Verkiezingen en ict
Met de verkiezingen op komst wordt iedereen momenteel bedolven onder artikelen over politieke onderwerpen. Politici verdringen elkaar om hun mening te geven over allerlei populaire onderwerpen, variërend van de AOW-premies voor rijke ouderen, de vrijgave van de huurprijzen, tot supersnelwegen. Wat vinden de partijen echter van de ontwikkelingen in de ict en wat voor plannen hebben ze die relevant zijn voor de gemiddelde Tweaker? Tweakers.net deed hier onderzoek naar en probeert een overzicht te geven van de diverse partijstandpunten met betrekking tot ict en andere gerelateerde onderwerpen.
Verkiezingen op internet
Waarschijnlijk meer dan ooit tevoren, wordt internet ingezet als verkiezingsmedium. Vanzelfsprekend hebben alle partijen een eigen website, waarop de diverse politieke ideeën en standpunten worden gepromoot. Veel politici hebben ook een eigen website, in het bijzonder de lijsttrekkers. Ook nieuwe 'web 2.0'-ontwikkelingen gaan niet aan politici voorbij, aangezien een groot aantal potentiële Tweede Kamerkandidaten ook al een eigen profiel op de populaire social-networkingsite Hyves. hebben. Niet minder dan 111 verkiezingskandidaten hebben een eigen 'Hyve'. De bekendste kandidaten, Wouter Bos en Jan Peter Balkenende, zijn gestart met deze trend, in een poging jongere kiezers aan zich te binden. Ook weblogs zijn inmiddels een ingeburgerd fenomeen.
De site De Nederlandse Verkiezingsparade heeft in een onderzoek bekeken welke politici het best vertegenwoordigd zijn op internet. Van de 150 potentiële Tweede Kamerleden die de site heeft onderzocht kwam Wouter Bos als 'beste internetpolitcus' uit de bus. De lijsttrekker van de Partij van de Arbeid heeft deze titel voornamelijk te danken aan zijn nieuwsbrief 'de Bosbode' en zijn eigen podcast. Van de 150 onderzochte politici bleken er negen geen eigen website te hebben, waarvan Mark Rutte, lijsttrekker van de VVD, de bekendste is. Hij houdt de internetter echter wel op de hoogte van zijn privéleven via het dagelijkse videojournaal 'Beschuit met Rutte'. Ook Marco Pastors van EénNL en nummer zes van de VVD-lijst, Fred Teeven, hebben geen eigen website. De twee kandidaten van de SGP die in het onderzoek zijn meegenomen, hebben ook geen eigen website.
Weblogs zijn tegenwoordig ook zeer populair bij politici. Jan Marijnissen en Gerrit Zalm waren bijna drie jaar geleden vrijwel de enige politici die een eigen weblog bijhielden, waarbij sommigen argumenteerden dat die van Zalm niet echt een weblog genoemd kon worden wegens het gebrek aan een reactiemogelijkheid. Tegenwoordig is dit wel anders. Van de lijsttrekkers van CDA, PvdA, VVD, D66, GroenLinks, SP, Lijst Vijf Fortuyn, ChristenUnie, SGP, Partij voor de Vrijheid en Partij voor de Dieren hebben alleen Mark Rutte van de VVD en Bas van der Vlies van de SGP geen eigen weblog waarin ze hun dagelijkse leven en meningen bespreken. De potentiële Tweede Kamerleden van de SGP houden wel een gezamelijke weblog bij op de algemene partijwebsite en Mark Rutte heeft een weblog deels overbodig gemaakt door zijn dagelijkse videojournaal. Overigens was de website van de SGP tot voor kort op zondag en christelijke feestdagen ook niet te bereiken, omdat dit volgens de partij de zondagsrust in de weg staat. Ook de meeste andere kandidaten voor de verkiezingen houden een weblog bij.
Maar is al dan niet op internet aanwezig zijn van de diverse verkiezingskandidaten ook een leidraad voor het beleid van de politici?
