Onderzoeksorganisatie CERN heeft de Observer-status van Rusland tot nader order geschorst. Dat doen de 23 lidstaten van de organisatie op basis van de recente Russische invasie van Oekraïne.
CERN heeft de resolutie aangenomen waarmee de organisatie reageert op de 'agressie tegen Oekraïne'. De 23 lidstaten van CERN veroordelen de militaire invasie, het daarmee samenhangende verlies van mensenlevens, de humanitaire impact en de betrokkenheid van Belarus in het 'onwettige geweld tegen Oekraïne'. De leden onderstrepen ook de Oekraïense onafhankelijkheid en territoriale integriteit sterk te ondersteunen.
CERN zal initiatieven promoten die Oekraïense wetenschappelijke activiteiten op het gebied van deeltjesfysica ondersteunen. Ook zal de Observer-status van Rusland worden geschorst en CERN zegt tot nader order geen nieuwe samenwerkingen met Rusland en zijn instituties aan te gaan.
De 23 lidstaten van CERN worden gevormd door Europese landen en Israël. Er zijn ook Associate Member States, waaronder Oekraïne. Het land heeft die status sinds 2016. De Observer-status wordt toegekend aan staten en internationale organisaties. Japan en de Verenigde Staten hebben die status en tot voor kort had Rusland die dus ook. De EU, JINR en Unesco zijn internationale organisaties met die status.
De Observer-status wordt doorgaans toegekend aan partijen die aanzienlijke bijdragen hebben geleverd aan de infrastructuur van CERN en internationale organisaties die nauwe banden met CERN onderhouden. Observers mogen de openbare vergaderingen bijwonen, maar hebben geen stemrecht.
Deeltjesfysicus en hoogleraar John Ellis van King's College in London was voor een lange periode onderzoeker bij CERN en zegt dat de aankondiging een opluchting is. "Er waren zorgen dat de raad alle bestaande samenwerkingen met Russische instituten en alle Russen wilde beëindigen; dat gevaar is nu afgewend", zo citeert Physicsworld.
Physicsworld verwijst ook naar een recente open brief die van Russische wetenschappers afkomstig zou zijn die deelnemen aan CERN-experimenten. In die brief spreken ze hun 'verdriet en spijt' uit over wat er in Oekraïne gebeurt. Ze zeggen tegen de militaire acties te zijn en onderstrepen het belang van diplomatie en onderhandelingen.