Inleiding
Wie op straat rondloopt, of weleens in trein, bus of metro zit, weet dat veel mensen zich graag enigszins afzonderen met muziek op de oren of een serie voor de neus. Bedraad is populair, maar het aandeel draadloze koptelefoons en oordoppen neemt toe. Bluetooth wordt veel gebruikt, zoveel dat de eerste smartphonefabrikanten het aandurven om een audio-uitgang van hun telefoon te schrappen.
Alle reden om eens goed naar het aanbod van bluetoothaudio te kijken, bluetooth-oordoppen vooral. Daar hebben we er al een aantal van onder de loep genomen. Eind 2017 vergeleken we de duurdere modellen, die voor ruwweg 150 tot 200 euro over de toonbank gaan: de AirPods van Apple en vergelijkbare modellen van erkende fabrikanten als Sennheiser en Bose, en van Apples grootste concurrent Samsung. Lang niet iedereen wil echter zoveel geld uitgeven aan een setje oordoppen. Dus keken we ook naar goedkopere modellen, naar de onderkant van de lokale markt. We kochten zes setjes bluetooth-oordoppen bij bekende Nederlandse webshops. De goedkoopste modellen van bekende merken als Philips, Sony en JBL, aangevuld met gelijkgeprijsde modellen van Chinese fabrikanten. We maakten een selectie van modellen die ruwweg tussen de 40 en 60 euro kosten.
Toch kan het nog veel goedkoper. In Nederlandse en Belgische winkels wordt dat lastig, maar wie rechtstreeks in China bestelt, heeft keuze te over. Van de vele goedkope modellen die via Chinese webshops te koop zijn, kozen we er zes uit die we naar Nederland lieten komen. Het zijn allemaal modellen waarvoor we maximaal twintig euro hebben betaald en in de meeste gevallen zelfs nog beduidend minder. Het is het terrein van onbekende merken als Picun, Awei, QCY en Remax. Alleen Xiaomi is hier enigszins bekend en dat levert prompt ook het duurste model van de zes die we hier bespreken.
We hebben de test op dezelfde manier uitgevoerd als de vorige keer. Dat wil zeggen dat we hebben gekeken naar zaken als gebruiksgemak, bediening, comfort, accuduur, bereik en uiteraard audiokwaliteit. Bij de geluidskwaliteit van headsets hebben we in het verleden steeds geprobeerd wat metingen te verrichten. Dat is bij in-earoordoppen echter lastig, dus hebben we om de geluidskwaliteit te beoordelen een tweekoppige jury ingesteld, bestaande uit Chris Broesder, die doorgaans smartphones test, en Paul Hulsebosch, die onder meer gameheadsets heeft getest. De beoordeling van de geteste oordoppen is steeds gevormd uit het gemiddelde van beider meningen en ervaringen.
De modellen die we bespreken, hebben een vergelijkbare opzet. Het zijn allemaal modellen waarbij de oordoppen met een snoer aan elkaar zijn verbonden. Bij allemaal is een kleine bedieningseenheid in het snoer opgenomen, met toetsen voor pauzeren en volume. Alle zes modellen laad je bovendien op via micro-usb; usb-c is in deze prijsklasse nog niet doorgedrongen. Hetzelfde geldt enigszins voor moderne compressietechnieken als aptX, dat hier slechts mondjesmaat terug te vinden is.
Alle modellen hebben de vertrouwde dopjes van zachte kunststof die in de gehoorgang geplaatst moeten worden. De meeste hebben bovendien vleugeltjes aan de bovenkant, die de oordoppen in de concha van het oor moeten klemmen. Alleen Xiaomi wijkt daarvan af. Dat houdt de oordoppen op zijn plaats door middel van zachte beugels die over het oor lopen en dus net als de poot van een bril achter het oor haken.
/i/2001877157.jpeg?f=imagearticlefull)
Awei T11
De T11 van Awei is exemplarisch voor de oordoppen in deze categorie, doppen van Chinese makelij die voor onwaarschijnlijk lage prijzen te koop zijn. Wat voor de T11 geldt, geldt voor veel van de oordoppen in deze test; de set biedt veel waar voor je geld, maar schiet tegelijk op veel vlakken tekort. De vraag is of je kunt leven met de tekortkomingen. Wat de T11 ook duidelijk maakt: Chinese fabrikanten lijken onbekend met het gezegde Jack of all trades, master of none. Ze willen zoveel mogelijk functionaliteit in hun apparaat stoppen, maar de uitwerking laat in veel gevallen te wensen over.
Bij de T11 komt dat onder andere tot uiting in de behuizing. Die is van geanodiseerd aluminium, wat je in deze prijsklasse wellicht niet verwacht, maar waar meer exemplaren in deze test van zijn gemaakt. Het levert een zeer robuuste behuizing op die toch licht is. Zoals bij veel modellen is in de achterkant van de oordopjes een magneetje gebouwd, zodat je de twee helften tegen elkaar kunt klikken als je ze even uit je oren haalt.
Ook het snoer waarmee de oordoppen zijn verbonden, is stevig, net als de aanhechting van snoer aan oordop, toch in veel gevallen het zwakke punt. Het snoer heeft de juiste lengte en is plat, maar niet zo stroef als bijvoorbeeld bij de SLS-100 van LPStar. Daar heeft het stroeve snoer tot gevolg dat de doppen uit je oor worden getrokken als je je hoofd draait. Dat is hier minder het geval.
Tot zover het goede nieuws. Net als bijvoorbeeld de H6 van Picun heeft de T11 een uit de kluiten gewassen accuhouder/bedieningspaneel van een goedkoop aanvoelende kunststof. Het blokje met de knoppen is minder lelijk dan dat van de Picun H6, maar doet daar in formaat weinig voor onder. Dat formaat is geen probleem, het gewicht wel; het trekt aan je rechteroordop. Er is een ander, vrij letterlijk minpunt. Het blokje is voorzien van drie knoppen: een knop met een plusteken, een knop met minteken en een rond knopje daartussenin. Vooral het minteken is lastig te bedienen. De knop is zo laag en klein dat hij lastig in te duwen is. Dat kan uniek zijn voor dit exemplaar, want de plus is juist vrij hoog, dus misschien zit het geheel scheef in de behuizing.
Ook vreemd: in de meeste gevallen hebben min en plus een dubbelfunctie. Twee keer achter elkaar indrukken of de knop iets langer ingedrukt houden wil doorgaans zeggen een nummer verder of een nummer terug in je playlist. Niet hier. De verdeling is hier wat merkwaardig. De min ingedrukt houden is een nummer vooruit, de plus ingedrukt houden is terug naar het begin van het huidige nummer. De vraag is of dat met opzet zo geïmplementeerd is of per ongeluk. Wij vinden het in ieder geval onlogisch, al kun je er misschien aan wennen. De ronde knop is om de muziek te pauzeren en om telefoongesprekken aan te nemen of te weigeren.
