Negentig Australische bedrijven hebben recent een brief gekregen van Linux Australia met het verzoek tot betaling van licentiegelden van minstens 300 en maximaal 5000 Australische dollar in verband met het gebruik van de handelsnaam Linux. Iets meer dan een jaar geleden schreven wij dat het Linux Mark Institute (LMI) toestemming had gegeven aan Linux Australia om in Australië de handelsnaam Linux te beschermen. Deze handelsnaam wordt wereldwijd beschermd door het LMI, maar die bescherming geldt niet in Australië zolang een bedrijf alleen zaken doet binnen dat land zelf. Het gebruik van de naam Linux is geen enkel probleem voor bedrijven met legitieme doeleinden. Wanneer er misbruik gemaakt wordt van de naam, zoals het geval was bij de Australische bedrijven, komen de beschermers van de handelsnaam in actie om de kwaliteit van Linux-software te beschermen. Benadrukt wordt dat deze acties niet bedoeld zijn om bedrijven met goede bedoelingen tegen te werken.
Critici van deze actie menen dat Linux-voorman Linus Torvalds winst wil maken over de ruggen van andere Linux-ontwikkelaars heen. Anderen vinden dat Torvalds hypocriet is door te zeggen dat softwarepatenten geen goede zaak zijn en vervolgens wel op deze manier een handelsmerk te beschermen. Torvalds heeft echter aangegeven dat het Linux Mark Institute tot op heden vrijwel alleen verlies heeft gemaakt en dat er van excessief winst maken dus geen sprake is. Verder geldt dat een handelsnaam beschermd moet worden om te voorkomen dat de 'really bad guys' ermee aan de haal gaan en de goede naam van Linux beschadigd wordt. Daarnaast is het zo dat via patenten de concurrentie 'verboden' kan worden bepaalde software te schrijven, terwijl dit in het geval van het beschermen van de handelsnaam niet het geval is, aldus Linux Australia-voorzitter Jonathan Oxer: software mag ontwikkeld en uitgegeven worden, alleen niet onder die specifieke naam.