Het Amerikaanse Witte Huis heeft federale overheden in de Verenigde Staten opgedragen om te stoppen met het specificeren van een leverancier bij het plaatsen van bestellingen. Dat deze maatregel is genomen is een gevolg van klachten die AMD heeft ingediend bij verschillende overheden, verspreid over de wereld. Veel overheden, waaronder Nederland, noemen bij het doen van een bestelling voor kantoorbenodigdheden, maar dus ook computersystemen, een specifiek merk wat moet worden geleverd. Bij computersystemen wordt vaak gevraagd naar Intel-processoren.
Volgens AMD is het hierdoor niet onwaarschijnlijk dat de overheden niet de beste prijs/kwaliteit-verhouding krijgen en dat er dus onnodig dure producten worden gekocht met belastinggeld. Daarnaast benadeelt deze handelswijze kleinere bedrijven, zo stelt de Amerikaanse overheid. De Europese Unie heeft in het verleden al een aantal landen die zich schuldig maakten aan dezelfde praktijken, op de vingers getikt. Onder andere Frankrijk, Nederland, Finland en Zweden hebben kritiek gekregen van de EU over het noemen van een specifieke fabrikant bij het plaatsen van bestellingen.
Overheden zijn relatief grote opdrachtgevers als het gaat over IT-projecten. Het project waarvoor Frankrijk een berisping heeft gekregen van de EU betrof een opdracht ter waarde van 500 miljoen euro. Het is zowel in Europa als in Amerika officieel al geruime tijd verboden om een specifieke fabrikant te noemen als het gaat om overheidsbestellingen. Dit verbod werd echter dus niet goed nageleefd, zo blijkt.