Ook de zo robuuste oordoppen hebben wat minpunten. Zo zijn beide oordoppen voorzien van vrij scherpe randen, die je goed kunt voelen als je ze in hebt. Verder levert Awei vleugels mee die je om de oordoppen kunt doen, zodat je ermee kunt sporten. De vleugels moeten in je oorschelp klemmen, maar zijn aan de grote kant. Een kleinere maat was wenselijk geweest, maar wordt helaas niet meegeleverd. Gelukkig zijn de vleugels zacht en flexibel, dus je kunt ze best in je oorschelp proppen, maar heel comfortabel zijn ze niet. Heel stevig zit het ondanks de vleugels evenmin, dus de T11 is nog steeds niet echt geschikt om mee te sporten. Bovendien draaien de vleugels makkelijk rond de oordoppen en ook dat komt het comfort niet ten goede. De ronde en zachte dopjes die in je oor verdwijnen, worden in drie maten meegeleverd en bevallen iets beter.
De T11 zit dankzij die zachte oordopjes niet onprettig, maar helaas ook niet echt stevig. Wellicht door het gewicht van de aluminium oordoppen vallen ze vrij makkelijk uit je oor. De vleugels helpen, maar als je er niet mee sport, wil je die eigenlijk niet gebruiken, vooral omdat die groot uitgevallen zijn, makkelijk draaien en daarmee ook niet heel comfortabel zijn.
Het heeft consequenties voor het geluid van de T11. Waar veel oordoppen last van hebben, geldt ook voor de T11: hij schiet tekort in het laag. Beter gezegd: je hoort weinig van het laag. Zoals bij alle oordoppen die je in je gehoorgang moet plaatsen, is de basweergave sterk afhankelijk van de plaatsing van de doppen. Verder in je gehoorgang levert vaak een beter basweergave op. Zo ook hier. Als je de dopjes ver in je gehoorgang duwt, hoor je opeens niet-onaardige bassen. In die positie willen de oordoppen echter niet blijven zitten, niet met en al helemaal niet zonder de vleugeltjes. Het geluid dat je in de praktijk zult horen, valt tegen. Het is schel door een teveel aan hoge toen. Vooral het geluid van elektronische snaredrums als uit de Roland TR-808-drumcomputer springt er op een onprettige manier uit. De T11 kan niet overweg met aptX en ook niet met aac. De T11 verliest het bovendien op accuduur. Die is met net iets meer dan drie uur het minste van de hier geteste exemplaren.
Conclusie
De T11 is lekker robuust, met zijn aluminium behuizing en stevige snoer, dat bij de aanhechting nog goed beschermd is ook. Helaas hebben beide oordoppen scherpe randen die je kunt voelen als je ze draagt. De vleugeltjes die Awei meelevert, voldoen niet. Ze draaien erg makkelijk rond, zijn aan de grote kant en leveren niet genoeg steun om de T11 geschikt te maken om mee te sporten. Verder is de indeling van de knoppen niet heel logisch en laat de werking te wensen over. Die robuuste oordoppen hebben helaas ook invloed op het geluid. Een negatieve invloed, want door die stevige en dus zware behuizing zakken de doppen makkelijk uit je oor, wat vooral de basweergave niet ten goede komt. De T11 is goedkoop, maar geen aanrader.
Eindoordeel
De Awei T11 is onder meer hier te koop bij AliExpress.
LPStar SLS-100 Sport
Het is lastig om te achterhalen wie nu precies de fabrikant is van de SLS-100. Wie zoekt op de naam van het model, vindt dat hij onder andere wordt aangeboden onder de merknamen LP, LPStar en UniquQ Fashion. De Chinese webshop waar wij hem vandaan hebben, vermeldt helemaal geen merknaam en ook op de doos waarin hij geleverd wordt, staat geen merk. Met een prijs van nog geen tien euro doen wij daar ook niet moeilijk over. Hier hanteren we voorlopig de merknaam LPStar, de naam die we het meest tegenkwamen.
Verwarrend is het wel, want de specificaties die bij de verschillende webshops worden vermeld, zijn niet eensluidend. Zo meldt Amazon dat de SLS-100 van UniquQ Fashion overweg kan met bluetooth v4.1 en CVC 6.0-ruisonderdrukking. Dat model is echter niet meer leverbaar. Wij kochten de merkloze SLS-100 bij Banggood. Daar wordt geen melding gemaakt van CVC 6.0 en gaat bluetooth niet verder dan versie 4.0. Als ons model al met CVC 6.0 overweg kan, hebben we daar bij het testen van de microfoon niets van gemerkt.
De SLS-100 is het goedkoopste model in deze test en is in verschillende kleuren leverbaar. Die kleurvariatie geldt voor de behuizing van de oordop zelf, die gemaakt is van geanodiseerd aluminium. De doppen zijn onderling verbonden door een stevige, platte kabel, met daarin het bedieningsblokje. De kabel is niet alleen stevig, maar ook aan de lange kant, wat wil zeggen dat hij vrij laag in je nek hangt. Het had wat korter gemogen, al is het niet onoverkomelijk. Het betekent wel dat je makkelijker bij het bedieningsblok kunt. Het snoer is stug en vooral stroef, zodat het makkelijk in je nek blijft hangen als je je hoofd draait, met als risico dat je een oordop uit je oor trekt. In de beide helften van de oordoppen is overigens een magneetje verwerkt, zodat je ze aan elkaar kunt klikken als je ze uit je oren haalt en om je nek hangt.
De SLS-100 heeft een opvallend setje opzetstukken. De gebruikelijke dopjes van zacht kunststof worden in twee maten meegeleverd, hoewel het verschil tussen de twee maten erg klein is. Er is vooral verschil in kleur; ze zijn er in zwart en doorzichtig, met een rode binnenkant die erdoorheen schijnt. Leuk, maar daar zie je natuurlijk weinig van als ze in je oor zitten. Daarnaast krijg je bij de SLS-100 een setje dopjes waaraan ook een vleugel is bevestigd, een constructie die we kennen van modellen die bedoeld zijn om mee te sporten. Bij de meeste modellen zijn vleugel en dop daarbij losgekoppeld, zodat je voor beide een andere maat kunt kiezen. Dat is hier niet het geval. Vleugel en dop zitten aan elkaar en het geheel is maar in één maat voorhanden: een vrij grote maat; vooral de vleugel is fors.
Gelukkig is de vleugel ook dermate flexibel dat hij met wat moeite toch in het oor te wurmen is en dan nog prettig zit ook. Het houvast is voldoende en ook bij langere luistersessies blijft hij comfortabel zitten. Voor de vleugelloze dopjes geldt dat minder. De dop die aan de vleugel vastzit, loopt iets taps toe, waar de losse dopjes wat ronder van vorm zijn. De tapse vorm past ons beter. De ronde dopjes vallen eerder uit je oor en in dat geval is er geen vleugel om ze op hun plaats te houden. Zonder vleugel zijn ze dan ook niet geschikt om mee te sporten. Belangrijker: het is lastiger om ze op een plek te houden die voor het geluid gunstig is. Zoals bij veel oordoppen moet je het dopje redelijk ver in je oor duwen om een goede bas uit de kleine luidsprekertjes te krijgen. Dat is hier wat lastig als je de dopjes zonder vleugels gebruikt.
