Op de site van de Standard Performance Evaluation Corporation (SPEC) valt te lezen dat er geen inzendingen van programma's meer geaccepteerd worden om opgenomen te worden in SPEC CPU 2004. Van nu af aan zal de non-profit organisatie zich alleen nog bezig houden met het evalueren van de kandidaten, om uiteindelijk tot een zo goed mogelijk gebalanceerde mix van software te komen waarmee de prestaties van een processor en het bijhorende cache- en geheugensysteem in cijfers kunnen worden uitgedrukt. In de huidige versie van de benchmarksuite, SPEC CPU 2000, zijn 26 verschillende programma's opgenomen. Twaalf daarvan testen de integer-prestaties (SPECint2000), en veertien anderen de floating point-capaciteiten (SPECfp2000) van een platform. Het unieke van deze en de andere benchmarks die de organisatie maakt is dat de sourcecode wordt meegeleverd, waardoor zo ongeveer ieder platform getest kan worden. Al vele jaren zijn de SPEC CPU benchmarks daardoor erg populair om de meest uiteenlopende architecturen met elkaar te vergelijken. Een nadeel is volgens sommigen dat de gebruikte compiler een te grote rol speelt, maar daar kan tegenin gebracht worden dat dat ook in de echte wereld het geval is. Een compiler moet bovendien door de onafhankelijke organisatie onder de loep gelegd zijn voor hij gebruikt mag worden om een officiële score neer te zetten.
Een nieuwe versie van de suite is nodig om betrouwbaardere resultaten te krijgen. Toen SPEC CPU 2000 eind 1999 werd geïntroduceerd diende een Sun Ultra5_10 met 300MHz SPARC-processor als index. Een score van 100 in zowel SPECint2000 als SPECfp2000 betekent dus dat de benchmarks precies even snel hebben gelopen als destijds op dat systeem. Toen duurde het nog ruim twee dagen om officiële score (het gemiddelde van drie testruns) neer te zetten, maar tegenwoordig is het voor veel moderne processors nog maar een kwestie van uren, waardoor ze met redelijk gemak scores boven de 1000 halen. Op integergebied zijn de x86-desktopchips heer en meester. De Pentium 4 3,2GHz scoort ruim 1200 punten in de test. Op floating-point gebied hebben high-end serverchips het echter nog steeds voor het zeggen. De 1,7GHz Power4+ scoort daar bijna 1600 punten, bijna 30% meer dan de net geen twee keer zo hoog geklokte Pentium 4. Wie zelf eens wil rondneuzen in de scores kan bij Ace's Hardware of SPEC zelf terecht.
De snel korter wordende doorlooptijd was de belangrijkste reden om te gaan werken aan een nieuwe - zwaardere - benchmark, waar ook computers over vijf jaar nog flink op kunnen zweten. Daarnaast is het verzwaren van de benchmark natuurlijk een mooie gelegenheid om de testprogramma's beter te laten lijken op moderne toepassingen. Men ging dus op zoek naar mensen met ideeën voor benchmarks gebaseerd op real-world applicaties. Van 26 december 2001 tot vanmorgen konden inzendingen gedaan worden. Potentiële deelnemers werden gestimuleerd door een vergoeding van 5000 dollar en een licentie op het eindproduct ter waarde van 500 dollar als hun code wordt opgenomen in SPEC CPU 2004. Wanneer de nieuwe versie beschikbaar komt is nog niet duidelijk.
