Er zijn op dit moment 1,5 miljard seconden verstreken sinds 1 januari 1970, UTC. Dit heugelijke feit wordt uitgedrukt door middel van de Unix-timestamp of ook wel epoch time, die daarmee nu op 1500000000 staat. Op het moment dat je dit leest is dat eigenlijk al niet meer waar.
Als je nu je Linux-terminal opent en vliegensvlug date +%s intikt, ben je helaas al te laat om een herinnering aan dit moment vast te leggen. Maar niet getreurd, op 5 januari van volgend jaar wordt het nog voor de lunchpauze 1515151515, toch ook een mooi getal. De in een 32bit-integer bijgehouden Unix-timestamp wordt in veel besturingssystemen gebruikt om de tijd bij te houden.
Enigszins problematisch is dat er een maximale waarde is die software in een dergelijke integer kan vastleggen. Zoals iedereen weet is dat 2147483647. Vertaald naar een in Unix-tijd uitgedrukte datum, rolt daar dinsdag 19 januari 2038 uit, om 04:14:07 's ochtends lokale tijd. Een seconde na dat moment zal dus niet meer in Unix time uitgedrukt kunnen worden en volgt er een integer overflow waarna het maximale negatieve getal getoond zal worden.
Dit probleem wordt ook wel aangeduid als 'year 2038 problem'. Dat klinkt wat minder glamoureus dan Millennium Bug, maar de gevolgen kunnen groter zijn als er niets gebeurt. Een universele oplossing is er nog niet, al ligt het voor de hand om over te stappen naar een 64bit-systeem. Dat houdt het dan hopelijk wat langer vol. Of we gooien het over een geheel andere boeg en volgen het voorstel van ontwikkelaar Thomas Hruska. Hij vindt dat we met z'n allen moeten overstappen op stardates uit Star Trek. Dan zou het nu 70999.1 zijn.