Op 15 juni woonde Tweakers een bijeenkomst bij van Sony in Londen, waarop de nieuwe Sony A7R II, RX10 II en RX100 IV werden tentoongesteld. De A7R Mark II is uitgerust met een fullframe backside-illuminated 42,4-megapixelsensor. Ten opzichte van zijn voorganger is het body-ontwerp verbeterd, met een iets grotere grip en een betere knoppenlay-out. De camera is uitgerust met vijfassige in-bodystabilisatie, die werkt in combinatie met alle lenzen. Dankzij een elektronische first curtain-shutter is de camera een stuk stiller dan eerdere A7-camera's en daarnaast is er een volledig stille modus, op basis van een volledig elektronische sluiter. De camera kan intern 4k-video opnemen.
Het evenement waarbij we aanwezig waren, was gericht op retailers en dan vooral wederverkopers van videocamera's, maar er was ook een beperkt aantal fotojournalisten aanwezig. Voor Sony Europa kwam de aankondiging grotendeels als een verrassing, wat verklaart waarom er vooraf maar weinig specifieke geruchten waren. Als gevolg daarvan waren de testmogelijkheden beperkt. De locatie was weliswaar de Pinewood-studio, waar onder andere de komende Bond-film wordt opgenomen, maar behalve het aldaar gevestigde Sony-kantoor was er voor ons niets publiekelijk te zien. Omdat de camera’s volgens Sony nog niet productierijp waren, mochten er geen testfoto’s of -video’s gemaakt worden, althans niet op een eigen sd-kaart.
Dat is jammer, maar het betekent niet dat er niets te vertellen valt over de A7R Mark II. Tijdens de testsessie viel namelijk op dat de autofocus van de camera significant verbeterd is. Dat is niet alleen interessant voor mensen die enkel met Sony-spullen schieten, maar ook voor gebruikers die lenzen met een andere mount willen gebruiken, maar daarover later meer. In deze korte preview richten we ons dus op dat vernieuwde autofocussysteem. De andere vernieuwingen komen hopelijk snel aan bod in een complete review.
Autofocus
Met het nieuwe fasedetectie-autofocussysteem met 399-punten op de sensor lijkt Sony een enorme inhaalslag te hebben gemaakt. De fasedetectiediodes beslaan horizontaal en verticaal zestig procent van het beeld. Naar onze mening stelt de camera instant scherp en af-tracking, waarbij de focus continu wordt aangepast om een bewegend onderwerp scherp in beeld te houden, lijkt accuraat te werken. Dat laatste was een van de tekortkomingen van de A7-serie; voor sport- en actie waren de camera's tot nu toe niet echt geschikt. Natuurlijk is ook de burstsnelheid van 5fps voor sport een beperking, maar gezien de resolutie is dat niet meer dan logisch. De Nikon D810, met 36-megapixelsensor, schiet eveneens met 5fps.
We konden het niet een-op-een vergelijken, maar de snelheid lijkt zeer overeen te komen met die van de Samsung NX1-systeemcamera en is wellicht zelfs beter. De NX1 was de eerste systeemcamera die zich wat autofocus betreft goed kon meten met professionele dslr's. In combinatie met Sony's FE-lenzen werkt af-tracking snel en geruisloos. Als een onderwerp geselecteerd is, dansen de af-punten op het scherm en in de zoeker op en neer, waarbij het onderwerp continu gevolgd wordt. Ook in combinatie met gezichtsherkenning en Eye-AF lijkt de autofocus vlot en accuraat. Een uitgebreidere test moet uitwijzen hoe hij zich houdt in een situatie met snel bewegende onderwerpen, zoals auto's, sporters en motoren. Op de afgeschermde locatie van de Pinewood-studio's was daarvoor geen gelegenheid.
