Beveiliging moet onderdeel zijn van de architectuur van een besturingssysteem, en kan niet achteraf nog eens worden toegevoegd. Dat stelt een manager van het Apple-beveiligingsteam tijdens de Black Hat-beveiligingsconferentie in Las Vegas.
"Beveiliging moet in de architectuur ingebouwd zijn", aldus Dallas De Atley, manager van het Platform Security-team van Apple op de conferentie. Het is de eerste keer dat een medewerker van Apple tijdens Black Hat spreekt.
"Beveiliging is niet iets wat je er achteraf nog eens overheen kan gieten", zegt De Atley, die zoals zijn titel al doet vermoeden, verantwoordelijk is voor de beveiliging van iOS. Zeker bij mobiele apparaten is beveiliging volgens De Atley cruciaal. "Een telefoon is anders dan een laptop, die je uitzet als je hem in je tas doet." Telefoons staan 'altijd aan, en hebben altijd een verbinding'. Dat maakt de kans op aanvallen groter. Bovendien: "Die apparaten weten ongelofelijk veel van je."
Op iOS is de beveiliging volgens De Atley op verschillende niveaus ingebouwd: zo controleert de A5-processor tijdens het booten of de bootloader wel over de juiste digitale handtekening beschikt. Ook het sandboxen van applicaties, waarbij apps van elkaar gescheiden worden en geen rechtstreekse toegang tot bestanden van gebruikers hebben, draagt volgens de Apple-manager bij aan beveiliging.
Tegelijkertijd geeft de Apple-medewerker toe dat volledige beveiliging niet mogelijk is: 'een systeem kan nooit perfect zijn. Misbruik zal altijd mogelijk blijven.' Daarom moeten gegevens ook op een systeem dat gecompromitteerd is, nog steeds beveiligd zijn, stelt hij. Op iOS wordt daarom encryptie op hardwareniveau toegepast, wat misbruik bemoeilijkt.
Apple had lange tijd een zeer solide reputatie op het gebied van beveiliging, maar onlangs zijn daar barsten in verschenen. Zo wist beveiligingsonderzoeker Charlie Miller malafide applicaties de App Store binnen te loodsen en kon de Flashback-malware honderdduizenden OS X-gebruikers infecteren.