De Z68-chipset kan voor budgetmoederborden gebruikt worden, maar gezien de veelzijdigheid van de bijbehorende cpu's is het niet vreemd dat er ook borden met meer features op de markt komen. Daar moet natuurlijk ook meer voor betaald worden: de borden uit deze test kosten rond de 150 euro.
Alleen het Biostar-moederbord is wat goedkoper, maar dit bord is ook een stuk eenvoudiger uitgevoerd. De spanningsregeling is minder uitgebreid en vooral op het vlak van aansluitingen laat dit bord het wat afweten. Het is echter wel het enige moederbord met twee volledig bedrade x16-slots. De prestaties zijn ook wat minder, behalve als het om graphics gaat: dan is de Biostar juist een van de snelste.
De winnaar is duidelijk het bord van Asus. Ondanks zijn bescheiden formaat is deze Maximus IV Gene in bijna alle benchmarks het snelst. Volgens de engineers van Asus is dit voornamelijk te danken aan het agressieve turbo-beheer van het bord. Het kleine bordje is logischerwijs wel weer het minst bedeeld op het gebied van uitbreidingskaarten.
De overige drie borden wisselen stuivertje als het om de snelheid gaat, al zijn de Gigabyte en de MSI over het algemeen rapper dan de Asrock. Het bord van MSI moet ten slotte een eervolle vermelding krijgen als zuinigste moederbord.