Adapters
De sterk verbeterde fasedetectie-autofocus heeft niet alleen positieve gevolgen voor Sony’s FE lenzen voor de A7-serie, maar evenzeer voor A-mount- én Canon EOS-lenzen. Wat A-mount betreft is de dure LA-EA4 in veel gevallen eigenlijk niet meer nodig, maar voldoet de goedkopere LA-EA3. Deze adapter leunde eerst op de contrastdetectie van de sensor en was daardoor aan de trage kant, maar nu kan dus de fasedetectie-autofocus via de sensor gebruikt worden. De LA-EA4-adapter werd tot voor kort aanbevolen voor snelheid, omdat deze gebruikmaakt van fasedetectie-autofocus via een halfdoorlatende spiegel en een ingebouwde autofocussensor met vijftien af-punten. Voor moderne lenzen met een eigen autofocusmotor zijn de EA3 en aps-c-EA1 dus ook geschikt.
De Sony A7R II met onze Metabones-adapter en Canon 40mm-f/2.8
Canon-lenzen
Sinds enkele jaren zijn er third-party-adapters beschikbaar waarmee Canon-lenzen met alle functies gebruikt kunnen worden op Sony E-mount-camera's. Niet alleen de autofocus werkt, zij het traag, ook het diafragma kan via de camera worden ingesteld. Op de bestaande A7-camera’s duurt scherpstellen met die adapters circa twee tot vier seconden. Dat is prima voor statische onderwerpen als landschappen, maar voor het overige is het ontoelaatbaar traag. Met de A7R II is dat echter verleden tijd.
We hadden zelf een Metabones IV EOS-adapter meegenomen met de Canon EF 40mm f/2.8 STM-pancake en ter plekke was nog een Canon 24mm-f/2.8 IS USM beschikbaar. De Canon EOS-lenzen stellen vrijwel direct scherp en af-tracking en gezichtsherkenning werken probleemloos. Het lijkt marginaal trager te zijn dan met een 'echte' Canon EOS-camera, maar het is zeer goed werkbaar. De autofocus van de preproductiecamera's zat er wel eens naast, maar over het algemeen werkt het zeer vlot. Tracking is mogelijk, waarbij de camera het onderwerp blijft volgen en de lens continu blijft scherpstellen.
Omdat de autofocuspunten een groot deel van het frame bedekken, meer dan bij dslr's, is het makkelijker om een bewegend onderwerp te volgen. Niet alleen Canon EF-lenzen kunnen worden gebruikt, maar ook lenzen van Sigma, Tamron en Tokina met EF-mount. EF-S-lenzen kunnen eveneens gebruikt worden, maar dan in een cropmodus. Hiermee wordt het wat karige lensaanbod van Sony, met dertien FE-lenzen en een aantal lenzen van Zeiss, ineens een minder groot probleem. Naast FE-lenzen zijn A- en EF-mount in combinatie met de A7R II dus uitstekend bruikbaar, even los van het feit dat dit gezien de compacte camera niet altijd een ideale combinatie is.
Een foto van een PowerPoint-slide van Sony over de nieuwe autofocus
Af-instellingen
Net als bij andere A7-camera's kun je de autofocusinstellingen wijzigen via de Fn-knop. Daarmee kun je wisselen van af-s voor statische shots naar af-c voor continue autofocus of naar manuele focus. Dat laatste is trouwens ook mogelijk met de AF-MF-schakelaar aan de achterzijde. Via het Fn-menu kun je verder het focusgebied bepalen, bijvoorbeeld een bepaalde zone of een specifiek af-punt. Overigens is het jammer dat Sony de camera niet voorzien heeft van een aanraakgevoelig scherm, want daarmee is het focuspunt heel makkelijk met een vinger te bepalen. Vooral voor video is dat een voordeel.
Tot slot
Sony lijkt dus een enorme stap te hebben gemaakt met de autofocus. Zodanig dat de A7R II zich prima lijkt te lenen voor het fotograferen en filmen van bewegende onderwerpen, in tegenstelling tot de eerdere A7-camera's. De fasedetectie-autofocus met 399-punten is zelfs zo snel dat lenzen van andere merken, zoals die van Canon, er prima op werken. In combinatie met de bsi-cmos-sensor van 42 megapixel, 4k videomodus met interne recording en de ingebouwde vijfassige stabilisatie lijkt de A7R II goed inzetbaar voor uiteenlopende doeleinden. Of dat echt zo is, zullen we in een uitgebreidere test moeten ondervinden.