Inleiding
De honger naar steeds meer data is nauwelijks meer te stillen bij de moderne consument. Steeds vaker wordt met laptop, smartphone of tablet gecommuniceerd via het internet. De beschikbaarheid van 3g-netwerken maakt het bovendien mogelijk om altijd en overal verbinding te maken met het web. Alleen al de Nederlandse klanten van T-Mobile verstoken wekelijks circa 160TB aan data, een verdubbeling ten opzichte van 2010.
Het alsmaar groeiende dataverkeer leidt tot problemen bij telecomaanbieders. Mobiele netwerken raken steeds vaker overbelast, met trage verbindingen of zelfs helemaal geen data tot gevolg. Om dit probleem aan te pakken hebben de providers diverse maatregelen getroffen. Zo hebben de drie mobiele aanbieders - KPN, Vodafone en T-Mobile - hun 3g-tarieven in Nederland flink verhoogd. Ook zijn de datalimieten naar beneden bijgesteld, waardoor grootverbruikers het risico lopen dat ze diep in de buidel moeten gaan tasten.
De providers zijn echter ook gedwongen om te investeren in hun mobiele netwerken. Er worden meer antennes geplaatst, om zo de capaciteit van het netwerk te vergroten. Directeur Consumenten Marco Visser van KPN stelde onlangs nog dat de telecomprovider wekelijks 'miljoenen' steekt in het onderhouden van zijn 3g-netwerk, terwijl Vodafone aangaf 240 miljoen euro in zijn netwerk te gaan investeren.
Providers kijken ook steeds vaker naar technologie om een deel van het dataverkeer in andere banen te leiden. Daarbij komt het aanbieden van wifi-toegang, jarenlang een ondergeschoven kindje bij veel mobiele aanbieders, weer om de hoek kijken. Via wifi offloading is het immers goed mogelijk om de mobiele netwerken te ontlasten, vooral op drukke plekken als stadions, winkelcentra, stations en luchthavens.
Welke technieken zijn er nog meer en hoe kunnen deze in de praktijk worden ingezet? Tweakers sprak met twee mobiele providers en bekeek enkele alternatieven, want naast wifi offloading bieden zogeheten femtocellen, ook bekend als microcellen, misschien mogelijkheden.
Wifi offloading in het stadion
Een goed voorbeeld van een plaats waar 3g-netwerken snel overbelast raken, is het sportstadion. Tienduizenden mensen bevinden zich in een klein gebied en gebruiken hun smartphones om op bijvoorbeeld sociale netwerken over de wedstrijd te communiceren. Door de enorme toeloop op de naburige 3g-masten ontstaat filevorming.
Netwerkbedrijf Cisco zegt met zijn Connected Stadium Wifi-technologie een product op de markt te hebben gebracht waarmee dit probleem kan worden verholpen. Cisco plaatst in de ring rondom het stadium een groot aantal Aironet 3500p-toegangspunten. Deze hotspots, die wifi aanbieden volgens de 802.11n-standaard, zijn voorzien van zes richtantennes, die elk een relatief klein gebied bestrijken.

Volgens Cisco kunnen sportfans, nadat enkele tientallen Aironet-toegangspunten door het hele stadion zijn geïnstalleerd, op een hoge snelheid toegang krijgen tot het internet. Door het speciale ontwerp van de wifi-hotspots en het beperkte verzorgingsgebied per toegangspunt levert de Connected Stadium-technologie volgens Cisco een signaal op dat minder vaak wordt gestoord, bijvoorbeeld door interferentie met naburige hotspots, dan de wifi-hardware van concurrenten. Bovendien worden de 3g-netwerken van de mobiele aanbieders aanzienlijk ontlast, zodat ze ook voor personen buiten het stadion bruikbaar blijven en providers minder kosten maken.
Cisco stelt echter dat er meer voordelen zijn van de Connected Stadium Wifi-technologie. Exploitanten van een stadion kunnen immers eigen diensten gaan aanbieden en zo een nieuwe inkomstenbron aanboren. Zo is het mogelijk om jaarkaarthouders als extra service toegang te geven tot een videodienst. Een bezoeker kan herhalingen en hoogtepunten van een wedstrijd opvragen. Ook kunnen statistieken getoond worden of bezoekers kunnen onderling communiceren via een sociale-netwerkdienst. Verder krijgen sponsors nieuwe mogelijkheden om hun advertenties te tonen.
Het eerste stadion dat door Cisco van Connected Stadium Wifi-technologie werd voorzien, is het LiveStrong Sporting Park in Kansas City, VS. Inmiddels heeft de fabrikant het systeem ook voor het eerst in Europa geïnstalleerd, in het Santiago Bernabéu Stadion, het thuishonk van voetbalclub Real Madrid. Als sponsor van de Olympische Spelen zal Cisco deze zomer ook naar verwachting stadions in Londen uitrusten met zijn wifi-techniek, maar het bedrijf wil daarover nog geen details geven.