Het bedieningsblok dat in het snoer is verwerkt, oogt wat grof, evenals de knoppen zelf, maar het maakt dat de SLS-100 makkelijk te bedienen is. De functionaliteit is basaal. Veel meer dan het volume regelen, de muziek pauzeren, een volgend of vorig nummer selecteren en een gesprek aannemen kun je niet, maar misschien hoeft dat ook niet. Het vervelendste is dat je met de plus- en minknoppen niet het volume verandert, maar een nummer voor- of achteruitgaat. Als je het volume wilt veranderen, moet je de plus of min ingedrukt houden en dat is onlogisch. Bovendien kun je daardoor minder precies het volume regelen, want voor je het weet, houd je de knop te lang in, waardoor het volume veel luider of juist zachter is dan je wilde. Er wordt nergens melding gemaakt van een ipx-rating en dat lijkt terecht. Vooral het bedieningsblok van de SLS-100 lijkt niet spatwaterdicht.
Bij het geluid van de luidsprekers valt op dat er veel hoog ontbreekt. Waar bij veel oordoppen in het goedkopere segment hoog juist ruim voorhanden is, hoor je hier veel bas en vooral veel middentonen. Het geluid wordt daar wat wollig van. Gezellig warm, als we het mooi omschrijven, maar zeker bij goed gemixte muziek, zoals Pink Floyd of sommige opnames van klassieke muziek, schiet het geluid tekort. De SLS-100 kan niet overweg met aptX of aac. De accu is ook niet al te best. Die houdt het net iets meer dan drie uur vol en dat doen met name de sets van QCY en Remax beter.
Conclusie
De SLS-100 is niet het beste setje oordoppen uit deze test. Ondanks de vele extra oordoppen en vleugeltjes zit de SLS-100 nooit echt comfortabel en vallen ze makkelijk uit je oor. Het bedieningsblok is wel prettig, niet spatwaterdicht, maar met lekker grote knoppen. Helaas is de accu niet best en schiet vooral het geluid iets tekort. Dat doen andere modellen in deze test beter.
Eindoordeel
De LPStar SLS-100 is onder meer hier te koop bij AliExpress.
Picun H6
Het verhaal van de Picun H6 lijkt sterk op dat van de concurrenten in deze test. Net als bijvoorbeeld de Awei T11 en de SLS-100 van LPStar heeft de H6 twee oordoppen van stevig metaal die door een plat snoer met elkaar zijn verbonden. Dat snoer is gelukkig redelijk soepel en van de juiste lengte, zodat het niet in je nek bungelt en tussen je kleren verstrikt kan raken, zoals bij de SLS-100. Bovendien levert Picun een klein clipje mee, waarmee je het snoer op je kraag kunt vastzetten.
Dat laatste kan geen kwaad, want de H6 heeft één opvallend element: het bedieningsblok dat in het snoer is opgenomen. Dat is fors, om niet te zeggen uit de kluiten gewassen. Opvallend is ook dat het rechtstreeks uit de jaren tachtig afkomstig lijkt. We houden best van een beetje retro, maar dit is niet helemaal onze smaak. De oordoppen zelf hebben eenzelfde stijl; het zijn kloeke metalen doppen met harde randen en ribbels ter versiering. Opnieuw niet helemaal onze smaak. Overigens heeft Picun een lekker stevig omhulsel om het snoer aangebracht waar het in de oordop verdwijnt. Er zit helaas wel wat speling in de aansluiting, wat doet vermoeden dat de H6 niet al te veel zweet kan weerstaan. Picun beweert ook niet dat de H6 daartegen bestand is; de oordoppen hebben geen ipx-rating.
Het grote bedieningsblok heeft juist klein uitgevallen knopjes. Die hadden we liever wat groter gezien, zoals bij de SLS-100. Nu is het elke keer even zoeken waar ze zitten. Dat komt ook doordat Picun de volgorde heeft aangepast. Er is een ongeschreven regel dat bij dit soort blokjes de plus bij het korte deel van het snoer zit, de min bij het lange deel en de pauzeknop in het midden van het blokje. Picun doet daar niet aan mee. De plus zit op de gebruikelijke plek, maar de min zit daar vlak naast. De pauzeknop zit niet in het midden, maar bij de lange kant van het snoer, op enige afstand van de andere knoppen.
Samen met het kleine formaat van de knoppen maakt dit dat je niet snel de juiste knop kunt grijpen. Bovendien: als je een knop indrukt, hoor je een piep om je te laten weten dat er een actie plaatsvindt. Die piep kan behoorlijk hard zijn. Net als sommige telefoons geeft de H6 een teken als je boven een bepaald volume gaat, een volume dat als schadelijk wordt gezien. Ook dat is een piep, die iets hoger is dan de piep die je hoort als je volgens Picun safe zit. De waarschuwingspiep is echter niet alleen wat hoger, maar ook beduidend harder. Je zou er een gehoorbeschadiging van kunnen krijgen.
Dat is helaas niet alles, want het enorme bedieningsblok is ook zwaar en dat maakt dat het flink heen en weer bungelt als je je hoofd draait. Het blok is dermate zwaar dat het de doppen uit je oren trekt. Het meegeleverde clipje helpt, maar het is vervelend om daarvan afhankelijk te zijn, want je wilt het clipje het liefst achter in je nek, waar het lastig te bevestigen is. Bovendien levert het zware blok geen meerwaarde. Het doet vermoeden dat er een flinke accu in zit, maar dat is aan het uithoudingsvermogen niet te merken. De accu houdt het na iets meer dan drie uur voor gezien. Alleen de Awei T11 doet het net iets minder, overigens ook met een bedieningsblok dat flink aan de maat is.
Net als veel andere merken in deze test, probeert Picun de H6 van allerlei gemakken te voorzien, wat vooral tot uiting komt in wat je krijgt meegeleverd. Zo krijg je niet alleen drie maten dopjes, er is ook een model dat bestaat uit een combinatie van dop en vleugel, een opzet die ons goed bevallen is bij de Bose SoundSport Wireless. De vleugel wordt hier helaas slechts in één maat meegeleverd. Het is een fors ding, een euvel waar meer oordoppen in deze test last van hebben. Picun levert ook gewone dopjes mee, zonder vleugel, en die zijn er wel in verschillende maten. Het levert een klein dilemma op. Omdat zowel de oordoppen zelf als het bedieningsblok behoorlijk zwaar zijn, is de vleugel prettig. Die biedt wat extra steun, zodat de doppen wat minder snel uit je oor vallen. Met de vleugel gaan de oordoppen echter al vrij snel irriteren; daarvoor is de pasvorm te slecht. Kies je voor dopjes zonder vleugel, dan kun je de maat op je oor afstemmen. Dat is prettig, maar helaas is het gewicht van het geheel zo groot dat ze zonder vleugel makkelijk uit je oor worden getrokken.
Hetzelfde euvel doet zich voor bij het luisteren naar de H6. De H6 is zo'n model dat moeite heeft met de lage tonen. Je moet de dopjes behoorlijk ver in je oor duwen om de bas goed te laten klinken, oncomfortabel ver. Als je een prettige positie zoekt voor de oordoppen, verdwijnt veel van de bas. Gebruik je de doppen zonder vleugel, dan blijven ze ook niet zitten in een positie waarmee je van de bas kunt genieten. Met het dopje waaraan een vleugel is gemonteerd wel, maar bij ons gaan de doppen dan al na een minuut of twintig irriteren.
