De videostatistieken die Facebook weergaf in de periode rond 2015 en 2016, weken volgens nieuwe rechtbankdocumenten niet af met maximaal 80 procent, zoals het bedrijf zei, maar met maximaal 150 tot 900 procent.
De aanklagers ontdekten volgens de aanklacht de cijfers in documenten die Facebook vanwege de komende rechtszaak heeft moeten achterhalen, meldt The Wall Street Journal. Facebook gaf twee jaar geleden toe dat het fouten had gemaakt met het meten van bereikscijfers, maar noemde toen veel lagere percentages dat de cijfers zouden moeten afwijken.
Bovendien zou Facebook al meer dan een jaar hebben geweten van de afwijking voor het de fout naar buiten bracht en adverteerders op de hoogte bracht. Het bedrijf zou er niets aan hebben gedaan. De fout was volgens de aanklacht geen kwade opzet en het niet oplossen van het probleem zou komen, omdat 's werelds grootste sociale netwerk twee engineers had aangewezen om problemen met het videoplatform te verhelpen. Daardoor duurde het veel langer dan de bedoeling was.
Toen de fout intern bekend was, ontwikkelde het bedrijf een 'geen pr-strategie', om te voorkomen dat gebruikers zouden doorhebben 'dat we de wiskunde hebben verklooid', aldus de aanklacht. Facebook zegt in een statement tegen The Wall Street Journal. "Suggesties dat we op enige manier hebben geprobeerd dit probleem te verbergen voor partners is onjuist. We hebben onze klanten over de fout verteld toen we het ontdekten en hebben ons 'help center' van een update voorzien om het probleem uit te leggen." Het is onbekend wat de precieze gevolgen zijn geweest van de te hoge schattingen.