Inleiding: anders dan anders
Samengevat
Streacom heeft met de DB4 een bijzonder esthetisch verantwoorde behuizing uitgebracht, die een mitx-systeem volledig passief laat bouwen. De processorkoeling wordt verzorgd door meegeleverde heatpipes die warmte aan de zijpanelen afgeven. In de praktijk blijkt de behuizing 45W-processors goed aan te kunnen, maar hogere tdp's is wat te veel gevraagd van deze koelmethode. Optioneel kun je een videokaart kwijt, maar die moet dan wel door het pcie-slot gevoed worden; er is geen ruimte voor voedingen met een peg-connector. Voor enkel een moederbord met ssd is de behuizing aan de forse kant en als je het uitgebreider wil, moet je flink je best doen om een compatibel systeem samen te stellen. Hou ten slotte rekening met de beperkte ruimte voor de kabels aan de onderkant; stekkers passen lang niet altijd in de beperkte ruimte.
Eindoordeel
We zagen de kleine kubus van Streacom al tijdens de Computex van afgelopen zomer en een volledig passief gekoelde, met zorg ontworpen mini-itx-behuizing deed ons destijds al watertanden. Enkele maanden later kregen we de kans om deze nieuwe Streacom DB4, een naam die doet denken aan een Aston Martin-sportwagen, te testen. Toen de uitstekend verpakte behuizing op ons kantoor verscheen, moest de DB4 dan ook eerst uitgebreid aan bewonderende blikken worden onderworpen, waarna het tijd werd om hem naar het testlab te verhuizen.
We moeten de review van de DB4 noodgedwongen iets anders aanpakken dan die van de mitx-behuizingen die we eerder hebben gereviewd. De behuizing is namelijk passief gekoeld en niet alle hardware past erin. Zo kunnen we onze standaardvoeding niet kwijt en ook de videokaart die we in andere mitx-behuizingen inbouwden, past niet in de aluminium doos. Tijdens het testen bleek onze gebruikelijke processor bovendien niet de geschiktste apu; 65W is over het algemeen wat hoog gegrepen voor de passieve koeling.
We reviewen de Streacom DB4 dan ook vooral als losstaand product en maken slechts terloops vergelijkingen met de prestaties van andere mitx-systemen. We richten ons voornamelijk op de bouw, het gebruik en de praktijk van de DB4. Daar hoort natuurlijk het uiterlijk bij, want dat de behuizing een opvallende verschijning is, behoeft geen betoog.
/i/2001309185.jpeg?f=imagenormal)
Uiterlijk: kubus
De DB4 is een aparte verschijning, die het kortst te beschrijven is als een kubus van aluminium. De vier zijkanten van de kubus zijn identiek; ze zijn van vier tot twaalf millimeter dik aluminium gemaakt. De panelen zijn eigenlijk twaalf millimeter dik, maar om de oppervlakte te vergroten zijn er groeven in gefreesd die de dikte tot vier millimeter reduceren. De hoeken van de ribben zijn afgerond en de afwerking van het aluminium is geanodiseerd, wat het oppervlak een beetje ruw maakt.
/i/2001309149.jpeg?f=imagenormal)
De onder- en bovenkanten zijn niet van aluminium gemaakt, maar van een dunner, zwart materiaal. Aan de onderkant is voor metaal gekozen, omdat daar onder meer uitsparingen voor het i/o-shield, frontpanelconnectors en voedingsstekkers nodig zijn. Dat i/o-shield zit ongeveer halverwege de behuizing en aan de voorkant zitten een enkele powerbutton en twee usb 3.0-poorten.
Hoe je die poorten in de praktijk gebruikt, is ons een raadsel. Ten eerste zijn ze onder een gekke hoek onder de behuizing weggewerkt en als je een usb-apparaat op de goede manier voor de poort krijgt, past het niet. De hoogte van de poten, slechts 47mm, is namelijk ontoereikend om bijvoorbeeld usb-drives in de poorten te steken. Die poten zijn wel mooi; ze bestaan uit twee negentig graden gebogen beugels die aan de behuizing zijn vastgenageld en zijn van hetzelfde aluminium als de zijpanelen.
