Supercomputerbedrijf Cray heeft in zijn voorlopige cijfers voor het jaar 2005 opnieuw verlies genoteerd. In totaal had het bedrijf een omzet van 201 miljoen dollar en een verlies van 64 miljoen dollar. Men verwacht echter dat het dit jaar beter zal gaan: met name in de tweede helft van 2006 zou de omzet flink moeten stijgen, zo luidt de voorzichtige belofte. Op langere termijn (2008) wil men de bedrijfsresultaten verbeteren door over te stappen op een nieuwe architectuur die de vier huidige lijnen combineert. Het zogenaamde 'Cascade'-project moet XT3 (Opteron), X1E (vector), MTA (multithreaded architecture) en XD1 (FPGA) samen gaan smelten in één 'adaptive supercomputer'. Het idee is om een enkel systeem te ontwerpen met standaard I/O- en netwerkhardware, waar vervolgens allerlei verschillende soorten blades ingeprikt kunnen worden. Tevens is het de bedoeling dat alles op één Linux-versie komt te draaien.
In een later stadium (2010) wil men het besturingssysteem slim genoeg maken om zelf te bepalen op welk type processor een bepaalde taak het beste uitgevoerd kan worden. Klanten zouden dan niet meer verward worden door de diversiteit van het huidige productaanbod, wat de verkoop ten goede zou moeten komen. Het plan is technisch gezien behoorlijk ambitieus, en zelfs Cray acht de kans groot dat het niet helemaal zal lukken zonder 200 miljoen dollar subsidie van de Amerikaanse overheid. Deze is al sinds 2002 op zoek naar een krachtige nieuwe generatie supercomputers, en heeft dat bedrag uitgeloofd aan de beste kandidaat om ze te gaan bouwen. Naast Cray zijn echter ook IBM en Sun nog in de race, waarbij vooral IBM al een hoop overtuigende resultaten heeft neergezet.
