De retro-pc-gebruiker heeft het nu een stuk gemakkelijker dan in de jaren negentig. Niet alleen kost de hardware een fractie van wat die toen kostte, uitzonderingen daargelaten, ook is er een groot aanbod van allerlei handige accessoires. Dat begint vaak met adapters. Oude pc’s gebruiken harde schijven en cd-rom-spelers met IDE-aansluitingen, en die zijn nieuw niet meer te krijgen. Dat geldt ook voor de voedingen en bijbehorende kabels, hoewel er op Amazon, eBay en AliExpress soms nog een paar aanbieders te vinden zijn. Met verloopstekkers kun je vrijwel alles aansluiten.
Hou er rekening mee dat je behoorlijk wat hulpmiddelen nodig zult hebben met een retro-pc, maar misschien heb je die al in huis. Computers uit het Pentium II-tijdperk hadden vaak maar twee USB-aansluitingen en oudere modellen, zoals 486’ers, hadden er geen. Als er een PCI-slot aanwezig is, kun je een USB-insteekkaart toevoegen, waardoor je wat meer poorten tot je beschikking hebt. Ook een USB-hub en/of verlengkabel is erg handig, omdat de aansluitingen zich bij oude computers aan de achterkant bevinden en je er dan wat gemakkelijker bij kan. Dankzij USB kun je ook gebruikmaken van wifi-USB-sticks om verbinding met internet te maken, al is een bekabelde aansluiting door middel van een ethernetkaart vaak eenvoudiger met drivers. Ook kun je toetsenborden en muizen via USB gebruiken. Maar PS2-apparaten hebben de voorkeur, want een USB-muis werkt niet in alle omstandigheden, zeker niet op oude besturingssystemen. Natuurlijk kun je ook USB-naar-PS2-adapters gebruiken.
:strip_exif()/i/2003921122.jpeg?f=imagenormal)
Als je geen oude IDE-harde schijven meer hebt liggen, kun je IDE-naar-SATA-adapters gebruiken. Hiermee kun je ook SATA-harde schijven of ssd’s aansluiten, mits het bios en de Windows-versie de capaciteit ervan ondersteunen. In het DOS-tijdperk waren partities van 2GB bijvoorbeeld het maximum, dus zul je verschillende partities moeten gebruiken. Een grote schijf gebruiken heeft dus weinig zin. Sterker nog, veel grote schijven zijn niet bruikbaar. Tot 2001 was er bijvoorbeeld een maximum van 137GB voor een harde schijf vanwege beperkingen in de oude ATA-specificaties; er werd 28bit gebruikt om een sectornummer te specificeren. Kleinere harde schijven en ssd’s hebben dus de voorkeur. In het kader zie je per processorgeneratie welke hardeschijfcapaciteit gebruikelijk was.
:strip_exif()/i/2003921124.jpeg?f=imagenormal)
Wat eigenlijk veel handiger is dan harde schijven of zelfs ssd’s zijn geheugenkaartjes. Er bestaan flink wat IDE-adapters waarin je SD- en CompactFlash-kaarten kunt gebruiken en die ook door het bios worden herkend als harde schijf. Vaak is een paar GB al voldoende, dus met een 2GB- of 4GB-kaartje kom je al een heel eind. Die oude kaartjes zijn voor IDE-moederborden snel genoeg en het grote voordeel is dat je de kaartjes er tijdelijk uit kan halen en er via een moderne pc bestanden op kan zetten. Die adapters werken meestal het best op de traagste IDE-poort op het moederbord. Op Ultra ATA/66-poorten of sneller worden ze meestal niet of niet goed herkend. Afhankelijk van de configuratie kan het zijn dat je de jumper van de bootschijf op ‘master’ moet zetten, in plaats van ‘slave’.
:strip_exif()/i/2003921126.jpeg?f=imagenormal)
Voorbeeldspecificaties
486DX4/100 | Pentium II | Pentium 4 | |
Tijdperk | 1989-1996 | 1997 - 2000 | 2000-2006 |
Snelheid (MHz) | 100MHz | 400MHz | 2GHz |
Geheugen | 32MB | 256MB | 2GB |
Harddisk | 500MB | 10GB | 120GB |
Videokaart | Trident VLB | 3dfx Voodoo 2 | Nvidia Geforce 3 Ti 500 |
Geluidskaart | Soundblaster 16 | Soundblaster AWE64 | Soundblaster Audigy |
Besturingssysteem | MS-DOS 6.22 | Windows 98(SE) | Windows 2000/XP |
Wisselbare media | 3,5" / 5,25" FDD | 3,5" / CD / ZIP | 3,5" / CD-R / DVD |
ISA-sloten? | Ja | Ja | Nee |
USB? | Nee | Ja | Ja |
SATA? | Nee | Nee | Soms |