De Amerikaanse burgerrechtenorganisatie EFF is kritisch over de manier waarop een wet, genaamd de Cloud Act, is goedgekeurd door het Amerikaanse Congres. De wet gaat over toegang tot gegevens door overheden in strafrechtelijke onderzoeken.
De EFF schrijft dat de wet nu alleen nog maar de handtekening van president Trump vereist om goedgekeurd te worden. De goedkeuring van de Cloud Act door het Congres is tot stand gekomen doordat hij was toegevoegd aan een 2232 pagina's tellende wet over 1,3 biljoen dollar aan overheidsuitgaven, waar het Congres inmiddels mee akkoord is gegaan. De wet in kwestie was 'weggestopt' in de laatste pagina's van dit pakket. Daardoor zou de Cloud Act nooit de aandacht hebben gekregen die hij verdient, zo schrijft de organisatie.
De wet, waarvan de naam staat voor 'Clarifying Overseas Use of Data', gaat over de toegang tot gegevens in strafrechtelijke onderzoeken. De EFF is bang dat Amerikaanse en internationale opsporingsdiensten hierdoor meer mogelijkheden krijgen om gegevens 'over de hele wereld op te vragen'. Zo zouden buitenlandse opsporingsdiensten zonder tussenkomst van een rechter in de VS opgeslagen gegevens kunnen opvragen en zou hetzelfde mogelijk zijn voor de Amerikaanse politie in landen buiten de VS, zonder dat het om gegevens van een Amerikaanse persoon hoeft te gaan.
TechCrunch legt uit dat het opvragen van strafrechtelijke gegevens momenteel gebeurt via zogenaamde mlat's, die met waarborgen zijn omkleed. De site haalt naast de EFF ook andere burgerrechtenorganisaties aan die vinden dat de nieuwe wet de beschermingsmaatregelen uit die verdragen omzeilt. Ze geven echter ook toe dat de Cloud Act belangrijke nieuwe waarborgen introduceert. Techbedrijven zijn positief over de nieuwe wet, zo zei Microsoft dat deze 'een belangrijke stap vooruit is' en 'een modern juridisch raamwerk vormt voor de manier waarop opsporingsdiensten toegang krijgen tot gegevens buiten hun landsgrenzen'.
Onder meer Google uitte in het verleden kritiek op mlat's, omdat deze het opvragen van gegevens bij bedrijven te veel zouden vertragen. Zo zou dit gemiddeld tien maanden kunnen duren, waardoor landen vinden dat hun eigen wetten ook over de grens van toepassing zijn. Dat zou bedrijven vervolgens weer in een spagaat brengen, waardoor ze de wetten van het verzoekende land of de wetten van het land waar hun hoofdkantoor is gevestigd, overtreden.