Als je de H6 ver in je oor duwt, valt op dat de basweergave die je dan hoort, ook nog eens ondermaats is. Het geluid is vervormd, de bassen klinken flodderig en zelfs in die positie klinkt de H6 schel. Je hoort veel hoog en midden hoog, maar veel te weinig midden laag. Echt prettig wordt het geluid daardoor nooit. Geen aanrader. Sterker nog: een van de slechtst klinkende sets uit de test. De H6 kan niet overweg met aptX en ook niet met aac. Bovendien is de accuduur niet al te best. Hij wint het maar net van de Awei T11, maar verliest het van de overige oordoppen in deze test.
Conclusie
We kunnen kort zijn over de Picun H6. Hij is oncomfortabel, wat vooral komt door het uit de kluiten gewassen bedieningsblok. Dat trekt de doppen uit je oor en is nog onhandig ingedeeld ook, waardoor de H6 niet prettig te bedienen is. Bovendien klinkt hij slecht en zit hij niet lekker. Het geluid mist bas, tenzij je de doppen ver in je oor duwt, maar zelfs dan is de basweergave vervormd en het geluid uit balans. Afrader.
Eindoordeel
De Picun H6 is onder meer hier te koop bij AliExpress
QCY QY19
Een van de honderden elektronicabedrijven in de Chinese regio Shenzhen is Dongguan Hele Electronics. Dat bekt niet zo lekker en dus opereert de firma onder de naam QCY. Onder die naam brengt het bedrijf een aantal audioproducten op de markt die allemaal onwaarschijnlijk goedkoop zijn. Zo ook de QY19, die officieel te boek staat als 'Bluetooth Running Headphones with Mic'. Daar is geen woord aan gelogen. De QY19 zit inderdaad dermate stevig in elkaar dat we er wel een rondje mee door het bos durven draven.
Dat de QY19 slaagt waar flink wat concurrenten in deze test falen, komt vooral doordat QCY beter heeft nagedacht. Waar de ontwerpers van met name Awei, LPStar en Picun maar wat aangerommeld lijken te hebben, lijkt er een idee achter het ontwerp van de QY19 te zitten. Zo hebben de drie genoemde concurrenten een plat snoer dat degelijk oogt en dat ongetwijfeld ook is, maar bij geen van de drie heel praktisch is. Het snoer is hard, is stug en trekt de doppen uit je oor. QCY doet daar niet aan mee. Een simpel, rond en zelfs vrij dun rond snoer volstaat. Het oogt wat minder degelijk, maar het is dermate dun en licht dat je er niets van merkt als het in je nek hangt, en dat is erg prettig.
Wat ook scheelt: waar met name Picun en Awei een flink bedieningsblok in het snoer hebben opgenomen, is ook dat bij QCY prettig klein. Dat scheelt veel in gewicht, wat maakt dat het blok hier veel minder heen en weer bungelt en minder aan de oordoppen trekt, wat zeker tijdens het sporten prettiger is. De QY19 kan op dat vlak concurreren met de oordoppen van Xiaomi, die nog meer op sporten gericht zijn. QCY levert geen klemmetje mee waarmee je het snoer op je kraag kunt vastzetten, maar wel een clipje waarmee je het snoer strak kunt trekken in je nek. We geven de voorkeur aan een klemmetje, maar dit voldoet ook.
Wat QCY nog meer goed doet: het bedieningsblok mag dan klein zijn, de knoppen op het blokje zijn juist opvallend groot. Je grijpt eigenlijk als vanzelf raak en dat is prettig. Ook de actie van de knoppen is prettig: licht, maar met een duidelijk schakelmoment. Het is zo'n klein, maar erg prettig detail waaruit blijkt dat QCY over het ontwerp heeft nagedacht.
De vorm van de QY19 is daar een ander voorbeeld van, want waar veel fabrikanten voor een rond ontwerp kiezen, kiest QCY voor ovaal. Dat geeft iets meer ruimte aan elektronica, accu en klankkast, maar maakt ook dat de oordoppen een veel betere pasvorm hebben. De ovale vorm sluit veel beter aan bij die van je oorschelp, waardoor de doppen veel beter blijven zitten. Het maakt ook dat de QY19-doppen makkelijk in de juiste stand te plaatsen zijn, wat bij de ronde modellen weleens lastig is, zeker als je die met het meegeleverde vleugeltje wilt gebruiken. Ook QCY levert dergelijke vleugeltjes mee. Waar Awei, LPStar en Picun het bij één maat houden, levert QCY drie maten mee. Dat is erg prettig, want bij de concurrenten zijn de vleugels vaak onprettig groot. Bij de QY19 is dat te ondervangen.
Bovendien heeft de ovale vorm tot gevolg dat de vleugels altijd in de juiste stand staan, iets wat bij de goedkope concurrenten misgaat. De QY19 zit daarmee lekker stevig, maar tegelijk best prettig. Overigens is de accu van de QY19 niet om over naar huis te schrijven, maar dat geldt voor alle modellen in deze test. De QY19 doet het in vergelijking met de andere niet slecht; hij komt net niet tot vier uur en hoeft daarmee alleen de RB-S7 van Remax voor te laten gaan.
Om het af te maken valt ook het geluid van de QY19 niet tegen. Het zal de audiofiel niet achterover doen vallen, maar in vergelijking met de gelijkgeprijsde concurrenten klinkt de QY19 prima. Doordat de QY19 stevig in je oor zit, klinkt vooral het laag best goed. Het is in ieder geval niet zo vervormd als bij de H6 van Picun. Dat maakt gelijk dat de balans in het geluid best aardig is. Het is minder schel dan bij veel concurrenten in deze prijsklasse. Het midden laag schiet tekort, maar daar hebben alle modellen last van. Het gemis is duidelijk bij de gitaarpartij uit Mountains van Biffy Clyro, de basdrum uit Black Velvet van Alannah Myles en de zang van Dizzee Rascal in Bonkers, om maar wat nummers uit ons vaste testrepertoire te noemen. Wat geluid betreft behoort de QY19 daarmee tot de winnaars van deze test, samen met de Remax RB-S7 en de oordoppen van Xiaomi. De QY19 kan overweg met aptX, maar niet met aac.
Conclusie
QCY doet veel goed bij de QY19. Er is goed nagedacht over het ontwerp, de ovale vorm maakt dat de doppen goed in je oor passen en dankzij de vleugels blijven ze stevig zitten, maar zijn ze toch comfortabel. De vorm komt ook het geluid ten goede, want waar sommige concurrenten tekortschieten in het laag, doet de QY19 dat een stuk beter. Het geluid is beter in balans dan bij de doppen van Awei, LPStar en Picun. De bediening is prettig en de accuduur bovengemiddeld. Daarmee biedt de QY19 veel waar voor zijn geld.
Eindoordeel
De QCY QY19 is onder meer hier te koop bij GearBest.
Remax RB-S7 Sport Magnetic
Het is natuurlijk niet echt van belang, maar als we de verpakking van de oordoppen zouden meewegen, won Remax met afstand. De RB-S7 is verpakt in een doos die de uitstraling heeft van een fles whiskey. Een luxe, langwerpige doos die uit drie delen bestaat, met zowel zilveren als gouden opdruk en tekst met negatief reliëf. Belangrijker is dat Remax een hoesje meelevert waarin je de oordoppen kunt vervoeren, wat natuurlijk erg prettig is. Het is niet zo mooi als het hoesje van Xiaomi, maar bevalt goed. Het is van kunststof, maar wel van een stevige en prettige soort.
