collectie in een boerenschuur en heeft zijn privémuseum dan ook toepasselijk Digibarn gedoopt. Zijn collectie bevat onder meer een Cray-1 supercomputer en een Xerox Alto, de eerste computer met een grafische interface. 'Mijn fascinatie met deze objecten is dat ze levende geschiedenis zijn, vooral als ze het nog doen, en dat ze belangrijke innovaties zijn die meer dan wat dan ook in de eenentwintigste eeuw onze levens hebben bepaald', zo verantwoordt Damer zijn verzamelwoede. Hij voegt daaraan toe dat de oude systemen ook wegen belichamen die niet bewandeld zijn, erop wijzend dat de ontwerpen en grafische interfaces van vroegere computersystemen in sommige opzichten beter waren dan die van nu maar het simpelweg niet gehaald hebben. De keerzijde van de hobby van Damer en andere liefhebbers is dat het voor musea lastiger wordt modellen aan te schaffen. 'Het is moeilijk', beaamt John Toole van het Computer History Museum in Californië, 'nu de oude modellen steeds waardevoller worden.'