Cybercriminaliteit
Een heikel punt van de afgelopen jaren is de bestrijding van criminaliteit op het internet. Hierbij moet niet alleen gedacht worden aan criminaliteit die direct de internettende burger bedreigt, zoals phishing, fraude met creditcards, internet gokken en spam, maar ook aan het organiseren van misdaden via internet, zoals terroristische activiteiten. Vrijwel alle grote partijen willen criminaliteit op internet op een of andere manier bestrijden. 'Cybercrime houdt zich niet aan de landsgrenzen en vereist daarom een nauwe internationale samenwerking', zo schrijft het CDA. De huidige regeringspartij maakt zich met name zorgen over bedreigingen, intimidatie, haatzaaien en ook de verspreiding van computervirussen.
Het CDA lijkt zich weinig zorgen te maken over de privacy van internetters, aangezien dit niet wordt genoemd in de beleidspunten, terwijl andere partijen daar - letterlijk - wél een punt van maken. De PvdA bijvoorbeeld, maakt zich met name zorgen over het misbruik van internettechnologieën voor marketingdoeleinden en illegale activiteiten. De bestrijding van deze problemen leidt volgens de partij van Wouter Bos tot 'spanningen tussen enerzijds het beschermen van consumenten, die juist het anonieme karakter van internet vaak koesteren, en anderzijds het aanpakken van misdaad', aldus Martijn van Dam, de woordvoerder op dit gebied van de PvdA. De partij is voorstander van strenge maatregelen, die spam en de verspreiding van spyware moeten tegengaan, waarbij echter de privacy van de internetter voorop blijft staan. Wanneer men zich schuldig maakt aan deze vorm van cybercriminaliteit, moet dit volgens de PvdA streng bestraft worden.
Net als het CDA is de SP van mening dat websites die terreur verheerlijken en haatzaaiende teksten bevatten moeten worden afgesloten. 'Geradicaliseerde personen moeten zoveel mogelijk worden geïsoleerd van potentiële volgelingen', aldus de SP. De socialisten vinden dat de overheid onvoldoende kennis heeft om deze problemen adequaat aan te pakken en deze te veel op hun beloop laten. 'Het komende kabinet moet een meer bijdetijdse houding aannemen, om het nuttige gebruik van it en internet te bevorderen en misbruik en criminaliteit te bestrijden'. De meeste andere partijen melden in hun verkiezingsprogramma geen duidelijk standpunt over het bestrijden van de bekende problemen op internet. Wel zijn de meeste vanzelfsprekend voor een hogere pakkans (VVD, GroenLinks) van criminelen die actief zijn op internet, maar pleiten ze ook voor de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Dit laatste zou kunnen worden verbeterd door promotiecampagnes vanuit de overheid, aldus de VVD en de ChristenUnie.
Overheid op internet
Veel partijen willen ook dat de overheid zijn aanwezigheid op het internet verbeterd. Zo wil GroenLinks dat de overheid de mogelijkheden van internet beter benut, bijvoorbeeld door meer overheidsdiensten digitaal aan te bieden. GroenLinks is uiteraard niet de enige partij die wil dat er meer aandacht komt voor internet vanuit de overheid. Vrijwel elke partij heeft wel minimaal één idee waarbij internet, of in ieder geval ict, wordt ingezet om de burger te informeren, al dan niet met een achterliggende gedachte.
De liberalen van de VVD willen dat patiënten minder afhankelijk worden van één specifieke arts of zorginstelling door mensen zelf te laten beschikken over hun elektronische patiëntendossier, zodat ze eenvoudig van arts of zorginstelling kunnen wisselen. De Partij van de Arbeid en de SP zetten zich in voor het beter toegankelijk maken van internet voor gehandicapten, waarbij de overheid een leidende rol moet spelen. D66, een partij die traditioneel pleit voor meer openheid van de overheid en meer invloed op de politiek door de burger, wil dat de overheidswebsites interactiever woorden. Zo wil de partij van Alexander Pechtold onder meer dat er op de website van de Tweede Kamer een forum komt, waarin burgers direct hun mening kunnen geven over diverse onderwerpen. Daarnaast moet er ook een jaarlijkse volksraadpleging via internet plaatsvinden en moet de bereikbaarheid van de overheid via e-mail en internet verbeteren. Dit laatste wil D66 realiseren door het instellen van één centraal telefoonnummer en één website.