Remax heeft de twee oordoppen van de RB-S7 een vertrouwd ronde vorm gegeven, zoals meer fabrikanten uit deze test hebben gedaan. Waar dat bij de modellen van Awei, LPStar en Picun geen goede keuze blijkt, komt Remax ermee weg. Dat komt door twee ontwerpkeuzes. Remax heeft een duidelijke scheiding aangebracht tussen het deel dat in je oor steekt en het deel dat er uitsteekt. De twee delen staan schuin op elkaar, wat het draagcomfort ten goede komt. Opvallend is vooral dat Remax de aluminium behuizing van de RB-S7 voorzien heeft van kleine kunststof vleugeltjes. Die zijn haast onopvallend, maar functioneren desondanks prima.
De RB-S7 zit niet zo stevig als de QY19 van QCY of de set van Xiaomi, maar veel scheelt het niet. Ook met de doppen van Remax kun je prima de sportschool in. Opvallend is daarbij ook dat de vleugels niet verwijderd kunnen worden en dus ook niet vervangen kunnen worden door exemplaren van een andere maat. Bij ons passen de oordoppen prima, maar wellicht bij anderen wat minder. Groot voordeel van de constructie is wel dat de vleugels niet kunnen draaien, zoals bij de oordoppen van Awei, LPStar en Picun. Het maakt het draagcomfort van de RB-S7 veel groter dan dat van de modellen van deze merken.
De dopjes van Remax zijn onderling verbonden door een dun, rond en flexibel snoer dat prettig in de nek ligt. De platte snoeren van sommige andere merken zijn lekker robuust, maar zitten niet prettig. Dit ziet er wat eenvoudiger en goedkoper uit, maar zit goed. Dat komt ook doordat de RB-S7 een lekker klein bedieningsblokje heeft, net als de concurrenten van Xiaomi en QCY. Het blokje is niet alleen klein, maar ook licht en vooral dat laatste is prettig, zeker als je de RB-S7 wilt gebruiken tijdens het sporten. Het blokje is wat minder prettig dan dat van QCY. Dat komt doordat daar de knoppen groter zijn en een prettigere actie hebben. Hier zijn de knoppen zo klein dat je makkelijk misgrijpt en het is wat minder goed voelbaar wanneer je een knop indrukt. Bij knoppen die je vaak op de tast zult bedienen, is dat belangrijk. Remax levert geen klem mee waarmee je het snoer op je kraag kunt vastzetten, maar wel een klein clipje waarmee je het strak in je nek kunt trekken.
Ook het geluid van de RB-S7 is net wat minder dan dat van de QY19 van QCY. Het geluid is helder en heeft een aardige balans, maar er ontbreekt iets aan laag. In ruil daarvoor krijg je iets te veel hoog, wat dat heldere, maar ook wat schelle geluid oplevert. Het geluid van de QY19 is net wat voller en daarmee prettiger. Opvallend is dat als je de doppen ver in je oren duwt, je er niet zozeer meer bas bijkrijgt, maar juist meer middentonen, wat het geluid net per se beter maakt. De RB-S7 kan niet overweg met aptX en ook niet met aac. De set van Remax is het zuinigst van de hier geteste modellen. Het is de enige set die het meer dan vier uur volhoudt. Het verschil is fors, want de RB-S7 komt zelfs tot bijna vijf uur.
Conclusie
Remax heeft van de RB-S7 een mooi setje oordoppen gemaakt. Prachtig verpakt en ook stijlvol vormgegeven. Het is nog functioneel ook, want vooral door de kleine vleugels blijven de oordoppen prima zitten, al gaan ze na een tijdje wel irriteren. Het bedieningsblok is lekker licht, maar blinkt niet uit in bedieningsgemak. Ook het geluid van de RB-S7 is aardig. Beter dan de goedkoopste oordoppen uit deze test, maar niet het beste. Op dat vlak winnen de oordoppen van Xiaomi en QCY, maar het verschil is niet heel groot. De RB-S7 is echter met afstand het efficiëntst; de accu gaat het langst mee.
Eindoordeel
De Remax RB-S7 is onder meer hier te koop bij AliExpress.
Xiaomi Sport Mini
Bij de oordoppen van Xiaomi is er wat verwarring over de naam. Dat komt vooral doordat de tekst op de doos geheel in het Chinees is gesteld. Dat niet alleen: ook de tekst die je in je telefoon ziet, is geheel in het Chinees. Vertaald staat er iets wat lijkt op Xiaomi Sport Bluetooth Mini. Wij houden het op Sport Mini. Er is meer dat wijst op de Chinese aard van de Sport Mini, want als je de oordoppen in doet en aanzet, wordt je toegesproken door een dame die Chinees spreekt. Wat ze zegt, is voor ons onduidelijk, maar veel verder dan 'aan', 'pairing' en 'uit' zal het niet gaan. Xiaomi levert de Sport Mini in een mooi hoesje, een stevig ovaal ding met een rits, met daarin nog een gaasje ook, waarachter je de oplaadkabel kunt opbergen. Ook Remax levert een hoesje, maar dat van Xiaomi bevalt veel beter.
Xiaomi kiest voor een andere benadering dan de concurrenten in deze test. De oordoppen hebben een ovale vorm, net als de QY19 van QCY. Opvallender is dat Xiaomi de Sport Mini heeft uitgerust met beugels die boven het oor langsgaan en net als bij een bril achter het oor haken. Daardoor is het indoen van de doppen wat gefriemel, maar door de haken zit de Sport Mini als een huis en doet hij dus zijn naam eer aan; hij is zeer geschikt om mee te sporten.
Toch valt er nog iets aan te merken op de constructie van de Sport Mini. We hebben eerder de Beats Powerbeats³ Wireless getest. Die heeft een vergelijkbare beugel, maar zit iets prettiger en ook steviger, onder meer doordat de beugel van de Beats dikker is. De Sport Mini is wel lichter dan de set van Beats, wat tijdens sporten natuurlijk prettig is. Wat ook helpt, is dat Xiaomi de dopjes die in je gehoorgang verdwijnen, onder een schuine hoek plaatst. Samen met de ovale vorm van de oordop zelf heeft dit tot gevolg dat de Sport Mini goed in je oren past en niet alleen stevig, maar ook prettig zit. Xiaomi levert de dopjes bovendien in vijf verschillende maten mee, wat maakt dat er genoeg keuze is.
Xiaomi maakt nog een opvallende keuze. De Sport Mini heeft een klein bedieningsblokje in het snoer, net als de overige modellen in deze test, maar waar de andere merken het blokje ergens op een kwart van het snoer plaatsen, zit het bij de Sport Mini precies in het midden. Dat niet alleen: het blokje zit niet in het snoer, maar aan het einde van het snoer; uit het blokje loopt het snoer via een y-splitsing naar de twee oordoppen. Dat heeft een vreemde consequentie. Als je het snoer in je nek hangt, zoals bij bijna alle oordoppen de bedoeling is, dan kun je niet meer bij de knoppen op het blokje. Het is dus handiger om het blokje onder je kin te hangen. Om te voorkomen dat het heen en weer stuitert, zit achter op het blokje een brede en stevige klem, waarmee je hem op je kleding kunt vastzetten. Dat is een prima voorziening, want eenmaal vastgezet zit de Sport Mini prima als je ermee gaat sporten.