/i/1324737838.jpeg?f=imagenormal)
Publieke wifi-netwerken via kabel- en vdsl-modems
Een andere methode om wifi-netwerken aan te bieden is door gebruik te maken van de wifi-infrastructuur waarover veel telecomaanbieders in feite al beschikken: de vdsl-, glasvezel- en kabelmodems die voorzien zijn van een wifi-aansluiting. Deze hotspots kunnen deels toegankelijk worden gemaakt, bijvoorbeeld voor abonnees van de isp, door naast het privénetwerk ook een publiek toegangspunt te definiëren.
In België zijn er al vergaande plannen van de twee grootste internetaanbieders: Belgacom en Telenet. Beide providers willen in 2012 'homespots' openen. Zo streeft Telenet naar een half miljoen toegangspunten, waarbij een deel van de bandbreedte beschikbaar wordt gesteld aan abonnees van de kabelaar. Een proef in Gent moet aantonen dat de technologie werkt.
Belgacom heeft soortgelijke plannen en gaat wifi aanbieden via de modems van vdsl2-abonnees. Ook deze telecomaanbieder verwacht in de loop van 2012 een half miljoen homespots in de lucht te hebben, terwijl Belgacom-klanten momenteel toegang hebben tot circa 100.000 hotspots. Daarbij maakt de provider gebruik van Fon, een wereldwijde 'wifi-community' die door een Spaans bedrijf is begonnen. Hierdoor is het voor Belgacom-abonnees mogelijk om ook buiten België op Fon-netwerken in te loggen.
Helaas!
De video die je probeert te bekijken is niet langer beschikbaar op Tweakers.net.
Er is wel een aantal beperkingen ingesteld voor Fon-gebruikers. De bandbreedte die zij via het openbare wifi-toegangspunt kunnen verkrijgen is gelimiteerd en het deel van de verbinding dat door de eigenaar van de internetverbinding wordt gebruikt krijgt voorrang. Hierdoor zouden Belgacom-klanten bijvoorbeeld geen hinder ondervinden bij het bekijken van iptv als zij een Fon-netwerk aan hebben staan. Ook zou het gegenereerde dataverkeer op het semipublieke deel niet meetellen voor eventuele downloadlimieten.
Om een groot bereik te hebben voor hun klanten, kiezen beide Belgische providers voor een opt-out-model; het openbare wifi-gedeelte wordt automatisch geactiveerd. Klanten die dit niet willen, moeten dit zelf uitschakelen en krijgen dan ook zelf geen toegang tot bijvoorbeeld het Fon-netwerk. Verder stelt zowel Belgacom als Telenet dat de deelfunctie veilig is, omdat beide wifi-netwerken van elkaar gescheiden zijn.
Hoewel het delen van een wifi-verbinding relatief eenvoudig is te realiseren voor een telecombedrijf en klanten kunnen profiteren van snellere internettoegang op veel plaatsen, heeft de technologie als nadeel dat het bereik van een wifi-zender veelal niet groter is dan 20 tot 30 meter. Bovendien zijn veel kabelmodems op 'onhandige' plekken geïnstalleerd, zoals in de meterkast, waardoor het bereik nog verder afneemt. Een isp kan dit deels opvangen door zelf steunzenders te plaatsen, maar uiteraard levert dit de nodige extra kosten op.
Femtocellen: een eigen privézendmast
Femtocellen kunnen gezien worden als kleine zendmasten. De privézendmasten moeten via een vaste internetverbinding worden aangesloten op het netwerk. Deze femtocellen bieden bezitters van een mobiele telefoon via een zwak 2g- of 3g-signaal de mogelijkheid om te bellen of te internetten. Veelal is de capaciteit voor consumenten beperkt tot vier à vijf toestellen, terwijl voor bedrijfstoepassingen maximaal acht of zestien mobieltjes ondersteund worden.
De eindgebruiker profiteert bij de installatie van een of meer femtocellen van een sterk verbeterde ontvangst. Bovendien kan de bestaande mobiele telefoon worden gebruikt, omdat het toestel automatisch verbinding zoekt zodra het in de buurt is van een femtocell. Ook kan in bepaalde gevallen sneller data worden binnengehaald door de extra bandbreedte die beschikbaar komt.
Voor providers hebben femtocellen het voordeel dat zij geen dure zendmasten hoeven in te richten op plekken met een slechte ontvangst en dat 3g-verbindingen via de normale infrastructuur worden ontlast. Bovendien wordt het gegenereerde dataverkeer versleuteld verstuurd over veelal de internetverbinding die door de gebruiker zelf wordt betaald. Om gebruikers van een femtocell deels te compenseren, bieden telecombedrijven kortingen aan als via een dergelijk toegangspunt wordt gebeld.
