Het is inmiddels al bijna twee jaar geleden dat Metal Gear Solid V: The Phantom Pain verscheen, voor de PlayStation 4. Dit laatste kunstwerk dat ontwikkelaar Hideo Kojima onder de vlag van Konami maakte geldt tot op de dag van vandaag als een van de beste tactische spionagegames ooit. Het is logisch dat Konami graag nog even voortborduurt op dat succes, en gamers zullen er niet bepaald rouwig om zijn dat er meer Metal Gear aan zit te komen. Of Konami zonder inmenging van de grootmeester zelf in staat is om een net zo hoogwaardig product neer te zetten, is echter nog even de vraag.
/i/2001630717.png?f=imagenormal)
Gespeeld op: Xbox One
Verschijnt ook voor: pc, PlayStation 4
De mazzel voor Konami is wel dat de vergelijking tussen games 'met' en 'zonder' Kojima voorlopig nog niet hoeft te worden gemaakt. De eerste 'Kojima-loze' Metal Gear is Metal Gear Survive, een heel ander type game dan de Phantom Pain. Metal Gear Survive is, zoals de naam al doet vermoeden, een game die gericht is op overleven, en wel in een ander universum. De overblijfselen van Mother Base worden samen met wat soldaten door worm holes opgezogen en in een ander universum achtergelaten. Dat universum blijkt vol te zitten met zombie-achtige wezens, de wanderers. Het is dus zaak voor de soldaten om zich zo snel mogelijk te wapenen tegen de aanvallen van die domme, maar gevaarlijke wezens.
Centraal bij het 'zorgen dat je dit vijandige universum kunt overleven' staat het vormgeven van je eigen personage en je basis. De constante groei daarvan wordt bewerkstelligd in zowel singleplayer als multiplayer. In beide spelmodi pluk je de vruchten van wat je eerder in andere spelmodi hebt gedaan. Metal Gear Survive schotelt spelers een open wereld voor die ze in principe vrij kunnen ontdekken. Hoe verder je van je basis bent, hoe gevaarlijker de wereld is. Dat zit hem niet alleen in de wezens die je tegenkomt, maar ook in de omstandigheden die niet voor mensen zijn gemaakt. Onderdeel van het proces is dus dat je je eigen uithoudingsvermogen en weerbaarheid verbetert. Tegelijkertijd bouw je ook je basis uit, wat de nodige bonussen oplevert.
Het uitbouwen van je basis en het opbouwen van je eigen capaciteiten is een spel van blueprints en grondstoffen. De blueprints of recipes stellen je in staat iets nieuws te maken, mits je de benodigde spullen ervoor hebt. Die spullen verdien je door missies uit te voeren, zowel in je eentje als in een team, maar je kunt ze ook gewoon in de spelwereld vinden door een wandeling buiten je basis te maken. Hoe verder je avonturiert, hoe beter de loot is. Het loont dus om ervoor te zorgen dat je steeds verder kunt komen en steeds langer weet te overleven. Op die manier zul je in je basis uiteindelijk allerlei voorzieningen opbouwen die mensen nodig hebben om te overleven. Dat begint met dingen om je basis te verdedigen, maar er hoort ook bij dat je voor voedsel zorgt door planten te verbouwen en dieren te houden.
Hoe zo'n basis er uiteindelijk uit gaat zien, hebben we tijdens onze speelsessie op de Gamescom niet gezien. Wel hebben we een coöperatieve missie kunnen spelen. Daarin kregen we een van de door Konami klaargemaakte standaardpersonages voorgeschoteld. In de uiteindelijke game maakt elke speler natuurlijk een eigen avatar aan, die je dan ook naar eigen inzicht kunt vormgeven. De archetypen waar we in dit geval uit konden kiezen toonden verschil in wapens en speciale eigenschappen. Die eigenschappen zijn belangrijk, want ze voorzien je van verdediging. Zo kan de één een hek neerzetten om wanderers te vertragen, terwijl een ander een turret of ander wapen neer kan zetten. Hier balans in vinden, lijkt bij voorbaat belangrijk.
Boor beschermen
Is iedereen klaar voor actie, dan kan er een missie worden gekozen door in een bepaalde cirkel te gaan staan. Kijkend naar de icoontjes bij de cirkels kunnen verschillende missies worden gekozen. Wij werden door Konami op een missie gestuurd waarbij we een grote drilboor moesten bewaken. Het doel: zorg dat de boor overleeft zodat hij kan gaan boren, wat alle spelers in het potje een flinke lading bruikbare grondstoffen en blueprints oplevert. De boor bevindt zich, handig genoeg, midden in een soort basis die met wat kleine aanpassingen makkelijk is te verdedigen. Bovendien worden de routes die de wanderers zullen nemen van tevoren aangegeven, dus daar is alvast rekening mee te houden. Wanneer de spelers tevreden zijn over de geplaatste valstrikken en andere elementen ter verdediging, begint de eerste ronde. Dat betekent dat een aantal worm holes zich opent, waarna er allerlei wanderers uit tevoorschijn komen. Die eerst golf is vrij eenvoudig te verslaan. Met het oog op de gelimiteerde ammunitie is het wellicht slim hier te werk te gaan met pijl en boog of handwapens, zo gaven de ontwikkelaars ons mee.