De SP vindt dat hulpverlening via internet 24 uur per dag beschikbaar moet zijn, waarbij specifiek hulpverlening voor kinderen en jongeren wordt genoemd. De CDA heeft het voorstel om een database aan te leggen met informatie over de natuur in heel Nederland. Deze database, die via internet toegankelijk moet zijn, zou gebruikt kunnen worden door overheden en projectontwikkelaars, zodat snel kan worden vastgesteld wat de invloed is van een bouwproject op de natuur en met welke natuurgerelateerde zaken rekening moet worden gehouden. Door deze centrale databank zouden bouwprojecten minder vertraging op moeten lopen, zo denkt het CDA.
Ook de publieke omroep moet meer aandacht gaan besteden aan internet, aldus sommige partijen. Het CDA wil dat informatievoorziening en entertainment via internet, niet langer een bijzaak is voor de publieke omroep, maar dat dit, net als radio en televisie, een hoofdtaak wordt. D66 is het met het CDA eens: 'Jongeren brengen meer tijd door op internet dan voor de televisie. Internet moet daarom een speerpunt worden van de publieke omroep.' Andere partijen hebben geen plannen voor de publieke omroep met betrekking tot internet.
Opensource en drm
De PvdA vindt dat opensource moet worden gestimuleerd, omdat dit meer kansen biedt voor kleinere, innovatieve internetbedrijven. Ook de SP wil dat het gebruik van opensource wordt gestimuleerd, maar opensourcesoftware hoeft alleen gebruikt te worden als dit mogelijk is. Volgens Arda Gerkens is opensourcesoftware niet altijd per definitie beter, maar moet de overheid wel eerst opensource-alternatieven voor Microsoft-software onderzoeken, alvorens een beslissing te nemen. GroenLinks is nog specifieker op dit gebied.
De partij van Femke Halsema is niet alleen voorstander van het gebruik van opensourcesoftware, maar ook tegenstander van softwarepatenten. Dit laatste onderwerp, nog een heet hangijzer tijdens het referendum over de Europese Grondwet, wordt deze verkiezingen verder door weinig partijen genoemd. Volgens GroenLinks voorkomen softwarepatenten dat software opensource wordt. Dit zou vooral nadelig zijn voor kleinere bedrijven, zo stelt de groene partij. Het CDA vindt dat de overheid niet verplicht moet worden tot het kiezen van opensourcesoftware, maar wel dat er gekozen moet worden voor programma's die gebruikmaken van open standaarden. ChristenUnie en SGP vinden dat de politiek zich niet overal mee hoeft te bemoeien en dat de overheid daarom niet verplicht moet worden om te kiezen voor opensourcesoftware.

Nauw verwant met de discussie over open source is het gebruik van digital rights management voor films en muziek die via internet verkrijgbaar zijn. Recentelijk was er nog de nodige ophef over een mogelijke invoering van een kopieerheffing op mp3-spelers en harddiskrecorders. Ook zijn er in andere landen, waaronder Frankrijk, dit jaar discussies geweest of het is toegestaan om drm-beveiligingen te kraken die op digitale media is toegepast. Voor zover wij hebben kunnen vaststellen, is de Partij van de Arbeid de enige partij die in zijn standpunten voor de verkiezingen iets meldt over dit onderwerp. Deze partij stelt namelijk dat het in de 'discussie over mp3's' kiest voor 'de zijde van de gebruikers, niet die van de muziekindustrie'. In de discussie over de kopieerheffing is gebleken dat alle grotere partijen (CDA, VVD, PvdA, SP, GroenLinks, ChristenUnie, D66 en SGP) tegen een dergelijke kopieerheffing zijn. CDA, VVD en SP willen dat Nederland in deze discussie wacht op een besluit vanuit Europa, waaraan de VVD toevoegt dat een kopieerheffing op mp3-spelers die alleen in Nederland geldt, zorgt voor een nadelige positie voor het bedrijfsleven. PvdA, SP, GroenLinks en SGP willen zelfs dat bedrijven die drm-beveiligde muziek verkopen, verplicht worden hun kopieerbeveiliging uitwisselbaar te maken met andere fabrikanten.
Ict in het onderwijs
Om innovatie op het gebied van informatietechnologie in Nederland te kunnen waarborgen, is het belangrijk dat er voldoende goed opgeleide ict'ers in Nederland beschikbaar zijn. De diverse partijen hebben uiteraard plannen om dit te waarborgen. Onderwijs in het algemeen en de kenniseconomie zijn populaire onderwerpen in de huidige verkiezingscampagne, maar de rol van informatiesystemen blijft door veel partijen op de achtergrond.