Naast de voordelen van een privézendmast, kleven er ook enkele bezwaren aan een femtocell. Zo zijn er onderzoeken gedaan waaruit blijkt dat de apparatuur interferentie kan veroorzaken in gebieden waar de mobiele ontvangst via een normale zendmast gemiddeld tot sterk is. De apparatuur gebruikt immers dezelfde frequenties. Dit probleem kan deels worden opgevangen door het continu meten van signaalsterktes en daar het zendvermogen van de femtocell op aan te passen.
Een ander potentieel probleem is dat een femtocell voor de wet in veel landen als een publiek netwerk wordt gezien. Omdat deze in directe verbinding staat met het netwerk van een telecomaanbieder, kan het verkeer dat via een femtocell verloopt worden afgeluisterd. Daarnaast zijn de prestaties en beschikbaarheid afhankelijk van de prestaties van de gebruikte isp, terwijl een femtocell ook slecht kan presteren als een netwerkverbinding overbelast is.
De software van femtocellen blijkt in de praktijk ook niet geheel veilig te zijn; in juli werd bekend dat de privézendmasten die Vodafone op de markt had gezet vatbaar zijn voor hackers. Zij kregen hierdoor toegang tot het core-netwerk van de mobiele aanbieder en konden Vodafone-klanten afluisteren of op hun kosten bellen.
Vodafone en T-Mobile over de mogelijkheden
Met de komst van nieuwe draadloze technologie om de bestaande 3g-infrastructuur te ontlasten, hebben de Nederlandse mobiele aanbieders meer mogelijkheden om het groeiende dataverkeer af te handelen. Wij vroegen zowel T-Mobile als Vodafone welke kansen zij op dit vlak zien; KPN was helaas te laat met de antwoorden op onze vragen, zodat we de visie van deze provider niet konden meenemen.
Richard Mes, verantwoordelijk voor corporate affairs bij Vodafone Nederland, laat weten dat de discussie over wifi offload bij Vodafone 'met interesse wordt gevolgd'. Desondanks heeft Vodafone volgens Mes doelbewust de keuze gemaakt om geen netwerk van wifi-hotspots met bestaande apparatuur als vdsl-modems op te bouwen. Als reden wordt genoemd de storingsgevoeligheid van wifi voor allerhande elektronische apparatuur, zoals naburige wifi-hotspots of babyfoons. Hierdoor zou de capaciteit te variabel en onzeker zijn.
Vodafone ziet wel voordelen in het aanbieden van publieke wifi-toegang op drukke plekken. Daarnaast biedt de provider zijn klanten software aan die bijvoorbeeld laptops automatisch verbinding laat maken met een wifi-hotspot in plaats van het 3g-netwerk als die mogelijkheid er is. Mes wijst er echter op dat de kwaliteit bij publieke hotspots 'een wisselende ervaring' oplevert, maar dat dergelijke toegangspunten een positieve invloed hebben op de capaciteit van het 3g-netwerk van Vodafone. De Vodafone Group bestudeert volgens Mes initiatieven als de Connected Stadium-technologie van Cisco en er worden tests uitgevoerd. "De uitkomsten van de internationale onderzoeken zullen ook in Nederland worden toegepast", aldus Mes.
Om in de toekomst voldoende 3g-bandbreedte aan te bieden kan Vodafone naar eigen zeggen nog de nodige reservecapaciteit inzetten. Daarnaast zet de provider in op het leveren van SignaalPlus, een femtocell-product dat in bepaalde scenario's de dekking en doorvoersnelheid moet verbeteren. Op de lange termijn kiest Vodafone, net als zijn concurrenten in Nederland en België, voor lte als 4g-technologie. Deze netwerktechniek moet niet alleen hogere snelheden mogelijk maken, maar zou ook over extra capaciteit beschikken ten opzichte van 3g.
T-Mobile geeft een wat minder duidelijk beeld van zijn wifi-activiteiten en plannen om wifi offloading toe te passen. Woordvoerder Michael Vos laat aan Tweakers.net weten dat het bedrijf ruim vijfhonderd publiek toegankelijke wifi-hotspots in de lucht heeft en dat het deze technologie ziet als een 'aanvulling op de bestaande 3g-dienstverlening'. Details over het gebruik van de wifi-hotspots wil de provider niet prijsgeven.
Of T-Mobile bestaande wifi-netwerkapparatuur van klanten deels wil openstellen, laat Vos in het midden. "T-Mobile kijkt naar deze mogelijkheden." Evenmin wil de telecomaanbieder zeggen naar welke alternatieve technologieën het kijkt. Ten slotte wil de mobiele provider nog wel kwijt dat het aanbieden van internet in de NS-treinen 'voorziet in een duidelijke klantenbehoefte' en dat het gebruik een stijgende lijn laat zien.