De vereniging Open Source Nederland heeft in samenwerking met branchevereniging Fenit een rapport opgesteld waarin wordt aangegeven hoe de wetgeving moet worden aangepast op het gebied van softwareoctrooien. Het doel hiervan is te voorkomen dat er oppervlakkige patenten geregistreerd worden, zodat de gegevens op meerdere manieren geïnterpreteerd zouden kunnen worden. Op computerprogrammatuur wordt namelijk steeds vaker een eigendomsbewijs geplakt, iets wat in totaal nu al zo'n 30.000 keer gebeurd is.
Volgens de nieuwe wetgeving zal er onder andere een duidelijk onderscheid tussen wel of niet technisch gemaakt moeten worden, en alsmede dient de broncode van de bij het patent behorende programmatuur overhandigd te worden. Verder zal het 'domein' van het octrooi duidelijk afgebakend moeten worden, en mag men een experiment verlangen om duidelijk te krijgen of het echt om een nieuwe vinding gaat. Als laatste hebben de onderzoekers de regering doorgegeven dat "het beoordelingssysteem prikkels moet bevatten voor een juiste interpretatie van de beperkingen van het octrooirecht":
De branchevereniging Fenit en de Vereniging Open Source Nederland (VOSN) hebben criteria opgesteld voor de octrooiering van software. Zij hebben vandaag een rapport met deze criteria overhandigd aan staatssecretaris Ybema van Economische Zaken. Met de nu opgestelde maatstaven heeft de Nederlandse overheid een middel gekregen om in Europees verband 'triviale' softwarepatenten te bestrijden.
Leden van de Vaste Tweede-Kamercommissie voor Economische Zaken hadden Fenit en VOSN in maart verzocht criteria op te stellen waaraan softwareoctrooien moeten voldoen. Aanleiding voor het verzoek van Wim Hindriks (PvdA) en Thijs Udo (VVD) was de constatering dat er inmiddels zo'n dertigduizend patenten op software zijn toegekend, merendeels van 'verregaande triviale aard'.
Bij de Automatisering Gids lees je meer over het onderwerp.