De Sport Mini heeft een ipx4-rating en het blokje lijkt inderdaad goed bestand tegen vocht, zowel de knoppen als het klepje waarachter de micro-usb-aansluiting schuilgaat. De knoppen van het blokje zijn wat minder makkelijk te bedienen dan bij de QCY QY19. Daar zijn ze lekker groot en grijp je altijd raak. Bij de Sport Mini is dat wat minder, zeker bij de knop om het volume terug te schroeven. Erg nadelig is het echter niet.
Het geluid van de Sport Mini is verrassend goed. Vooral het laag springt eruit. Dat is meestal het pijnpunt bij goedkope oordoppen, maar de Xiaomi wint daarin makkelijk van de concurrentie. Voor wie het liefst een neutraal geluid heeft en bijvoorbeeld graag naar klassieke muziek luistert, is het misschien zelfs wat te veel. Het geluid heeft een piek in het midden, wat de klank af en toe wat goedkoop doet klinken. Het is hoorbaar bij de zang in een nummer als Etched Headplate van Burial en Are You Gonna Be My Girl van Jet, om weer wat nummers uit ons testrepertoire aan te halen. Het maakt dat het op dit vlak moeilijk kiezen is tussen de QCY QY19 en de Xiaomi Sport Mini. De QY19 heeft wat minder bas en is daarmee wat neutraler. De Sport Mini knalt wat meer, vooral bij muziek waarin bas een belangrijke rol speelt. Het is een kwestie van smaak wat je voorkeur heeft. Overigens kan de Xiaomi Sport Mini overweg met aptX, maar niet met aac, net als de QY19.
Conclusie
Xiaomi heeft met de Sport Mini een set oordoppen ontworpen waar je een beetje op moet vallen, maar die zijn naam zeker waarmaakt. Met de beugels die over het oor vallen, zitten de oordoppen als een huis. Ze zijn bovendien licht, wat tijdens het sporten erg prettig is. De klem waarmee je het bedieningsblokje op je kleding vastzet, is eveneens handig. De Sport Mini lijkt ook wat zweet te kunnen verdragen. De Sport Mini heeft de meeste bas van de hier geteste oordoppen. Het geluid is echter niet zo neutraal als dat van de QCY QY19 en het zal van je smaak afhangen waar je de voorkeur aan geeft. Hoewel ook de QY19 zich goed houdt tijdens het sporten, is de Xiaomi Sport Mini daar het geschiktst voor.
Eindoordeel
De Xiaomi Sport Mini is onder meer hier te koop bij GearBest.
Bereik en accuduur
Wat het bereik van de oordoppen betreft, kunnen we kort zijn; over de hele linie valt het tegen bij deze goedkope modellen. We hebben het bereik buiten getest, zodat we zo min mogelijk storende invloeden hebben en we de test onder gelijke omstandigheden kunnen herhalen. Daarbij valt op dat er een duidelijk verband is tussen prijs en bereik. In de eerste test die we deden, van oordoppen van ruwweg 150 tot 200 euro, haalden we afstanden tot 130 meter. We hebben ook goedkopere modellen, tot ruwweg 60 euro, getest. Daarbij was het bereik duidelijk minder, al wist de top van dat segment nog steeds een afstand van een kleine 100 meter te halen. In deze prijsklasse is dat duidelijk anders. Hier kun je met geen enkel model ver van de geluidsbron lopen. Geen enkel model weet een bereik van 30 meter te halen, wat een gigantisch verschil is met de 138 meter die we bij de Beats Powerbeats³ Wireless wisten te meten, het model met het beste bereik uit onze tests.
De verschillen met de modellen uit de voorgaande tests zijn dus groot, maar onderling verschillen de modellen uit deze test juist opvallend weinig. Het lijkt er sterk op dat alle zes de modellen een gelijkwaardige of zelfs dezelfde chip aan boord hebben. De winnaar is de Picun H6, waarmee we 26 meter van onze testtelefoon vandaan konden lopen. De doppen van Awei, LPStar en Xiaomi presteerden het minst, maar deden met 22 meter niet veel voor de Picun onder.
Voor een goed bereik moet je het dus in deze prijsklasse niet zoeken. Overigens zegt de afstand die we hebben gemeten, niet per se iets over prestaties in de praktijk. In een omgeving met veel muren, elektronica en mensen zal het bereik soms minder groot zijn dan de afstanden die we hier vermelden, al haalden we binnen Tweakers-hq verrassend genoeg grofweg dezelfde afstand voordat de dopjes gingen stotteren, terwijl er toch bijvoorbeeld hier en daar een muur tussen zat. De onderlinge verhoudingen zeggen bij deze test echter wel wat, al zijn die in deze prijsklasse dus vrijwel gelijk. Kort gezegd storen deze goedkope Chinese dopjes sneller dan de duurdere varianten die we eerder hebben getest, maar dat betekent niet dat de muziek direct en geheel wegvalt als je even van je huiskamer naar je keuken loopt.
Accu
Bij de accuduur doet zich eenzelfde beeld voor. De duurste modellen die we eerder hebben getest, gaan het langst mee en waar dat niet zo is, worden ze geleverd met een powerbank die in de houder is ingebouwd, zoals bij de AirPods van Apple. Bij de modellen tot aan zestig euro was een accuduur van zeven uur vrij gangbaar. Daar komen deze goedkope modellen bij lange na niet aan. De modellen van Awei, LPStar en Picun komen niet veel verder dan drie uur. Xiaomi en QCY komen iets verder, maar houden het nog steeds geen vier uur vol. De SB-R7 van Remax steekt er op dit vlak bovenuit, met een accuduur van net iets minder dan vijf uur. Dat haalt het echter nog steeds niet bij veel van de duurdere modellen.
Overigens valt op dat er geen verband is tussen de omvang van het bedieningsblok en de accuduur. Zo heeft Picun bij de H6 een flink knoppenblok in het snoer gebouwd, dat beduidend groter is dan dat van de meeste andere. Toch laat hij alleen de Awei T11 achter zich, die overigens ook van een behoorlijk groot bedieningsblok is voorzien, terwijl de Remax SB-R7 zo ongeveer het kleinste blokje uit deze test heeft. Het is eerder het verschil in prijs dat de doorslag geeft. Awei, LPStar en Picun leveren de goedkoopste modellen, waar we ruwweg tien euro aan kwijt waren. De modellen van Xiaomi, QCY en Remax presteren beter, maar daaraan waren we dan ook ongeveer twintig euro kwijt.
Conclusie
Hoewel de verschillen in prijs niet groot zijn, loopt de kwaliteit van de zes modellen in deze test sterk uiteen. En dat terwijl we modellen gekozen hebben die wat uiterlijk en functionaliteit betreft enigszins vergelijkbaar zijn. Toch blijken er ook op dat gebied behoorlijke verschillen te zijn.
De voornaamste conclusie die we kunnen trekken, is dat er een duidelijk verband is tussen prijs en kwaliteit. Dat begint al bij het draagcomfort. Bij de Awei, LPStar en Picun-oordoppen zit er een flink bedieningsblok aan het snoer. Dat trekt het rechteroordopje uit je oor bij het bewegen. Daar is beter over nagedacht bij de headsets van Remax, Xiaomi en QCY, die ook kleinere bedieningsbehuizingen hebben. De Remax-dopjes blijven prima zitten, maar het harde, rubberen vleugeltje gaat uiteindelijk irriteren. De QY19 zit het lekkerst, omdat de oordopjes licht zijn en omdat je ze bijna niet voelt zitten. Voor bij het sporten is de Xiaomi de beste keuze op dit vlak, omdat deze dopjes eveneens licht zijn, maar ook haakjes hebben die over de oren vallen en daardoor goed blijven zitten als je flink in de rondte stuitert.
