Censuur verhindert vrijheid van meningsuiting en communicatie.
In de meeste moderne landen is vrijheid van meningsuiting een van de belangrijkste principes. Censuur is een inperking van de beschikbaarheid van informatie en staat hiermee dus mutueel exclusief tegenover deze vrijheid.
Censuur verhindert discussie.
Als informatie niet beschikbaar is kan de burger hier niet over discussieren. Dit verhindert de ontwikkeling van opvattingen over bepaalde items en de hiermee samengaande vrije meningsvorming van burgers, daar meningen over items niet gevormd kunnen worden zonder deze items te kunnen zien. Eveneens geldt dit argument voor de wetenschap. Als 'nepnieuws' niet beschikbaar is, kan men niet redeneren voor of tegen de gecensureerde inhoud.
Censuur bevordert manipulatie van burgers.
Door onwelvallige items te censureren kunnen hierover claims gemaakt worden die niet geverifieerd kunnen worden, door bijvoorbeeld overheden of bedrijven. Dit leidt tot een sterk verhoogde manipuleerbaarheid van burgers die het nieuws zoals gepresenteerd door bovenstaande enkel kunnen aannemen en hier niet zelf bewijzen voor kunnen vinden. In de huidige context zal censuur van 'nepnieuws' er dan ook niet toe leiden dat nepnieuws tegengegaan wordt, maar promoot het juist nepnieuws vanuit de hoek van de censurerende partij. De burger heeft immers geen toegang tot de waarheid. Neem als voorbeeld het manifesto van de dader van de aanslagen in Nieuw-Zeeland, die daar gecensureerd werden. Als burger moeten we dan maar aannemen dat hetgeen de overheid ons verteld de waarheid is. De overheid kan stellen dat de dader een rechtse extremist was op basis van het manifesto, waarbij burgers bewust of onbewust een associatie maken tussen de rechterkant van het politieke spectrum en terrorisme. Zonder toegang tot het manifesto om dergelijke claims te bevestigen kunnen burgers niet zeker zijn maar worden ze wel beïnvloed door de nieuwsgeving. Andersom kan het gaan om een aanslag vanuit Islamitische hoek, eveneens gebleken uit het manifesto. Maar hoe weet de burger dit als dit manifesto geblokkeerd is? De sociopolitieke gevolgen zijn er - toenemende afkeer tegen de Islam - en er is niets wat de burger kon doen om dit te verhinderen, daar de werkelijke informatie achter slot en grendel zat.
Censuur werkt niet om de spreiding van informatie inclusief nepnieuws tegen te gaan.
Er blijven altijd alternatieve kanalen van communicatie en dat geldt zelfs voor landen die extreem ver gaan in de toepassing van censuur, waaronder China en Noord-Korea. Censuur zorgt ervoor dat zij die hun informatie willen verspreiden dit via alternatieve wegen moeten doen. De enige manier om dit echt te verhinderen, is door te verhinderen dat burgers gebruik kunnen maken van hun mond en vingers. Het is evident waar ik op doel en het is vanzelfsprekend dat we dit niet willen in een moderne maatschappij.
Censuur werkt averechts om nepnieuws tegen te gaan.
Censuur met als argument nepnieuws tegen te gaan heeft een averechts effect. Praktisch gezien zorgt het ervoor dat mensen die gecensureerde opvattingen verspreiden zich gerechtvaardigd voelen in deze opvattingen, omdat de samenleving heeft laten zien dat het zo onzeker is over de validiteit van haar eigen opvattingen dat het niet eens haar eigen burgers kan vertrouwen persoonlijke verantwoordelijk te nemen voor de consumptie van informatie. Gecensureerde kanalen worden ontweken en de opvattingen - nepnieuws of niet - worden via andere kanalen verder verspreid. Waarom zou de regering nepnieuws niet af kunnen met waarheid? Waarom heeft de regering zo'n behoefte om het zogenaamde nepnieuws te blokkeren?
Censuur vereist consensus en betrouwbaarheid van de censurerende partij.
In een ideaal scenario waarbij censuur enkel toegepast wordt, hoe ineffectief dan ook, om valsheden te blokkeren, is een censurerende partij vereist die 100% objectief is. Censuur vanuit regeringen heeft tot dusverre altijd geleid tot censuur van feiten die dezelfde regeringen in een slecht daglicht plaatsen. Dit argument is tevens in overeenstemming met bevorderde manipulatie van burgers, die de regering hiermee nog minder goed kunnen controleren daar 'nepnieuws' over de regering - wat eigenlijk toch wel waar blijkt te zijn - niet meer toegankelijk is. Een ander argument is dat, op politiek niveau, de censurerende partij (indirect) gekozen wordt door het volk middels verkiezingen. Althans in een democratie. Een 100% consensus van burgers in de censurerende partij zal nooit bereikt worden, evenals een 100% betrouwbaarheid van deze partij. Wie bepaalt wat er gecensureerd moet worden, hoe doen zij dit, en hoe kunnen burgers dit controleren zonder toegang tot het gecensureerde materiaal?
Censuur gewenst door een fractie van de bevolking vereist vertrouwen hiervan.
Gelijkaardig aan hetgeen hierboven vermeld: zij die censuur willen omwille van het tegengaan van nepnieuws, gaan er vanuit dat de censurerende partij het middel enkel gebruiken om daadwerkelijk nepnieuws tegen te gaan. Hoe weet je of dit gebeurt, zonder dit te kunnen controleren?
