Canonical wil bij installatie van Ubuntu diagnostische gegevens verzamelen die het bedrijf naar eigen zeggen kan gebruiken om Ubuntu te verbeteren. De optie voor het verzamelen staat standaard aan.
Canonical wil onder andere weten welke Ubuntu-versie gebruikers installeren, wie de fabrikant van de computer is en of er software van derde partijen geselecteerd is of niet. Daarnaast worden gegevens over cpu, gpu, het werkgeheugen en de opslagschijf doorgestuurd, evenals de schermresolutie, locatie en of auto-login is geactiveerd of niet.
Daarnaast worden bij installatie Popcon en Apport geïnstalleerd voor het bijhouden en doorsturen van achtereenvolgens packagegebruik en crashrapporten. Volgens Will Cooke, de Ubuntu Desktop Manager, is het noodzakelijk dat Canonical meer gegevens krijgt over de set-ups van gebruikers en welke software ze draaien, om zich te kunnen richten op de zaken die belangrijk voor hen zijn.
De verzamelde gegevens worden in een bestand opgeslagen dat Ubuntu na de eerste keer starten via een https-verbinding doorstuurt. Cooke benadrukt dat ip-nummers niet verzameld worden en dat de gebruiker het doorgestuurde bestand zelf kan inspecteren.
Gebruikers kunnen het verzamelen voorkomen door het vinkje bij installatie hiervoor weg te klikken. Op een later moment is de dataverzameling ook uit te schakelen via het privacypaneel bij de Gnome-instellingen. Het is niet bekend wanneer Canonical wil starten met het plan. Cooke vraagt feedback op het voorstel.