Dan komen we aan bij de functionaliteit van deze goedkope headsets. Natuurlijk mag je op dit gebied niet te veel verwachten, zoals een bijgeleverd laadstation of een hoge mate van waterdichtheid. Dat soort functionaliteit is voorbehouden aan de duurdere oordopjes. Toch is er ook hier onderscheid, waarbij de Xiaomi Sport Mini bijvoorbeeld wat zweet- en spatwaterdichter is dan de rest. Ook zit er bij die headset bijvoorbeeld een klemmetje, net als bij de RB-S7 en vergelijkbaar met het clipje van de QY19. De goedkopere Picun H6 is op dat punt een uitzondering, want die heeft eveneens een clipje en de beide andere goedkope headsets niet.
De geluidskwaliteit blijft belangrijk wat ons betreft, ook in deze klasse. Op dit gebied mag je evenmin wonderen verwachten en het blijkt inderdaad dat audiofielen niet zullen kwijlen van de superstrakke bas en gebalanceerde geluidsweergave met heldere snares en sprankelende hoge tonen. Maar toch, we zijn eigenlijk best positief verrast over hoe sommige headsets klinken voor deze enorm lage prijzen. Wel zijn het weer de duurdere dopjes die ons het meest bekoren.
Over de goedkopere Awei, LPStar en Picun-headsets kunnen we kort zijn; die klinken erg matig, met de Picun als drager van de rode lantaarn. De RB-S7 klinkt echter al heel aardig, hoewel de balans iets te veel naar de hoge tonen is doorgeslagen, ten koste van de bas. De Sport Mini en de QY19 springen op dit vlak boven de rest uit. Sportheadsets hebben vaak wat meer bas en zo ook de Xiaomi-oordopjes. Daar moet je van houden en liefhebbers van klassieke muziek zullen dat bijvoorbeeld niet doen, maar als je meer een EDM-liefhebber bent, is het niet verkeerd.
Toch gaat onze voorkeur uit naar de QCY QY19, want deze is het meest gebalanceerd en klinkt minder schel dan veel concurrenten in deze prijsklasse. Deze set klinkt nog steeds niet geweldig, maar luistert lekker weg. De oordoppen van QCY en Xiaomi zijn de enige uit de test die ondersteuning bieden aan aptX, maar heel veel voegt dat helaas niet toe. De geluidskwaliteit van oordoppen in deze prijscategorie is niet zo hoog dat je daar veel van zult merken. Met aac, de verbeterde audiocodec waar Apple voor kiest, kunnen geen van de oordoppen overweg.
We hebben ook nog een microfoontest gedaan en daarbij hebben we geen grote kwaliteitsverschillen geconstateerd. De microfoon van de Picun H6 klinkt wel wat schel en de LPStar klinkt juist wat dof, maar je kunt jezelf prima verstaanbaar maken met de microfoontjes in deze headsets, zolang de omgeving niet al te rumoerig is.
De conclusie is zelden zo duidelijk als in deze round-up. Je kunt beter een tientje meer uitgeven als je moet kiezen tussen deze bluetoothheadsets. De goedkope drie zouden wij in het warenhuis in Shenzen laten liggen, maar voor de RB-S7, Sport Mini en QY19 is absoluut wat te zeggen ten opzichte van de soms veel duurdere oordopjes van westerse fabrikanten. Als je goed zoekt, kun je ze bovendien bijvoorbeeld in een flash sale nóg een stukje goedkoper krijgen. De prijs-kwaliteitverhouding is dan ook bijzonder goed te noemen.
Epiloog: drie draadloze-oordopjestests in vogelvlucht
We hebben inmiddels behoorlijk wat bluetooth-oordoppen geprobeerd, van de lekker goedkope doppen uit deze test tot de luxe modellen waarvoor tweehonderd euro wordt gevraagd. We hebben daarbij steeds oordoppen die ongeveer even duur zijn met elkaar vergeleken, omdat het wat oneerlijk is om een headset van een tientje te vergelijken met een exemplaar waarvoor het twintigvoudige wordt gevraagd. Toch is het interessant om te kijken hoe de verschillende modellen zich tot elkaar verhouden. Wat lever je in als je voor goedkope doppen gaat en wat is de meerwaarde van de dure modellen?
Laten we met de deur in huis vallen; het grootste verschil zit niet in de geluidskwaliteit. Er is natuurlijk wel enig verschil op dat punt. De duurste oordoppen uit onze tests, van erkende merken als Sennheiser en Bose, klinken duidelijk beter dan dopjes van een merk als Awei of Picun, die soms minder dan twintig euro kosten. Toch staat het verschil in prijs in geen verhouding tot het verschil in geluidskwaliteit. Sommige goedkope oordoppen klinken verrassend goed, als je de geluidskwaliteit afzet tegen de prijs. Als je geen al te hoge verwachtingen koestert, valt naar een aantal goedkope modellen prima te luisteren.
Het verschil tussen duur en goedkoop zit hem doorgaans in andere zaken. Accuduur bijvoorbeeld: de Powerbeats3 van Beats houden het 11 uur uit, met afstand het langste van alle geteste modellen. Niet alle dure modellen gaan zo lang mee. De populaire Apple AirPods gaan zo'n 3,5 uur mee, ongeveer even lang als de meeste goedkope Chinese oordoppen die we hier hebben getest. Er is echter een groot verschil. Apple, maar ook Samsung, Sol Republic en Bragi, levert zijn oordoppen in een houder waarin een oplaadbare accu is verwerkt. Plaats de oordoppen terug in hun houder en ze worden vanzelf opgeladen. Met de meeste houders kun je de doppen drie of vier keer opladen. Die luxe is er niet bij de goedkope modellen. Er is daarbij overigens een opmerkelijk verschil tussen de goedkope modellen van merken die zich op de westerse markt richten, zoals Philips, JBL en Sony, en de op de Chinese markt gerichte merken als Awei, Picun en QCY. In de eerste categorie is een accuduur van meer dan 7 uur gebruikelijk. De Chinese modellen houden het doorgaans minder dan 4 uur vol.
Er zijn ook flinke verschillen in functionaliteit. Sommige dure modellen zijn voorzien van aanraakgevoelige vlakken, zodat je ze kunt bedienen door er met je vingers op te tikken of te vegen. Zeker bij modellen die niet onderling met een snoer zijn verbonden, als de Apple AirPods en Samsung Gear IconX, is dat een voordeel, hoewel de implementatie niet altijd vlekkeloos is. De IconX blinkt uit in functionaliteit. Naast de oplaadbare accu in de houder heeft het model ook een geheugen in de oordoppen zelf, waar je muziek op kunt zetten. Je bent daarmee dus niet van bluetooth afhankelijk en kunt gaan sporten zonder je telefoon mee te slepen. De IconX heeft ook nog een heel fitnessprogramma aan boord. Het is dan ook het duurste model dat we hebben getest, met functionaliteit die we op geen enkel goedkoper model terugvinden. Een ander verschil: dure modellen zoals die van Samsung en Apple hebben sensoren ingebouwd die de muziek pauzeren als je ze uit je oor haalt.