/i/2001630715.png?f=imagenormal)
Die eerste ronde hebben we dus snel overleefd, maar de tweede bleek al lastiger. Hier zagen we een nieuw soort wanderer dat explodeert als hij aan het einde van zijn leven is. Dat bemoeilijkt een en ander, maar kan ook in je voordeel werken als die explosie in de buurt van veel andere wanderers plaatsvindt. Met enige moeite kwamen we de tweede golf door, maar de boor had wat schade opgelopen en onze kogels waren zo goed als op. Geen nood: tussen de rondes door zijn er optionele missies speelbaar die bonussen opleveren. Je moet er meestal een eindje voor buiten je basis, maar de beloning is het waard. Door een bepaalde locatie te ontdoen van wanderers en een voorwerp te vinden, verdienden we een ammobox in de basis en werden onze voorraden weer aangevuld. Klein detail: slechts drie van de vier spelers kon een refill krijgen. Hier komt dus ook weer wat teamwork om de hoek kijken: wie heeft het het meest - of minst - nodig?
Mechs
Na de volgende golf kwam er opnieuw een kans. Ergens in de buurt stonden twee mech-walkers opgeslagen, die goed van pas zouden komen bij de laatste en zwaarste ronde. Ze werden bewaakt door een paar van de sterkste wanderers die we in onze sessie tegenkwamen, maar er bleek een oplossing: gewoon snel naar de mechs rennen en met die mechs ook de bewakers verslaan. Dat werkte, en binnen de kortste keren waren we samen met een van de andere spelers op een mech op weg terug naar de basis. Daar stond de beslissende strijd op het punt van beginnen, dus we kwamen precies op tijd. De mechs waren niet alleen voorzien van een heel aardig machinegeweer, maar deelden ook rake melee-klappen uit. Vooral die acties, waarbij we de wanderers letterlijk kapotstampten, maakten veel verschil. Wel tikten we hierbij soms ook een medespeler bij omver. Friendly fire stond aan, dus enige voorzichtigheid was wel geboden.
/i/2001630711.png?f=imagenormal)
Met dank aan de mechs overleefden we de laatste ronde. In die laatste ronde werd de basis aangevallen door normale wanderers, exploderende wanderers en extra sterke wanderers, maar met twee mechs leverde dat alles nauwelijks een probleem op. In beweging blijven en de exploderende wezens in je voordeel gebruiken, luidt het advies. Ook de bogen met exploderende pijlen bleken extreem handig in het heetst van de strijd. In die strijd werd een ding wel duidelijk: Metal Gear Survive is leuk. Met zijn vieren samenwerken om grote groepen zombies te verslaan, levert plezier op. Of dat lang zo blijft, hangt natuurlijk af van meerdere factoren, maar dit belooft wel wat.
Graag meer sneaken
Toch missen we tegelijkertijd ook iets in de gameplay. Alles voelt aan zoals in Metal Gear Solid V: The Phantom Pain, maar toch speelt de game totaal anders. Het 'sneak'-element is weg of speelt amper meer een rol. Dat is wel jammer. Het is niet uit te sluiten dat er nog missies komen waar ongezien te werk gaan wél een rol speelt. Dat is te hopen, want het voelt als een onmisbaar stukje 'Metal Gear dna'. Het zou zonde zijn als Metal Gear Survive uiteindelijk niet meer dan een recht toe, recht aan zombieknaller wordt.
Op de vraag hoe het Konami zonder Kojima zal vergaan, gaat Metal Gear Survive geen antwoord geven. Deze game lijkt uiteindelijk in weinig op hoe een Metal Gear Solid-game normaal in elkaar zit. De nadruk ligt op het knallen op de zombie-achtige wanderers en het opbouwen van een basis, om er zo voor te zorgen dat je dat eerste steeds effectiever kunt doen. Een heel andere game dus, maar wel een game die zich afspeelt in een herkenbare omgeving. Niet letterlijk, want het is een alternatief universum, maar iedereen die The Phantom Pain heeft gespeeld herkent gebouwen en andere onderdelen in de spelwereld. Dat betekent ook dat de game op technisch vlak nauwelijks is verbeterd ten opzichte van The Phantom Pain. Niet dat dat per se nodig was, maar het onderstreept wel wat Metal Gear Survive is. Een andere game, gebouwd op dezelfde fundamenten en met dezelfde bouwonderdelen als MGS V: The Phantom Pain.