Censuur is een gemeenschappelijk kenmerk van dictatoriale regimes.
Dit is eerder een correlatie dan een causaal verband, maar een behoorlijk sterke correlatie. Er is vrijwel geen dictatuur geweest die geen censuur toegepast heeft. Censuur zal niet noodzakelijkerwijs leiden tot een dictatuur, maar een dictatuur past wel altijd in min of meerdere mate censuur toe. Een toenemende drang vanuit de politieke machthebbers om censuur toe te passen kan vanuit benigne overtuigingen zijn, maar het kan ook vanuit maligne overtuigingen zijn en indicatie zijn voor toenemende controle van burgers a la dictatuur. Waarom die munt flippen terwijl je nog kan kiezen om de munt te laten liggen?
Censuur kan niet effectief toegepast worden zonder automatisering en leidt tot bijbehorende nadelige gevolgen.
De stroom van informatie over het Internet, laat staan alle bijkomende analoge informatie, is gigantisch. Dit is niet door een groepje ambtenaren te overzien zonder automatisering. Er is geen enkel filter met 100% efficaciteit en dus zal geautomatiseerde censuur leiden tot vals negatieve en vals positieve resultaten, waarbij vooral in het laatste geval onschuldigen de dupe worden van deze filters. Overigens worden ook verspreiders van nepnieuws gedupeerd, daar het nog steeds hun recht is om onzin te verkondigen - wie weet hebben ze per ongeluk toch ergens een punt. Andersom geldt dat als censuur wel handmatig wordt toegepast, je enerzijds opnieuw te maken krijgt met het probleem van betrouwbaarheid hierboven toegelicht, en anderzijds het onmogelijk is om effectief te zijn daar het gros van informatieverkeer nog vrij beschikbaar blijft. Als het niet via Facebook kan, dan maar via Twitter. Als het niet via sociale media kan, dan maar via niet-sociale media.
Censuur om nepnieuws tegen te gaan is onnodig als de waarheid voorhanden is.
Voorkomen is beter dan genezen. Dit geldt evengoed voor onwelvallige opvattingen en onwaarheden. Als je dit wil tegengaan, kan je ook opteren voor een veel efficiënter middel: educatie. Op korte termijn verspreid je de waarheid om nepnieuws te bestrijden en mensen in te lichten over de fouten van dit nepnieuws. Op lange termijn verbeter je het educatiestelsel om mensen kritischer te doen nadenken over informatie die ze binnen krijgen en hoe ze te werk kunnen gaan om dergelijke informatie te valideren. Mocht het argument zijn dat verbetering van educatie te duur is, kan je je afvragen of het echte doel van censuur wel is om nepnieuws tegen te gaan.
Censuur tegen informatie van bepaalde categorieën vereist stricte definities en toepasbaarheid ervan.
Hoe bepaalt de censurerende partij of iets nepnieuws is? Hoe kan een subjectief te censureren gegeven als een mening op objectieve manier worden beoordeeld? Hoe kan je censuur van bijvoorbeeld "hate speech" rechtvaardigen, als dit voor anderen niet ervaren wordt als zodanig?
Censuur nodigt opposities uit om onwelvallige gegevens te rapporteren.
Groeperingen met bepaalde opvattingen hebben een zekere invloed als het aankomt op geautomatiseerde processen zoals bijvoorbeeld de toepassing van censuur. Ook indien toegepast op handmatige wijze kan een massale hoeveelheid aangiftes (in welke vorm dan ook) onterecht het idee wekken dat het gerapporteerde item gecensureerd dient te worden, terwijl het in realiteit zou kunnen gaan om een feit dat als onwelvallig beschouwd werd door de rapporterende partij. Probeer maar eens in een feministische subreddit te stellen dat feminisme niet voor gelijkheid is - dit argument is te supplementeren met feiten, maar voordat je deze zin afgelezen hebt is de stelling al verwijderd. (Niet het beste voorbeeld daar dit ook beïnvloedt wordt door subjectiviteit van de censurerende partij zoals eerder toegelicht, maar een voorbeeld nonetheless.)
Censuur is per definitie slecht.
Deze beperkte set argumenten is al voldoende om te stellen dat elke vorm van censuur, op welke manier dan ook toegepast, zal leiden tot minstens één van de nadelige gevolgen. Daar sommige argumenten zelfs alomvattend zijn - zoals bijvoorbeeld het niet kunnen valideren van het gecensureerde - is deze conclusie altijd juist: censuur is per definitie slecht.
Bijkomende opvatting over censuur en diens grenzen in de huidige maatschappij.
Uiteraard leven we niet in een censuur-vrije maatschappij. Kinderporno en terrorisme worden ook hedendaags nog gezien als de belangrijkste te censureren items, en daar ben ik het bijna volledig mee eens. Kinderporno is zonder twijfel een harde grens. Terrorisme is nog enigzins discutabel, daar het in sommige gevallen subjectiever en dus moeilijker te beoordelen is, waarbij tevens het argument geldt dat men eigenlijk moet kunnen controleren of het gecensureerde daadwerkelijk terroristische inhoud betreft.
Mocht iemand interesse hebben, zijn er ook een aantal wetenschappelijke artikelen op mijn pad gekomen om mijn argumentatie omtrend censuur aan te vullen. Deze heb ik hier nog niet verwerkt wegens het vereiste tijdsbestek om de lappen tekst grondig te doorlopen.