Het CDA zegt meer te willen investeren in hoger onderwijs en onderzoek, waarbij met name onderzoek op hogescholen een belangrijke bijdrage kan leveren aan de kennisverzameling in Nederland. Samenwerking tussen instellingen is volgens het CDA ook belangrijk, waarbij met name naar buitenlandse universiteiten moet worden gekeken. De PvdA en de VVD zijn eveneens van mening dat er moet worden samengewerkt, maar noemen in dit verband vooral samenwerking voor onderzoek tussen HBO's en universiteiten. De VVD vindt ook dat hogescholen en universiteiten veeleisender moeten worden ten opzichte van zichzelf en hun studenten. Lijst vijf Fortuyn vindt, net als de SGP, dat universiteiten hun kennis moeten omzetten in geld, door samen te werken met bedrijven die baat hebben bij die kennis.
Hoewel het CDA van mening is dat het studiefinancieringsstelsel, zoals dat momenteel van kracht is, goed functioneert, vindt de PvdA dat hier nog het nodige aan te verbeteren valt. Zo stellen de sociaaldemocraten voor dat het mogelijk moet worden, om studiefinanciering te krijgen voor studies in het buitenland. Ook de SP en GroenLinks willen de studiebeurs verruimen, zodat studenten niet meer hoeven te werken naast hun studie. GroenLinks wil de hogere studiebeurzen betalen door de invoering van een academicibelasting voor afgestudeerden. Sommige partijen, zoals de VVD, D66 en SGP, vinden dat onderwijsinstellingen die een hogere kwaliteit onderwijs aanbieden dan andere instellingen, dit mogen laten blijken door hoger collegegeld te vragen.
De SGP gaat hier zelfs nog iets verder in door 'selectie aan de poort' in te voeren, waarbij universiteiten alleen de beste studenten hoeven toe te laten. De SP is ook van mening dat de ontwikkeling van 'topopleidingen' moet worden gestimuleerd, maar selectie voor deze studies mag niet plaatsvinden door een hoger collegegeld te vragen. In plaats daarvan zou alleen op kwaliteit mogen worden geselecteerd. GroenLinks en de Partij voor de Dieren zijn de enige partijen die expliciet in hun partijprogramma hebben staan dat zowel 'selectie aan de poort', als de invoering van gedifferentieerde collegegelden de toegankelijkheid van het onderwijs bedreigen.
Privacy en databanken
Enkele ict-gerelateerde onderwerpen liggen, ondanks dat ze voor de meeste mensen vaak niet directe gevolgen hebben, bij velen erg gevoelig: bijvoorbeeld de aanleg van centrale databases met persoonsgegevens, het surveilleren door middel van videocamera's en het gestructureerd verzamelen van gegevens van burgers. Voor de categorie 'privacygevoelige kwesties' komen nog een aantal onderwerpen in aanmerking. De invoering van de ov-chipkaart, waarmee het theoretisch mogelijk wordt om de gangen van reizigers zeer nauwkeurig te volgen, is er een. Voor sommigen is een centrale database met biometrische persoonsgegevens eveneens een potentiële bron van zorg. Ook de dataretentiewetgeving, die internetproviders verplicht om internetgegevens van hun klanten een bepaalde tijd te bewaren, ligt menigeen niet lekker.
Het bewaren van internetcommunicatiegegevens is inmiddels verplicht gesteld door de Europese Unie. Deze wetgeving bepaalt dat providers gegevens over de communicatie van hun klanten een bepaalde tijd moeten bewaren; de inhoud van de communicatie zelf hoeft niet te worden opgeslagen. Deze wetgeving werd in het Europese Parlement aangenomen in december 2005. Tijdens de stemming over deze wet stemden alle Nederlanders in het EP tegen, met uitzondering van de leden van de CDA-fractie en een PvdA-Europarlementariër. De Nederlandse internetproviders, verenigd in het ISPO, zijn nog steeds tegen de bewaarplicht vanwege de hoge kosten, maar ook omdat het volgens de vereniging de privacy van de 450 miljoen Europese burgers schendt.