Comfort
Het verschil in prijs komt het best naar voren in het draagcomfort van de verschillende oordoppen. Er is een duidelijk verband tussen comfort en prijs. De dure merken hebben merkbaar meer aandacht besteed aan de vormgeving van de doppen, en dan niet zozeer aan kleurtjes en andere uiterlijkheden, maar aan de pasvorm van de verschillende modellen. Het is waar het bij veel van de goedkope modellen fout gaat.
De Bose SoundSport Wireless is een voorbeeld van hoe het wel moet. Bose heeft goed nagedacht over de vorm van de klassieke oordop en wijkt af van de traditionele ronde vorm van het zachte deel dat in je oor verdwijnt. Bose heeft daar een enigszins ovale vorm van gemaakt, die veel beter past bij de vorm van je oor. Het geheel sluit daardoor beter af, wat het geluid ten goede komt. Het heeft bovendien tot gevolg dat de oordop makkelijk in de juiste positie in je oor te plaatsen is. Bose heeft de oordop daarnaast van een zacht vleugeltje voorzien, dat precies in de concha van je oor valt, het binnendeel van je oorschelp. De vleugel, die in verschillende maten wordt meegeleverd, zorgt ervoor dat de oordop stevig in je oor geklemd blijft, ook als je ermee sport. Het werkt goed, hoewel de SoundSport relatief zwaar is.
Die vleugeltjes zien we bij veel goedkope modellen terugkomen, maar nergens werken ze zo goed als bij Bose. Sterker: hoe goedkoper de oordoppen, hoe slordiger de fabrikant met de voorziening omgaat. Bij veel goedkope modellen kunnen de vleugels makkelijk draaien of verschuiven, waardoor de doppen niet meer comfortabel zitten, daardoor in veel gevallen minder klinken en makkelijk uit je oor vallen. Het lijkt er sterk op dat de meeste fabrikanten van goedkope modellen maar wat doen: een vleugel meeleveren die er ruwweg uitziet als die van duurdere merken en hopen dat het geheel een beetje functioneert. Dat laatste is zelden het geval.
Het zijn niet alleen de vleugels die bij de verschillende modellen meegeleverd worden, waarbij het prijsverschil duidelijk wordt. Hoewel veel goedkope modellen er bij de eerste aanblik best goed uitzien, zitten ze zelden echt lekker. Tussen de goedkope Chinese modellen zitten exemplaren die gemaakt zijn van mooi geanodiseerd aluminium, waarin magneetjes zijn verwerkt, zodat je de dopjes niet kwijtraakt als je ze even om je nek hangt. Die magneetjes zijn prima, de pasvorm laat echter in veel gevallen te wensen over. Harde randen bijvoorbeeld, die tegen je oor schuren.
Ook niet onbelangrijk: bij veel modellen die comfortabel aanvoelen, zit er een knik tussen het deel dat uit je oor en het deel dat in je oor steekt. Die knik maakt dat de dop onder de juiste hoek in je gehoorgang steekt. Bij modellen die dat niet hebben, merk je vooral dat ze op de verkeerde plekken tegen je oor drukken en dat er steun ontbreekt waar die nodig is. Het maakt dat veel goedkope doppen makkelijk uit je oor vallen.
Codecs
Wat ook opvalt bij de geteste oordoppen, is dat de ondersteuning van nieuwe audiocodecs te wensen overlaat. Er is daarbij weinig verschil tussen dure en goedkope modellen. Dat is zonde, want hier is winst te behalen. Toen de bluetoothstandaard werd opgesteld was het draadloos verzenden van audio nog bepaald geen gemeengoed. Er is een protocol, de low-complexity subband codec ofwel sbc, die de overdracht regelt, maar de kwaliteit daarvan laat te wensen over. De maximale overdrachtssnelheid is 345kbit/s voor stereo. Dat is naar moderne maatstaven niet veel. Toch is sbc het meestgebruikte protocol, want voor overdracht via een beter protocol moeten beide apparaten het ondersteunen. Dus zowel de telefoon die je gebruikt als bron, als de headset moet met dezelfde codec overweg kunnen. Daar gaat het fout, want moderne telefoons kunnen dat in veel gevallen wel aan, maar de oordoppen die we hebben getest, kunnen in veel gevallen enkel met sbc overweg.
De reden dat er weinig ondersteuning is voor nieuwe standaarden, is een oude bekende; er is een richtingenstrijd. Er zijn verschillende standaarden. De belangrijkste is aptX, een standaard die door Qualcomm is ontwikkeld. De codec kan gebruikt worden in plaats van sbc, maar dus enkel als beide apparaten het ondersteunen.
Met enkel aptX zou het leven nog overzichtelijk zijn, maar er zijn verschillende varianten van aptX, zoals Enhanced aptX, aptX Live, aptX-HD en aptX Low Latency, waarbij nog steeds geldt dat beide apparaten dezelfde variant moeten ondersteunen. Om het nog ingewikkelder te maken: omdat aptX uit de stal van Qualcomm komt, zijn er concurrenten die een eigen standaard ontwikkeld hebben. Sony met name, heeft ldac ontwikkeld. Gelukkig doet Sony niet moeilijk. Het lijkt erop dat aptX gaat winnen en de nieuwe modellen van Sony ondersteunen de codec van Qualcomm. Ook sommige oordoppen kunnen ermee overweg. Niet de Sony MDR-XB50BS die wij hebben getest, maar wel de iets duurdere MDR-XB80BS. Ook de populaire WH1000XM2-headset kan ermee overweg. Toch is aptX nog geen gemeengoed.
Veel moderne telefoons kunnen met aptX overweg, maar een meer high-end telefoon is niet altijd een garantie voor AptX-ondersteuning, dus kijk het goed na. Ook zijn genoeg oordoppen en koptelefoons die de codec ondersteunen. Als je echter zowel een telefoontoestel als een setje oordoppen hebt dat met de standaard overweg kan, dan is het nog lastig om te bepalen of er gebruik van wordt gemaakt. Android heeft vanaf versie 8.1 een optie om aptX aan of uit te zetten. Apple kiest uiteraard een andere route. De codec is ingebouwd in OS X, maar niet in iOS en Apple lijkt voorlopig ook niet van plan om ondersteuning toe te voegen. In plaats daarvan heeft Apple gekozen voor aac, een codec die al sinds 1997 geldt als alternatief voor mp3. Mocht je als iPhone-bezitter dus op zoek zijn naar een setje oordoppen dat gebruikmaakt van een betere codec, zoek dan naar een model dat de aac-codec ondersteunt.
Overigens zijn aptX, ldac en aac niet zaligmakend. Uiteraard wil je audio kunnen verzenden met hogere bitrates. Dat levert echter niet direct beter geluid op. De bron moet uiteraard goed zijn, wat bij muziek uit een online stream niet vanzelfsprekend is. Minstens zo belangrijk is de kwaliteit van de oordoppen. Dat zal in veel gevallen de zwakste schakel zijn bij het luisteren naar audio via bluetooth en dat geldt zeker voor veel van de modellen die wij hebben getest. Daar kan ook een betere codec niets aan veranderen.