Demissionair minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten ziet weinig in het pleidooi van politievakbond ACP om in bepaalde gevallen bij onrust sociale media te censureren om rellen te voorkomen. Dat zei hij vandaag in de Tweede Kamer.
Opstelten zegt problemen te hebben met het toepassen van censuur, schrijft het NRC. "In mijn denkwereld is dat moeilijk te hanteren", tekende persbureau Novum op uit zijn mond. Hij reageerde in de Tweede Kamer op uitlatingen van Gerrit van de Kamp, voorzitter van politievakbond ACP. Die zei het gerechtvaardigd te vinden als sociale media bij bepaalde personen, bij rellen zoals die in Haren, zouden worden gecensureerd.
Van de Kamp stelde zaterdag de vraag of censuur mag worden toegepast in het kader van de openbare orde. "Mag je die berichten verwijderen of moet je dat vragen van die providers?", zei hij tegen de NOS. "Er komen dan heel fundamentele rechten aan de orde." Zelf dacht hij dat het in sommige gevallen zou kunnen. "Als het om de notoire vechters gaat, de notoire onruststokers, dan zou het wat mij betreft kunnen." Hij gaf echter toe dat dit een 'politieke beslissing' is.
Naar aanleiding van de rellen in Haren afgelopen vrijdag, die ontstonden nadat mensen massaal afgingen op een per ongeluk openbaar gemaakt Facebook-feest, wil Opstelten de rol van sociale media wel 'tegen het licht' houden. Daarbij zou duidelijk moeten worden hoe met dergelijke problemen moet worden omgegaan. Bij toekomstige, vergelijkbare gebeurtenissen zullen de inlichtingendiensten beter in de gaten houden wat er op sociale media gebeurt. Eerder zei een woordvoerster van Facebook Nederland zich niet verantwoordelijk te voelen voor de ontstane onrust.