Jens Stoltenberg, secretaris-generaal van de NAVO, heeft maandag in Kiev bekendgemaakt dat het militaire bondgenootschap Oekraïne van apparatuur wil voorzien om internetaanvallen af te weren. Het nieuws volgt op de aanval met de NotPetya-malware.
Associated Press schrijft dat de apparatuur is bedoeld voor overheidsinstellingen binnen Oekraïne. Zonder verdere details over de aard van de apparatuur te noemen, zei Stoltenberg dat de uitrusting het land moet helpen om erachter te komen wie verantwoordelijk is voor het uitvoeren van een internetaanval. Volgens Reuters is Oekraïne met de NAVO in gesprek om toe te treden tot de organisatie die bestaat uit 29 landen.
De bekendmaking volgt op de internetaanvallen via de NotPetya-ransomware, die volgens verschillende bedrijven uitgevoerd werden via de MeDoc-boekhoudsoftware van het Oekraïense bedrijf Intellect Service. De aanval zou op het land zelf gericht zijn geweest. De software in kwestie is in gebruik bij ongeveer 80 procent van alle Oekraïense bedrijven.
Begin deze maand stelde de Oekraïense geheime dienst dat Rusland waarschijnlijk verantwoordelijk is voor de aanvallen op basis van eigen gegevens en data van beveiligingsbedrijven. Het land was eerder doelwit van internetaanvallen, bijvoorbeeld op zijn energievoorziening.