De ov-chipkaart is een ander onderwerp waarbij privacy aan de orde is. Deze chipkaart moet in 2009 landelijk worden ingevoerd, maar vanaf 1 januari 2007 moet het al mogelijk zijn om de chipkaart te gebruiken in delen van de Randstad. Een van de gehoorde bezwaren is dat alle reisgegevens in het openbaar vervoer worden vastgelegd in een centrale database, waardoor het mogelijk wordt de reisbewegingen van een persoon nauwkeurig te volgen. Het zal waarschijnlijk wel mogelijk zijn om een anonieme uitvoering van de ov-chipkaart aan te schaffen, maar zoals het er nu naar uitziet zal deze duurder zijn dan een gepersonaliseerde uitvoering. De NS heeft gezegd dat de gegevens die worden verkregen met de ov-chipkaart, zullen worden gebruikt voor op maat gesneden aanbiedingen voor reizigers. Het College Bescherming Persoonsgegevens is een onderzoek gestart naar de privacygevolgen van de nieuwe ov-chipkaart. De SP, CDA, PvdA, GroenLinks, VVD, SGP en ChristenUnie vinden dat vervoersbedrijven alleen wanneer de gebruiker daar expliciet toestemming voor heeft gegeven, de reisinformatie voor marketingdoeleinden mogen gebruiken.
Allemaal een klein beetje
ICT Office, de branchevereniging van it-, telecom-, office- en internetbedrijven in Nederland, concludeert in zijn analyse van de verkiezingsprogramma's van de verschillende partijen, dat alle ideeën voor de bevordering van de innovatie in de ict en de rol die Nederland hierin speelt, netjes verdeeld zijn over alle partijen. 'Geen enkele partij spreekt expliciet de ambitie uit om Nederland te laten opstormen naar de top van Europa waar het gaat om de kenniseconomie', zo schrijft de branchevereniging. ICT Office kijkt wel voornamelijk naar de positieve invloed voor zijn leden, ict-bedrijven dus, maar de conclusie geldt ook wel voor onderwerpen die betrekking hebben op ict maar niet direct van belang zijn voor bedrijven. De ene partij wil meer overheid op het internet, de andere partij draagt opensource weer een warm hart toe. Het is hierdoor onmogelijk om een eenduidig advies te geven op welke partij men het beste kan stemmen om de positie van ict in Nederland te verbeteren, wanneer we dat zouden willen.
Het is natuurlijk ook niet realistisch om alleen op een partij te stemmen vanwege zijn standpunten met betrekking tot internet en andere computergerelateerde onderwerpen. Vooral ook omdat dit onderwerp bij geen een partij hoog op de prioriteitenlijst staat, waardoor er weinig duidelijke standpunten over dit onderwerp zijn beschreven in de verkiezingsprogramma's. Doordat er in totaal 24 partijen mee doen met de verkiezingen, is het ook onmogelijk om kort een overzicht te geven van alle plannen en standpunten van alle partijen. Gelukkig zijn er ook talloze overzichten te vinden van de partijstandpunten over andere onderwerpen. De bekendste zijn natuurlijk Stemwijzer en KiesKompas.
Voor mensen die de volledige verkiezingsprogramma's willen lezen is dit uiteraard ook mogelijk. Van alle partijen zijn de programma's op internet te vinden: CDA, VVD, D66, PvdA, GroenLinks, SP, ChristenUnie, SGP, Partij voor de Dieren, Partij voor de Vrijheid, Lijst vijf Fortuyn, EénNL, Liberaal Democratische Partij, Verenigde Senioren Partij, GroenVrij! en Partij voor Nederland. Voor wie niet zo'n zin heeft om alle programma's door te nemen is er nog een handige site, namelijk Verkiezingskijker. Daar kan worden gezocht naar onderwerpen in een groot aantal verkiezingsprogramma's. De website Bright heeft een digitale stemwijzer gepubliceerd, waarin diverse partijen vijftien vragen moeten beantwoorden die in meer of mindere mate met ict te maken hebben. Het ICT Office ten slotte, heeft een analyse van de verkiezingsprogramma's en de daarin verkondigde ict-standpunten online staan.
Hoewel de politiek vaak een saaie bedoening lijkt, met weinig aansprekende onderwerpen en onduidelijke standpunten, heeft de uitslag van de komende verkiezingen invloed op iedereen. Het belangrijkste (en enige) advies dat we dan ook kunnen geven aan iedereen die daartoe gerechtigd is, ga stemmen!