De poothoogte is een probleem dat we ook tegenkomen bij het inbouwen en dan vooral het aansluiten. Je moet toch al een haakse voedingsstekker gebruiken als je een op netstroom aangesloten voeding gebruikt; een rechte standaardeurostekker past niet. Dat geldt ook voor sommige andere connectors. Lange usb-pluggen hebben weinig speelruimte en dat gaat helemaal op voor de bijna altijd forse displayport-stekkers. Ook met hdmi- en dvi-stekkers moet je scherpe bochten in de kabels maken om de behuizing niet op de kabels danwel stekkers en z'n poten te laten wiebelen. Geen ramp, want dit is toch al een behuizing waarvoor je zorgvuldig je componenten moet kiezen, maar wel iets om rekening mee te houden.
De onderkant is van metaal en is, hoewel je hem weinig zult zien, netjes afgewerkt. Des te spijtiger is het dat de bovenkant, die met vier imbusschroeven vastzit, van plastic is. Dat plastic is weliswaar aardig afgewerkt, maar voor een behuizing van dit kaliber had een bovenkantje van laten we zeggen 1mm dik, powdercoated staal een stuk sjieker aangevoeld. Wat wel weer een mooi detail is, is dat de beugels waaraan de bovenkant wordt bevestigd, geveerd aan de behuizing vastzitten. Dat zal helpen met trillingen, maar dient ook een praktischer nut, namelijk dat je de bovenkant er makkelijker aftilt als je hem losmaakt. Hij komt immers een stukje naar boven.
Los van het plastic bovenkantje is de DB4, voor als het nog niet duidelijk was, een prachtige behuizing, die een en al luxe uitstraalt. Dat geldt des te meer als je hem oppakt; je weet waaraan de driehonderd euro die de behuizing kost, is opgegaan, want het aluminium weegt zeven en een halve kilogram. Dat is nogal wat voor een mitx-behuizing die voor negentig procent uit een van de lichtste metalen bestaat. De afwerking van de panelen en de voetbeugels is zonder meer uitstekend en de DB4 verdient dan ook een prominente plaats op een bureau of tafel.
Interieur: doordacht bouwen
Nadat de bovenkant is losgeschroefd en weggenomen, kunnen de zijpanelen worden verwijderd. Die zijn vastgeschroefd en min of meer vastgeklikt dankzij vier schroefkoppen op de hoeken, die in sleuven vallen. Om te voorkomen dat de zijpanelen ongewenst verschuiven, worden ze vastgehouden met een lange kartelschroef die door het binnenframe zit. Het los- en weer vastklikken van de zijpanelen vergt wat Fingerspitzengefühl, maar het systeem werkt prima en voorkomt het gebruik van schroeven of andere zichtbare bevestigingsmiddelen op de buitenkant van de panelen. Dat draagt allemaal bij aan de strakke afwerking.
Met de boven- en zijkanten verwijderd, blijft er maar weinig van de DB4 over. De bodemplaat met voetbeugels houden we natuurlijk en het binnenwerk bestaat uit twee compartimenten, gescheiden door de moederbordplaat, en uit dunne metalen ribben waaraan enkele beugels bevestigd zijn. De moederbordplaat zit vast met dezelfde kartelschroeven als die de zijpanelen blokkeren en scharniert op twee ronde metalen bussen onderin. Het moederbord schroef je simpelweg op deze ondergrond, en daarmee komt een einde aan de makkelijke hardware-installatie.
We hebben de Streacom-behuizing met en zonder aparte videokaart getest, en daarbij liepen we tegen een probleem aan. Afhankelijk van je videokaart gaat die problemen opleveren in de krappe behuizing. Uiteraard moet je een minikaartje kiezen, niet meer dan 200mm lang en 116mm hoog. Als je echter een videokaart met peg-voedingsconnector hebt, mag die niet haaks op je videokaart zitten, want dan krijg je het zijpaneel er niet meer op. En onze standaardvideokaart voor itx-systemen past niet, doordat een loos stukje pcb tussen slotplaat en sli-connector de inbouw verhindert. Dat was de voornaamste reden om een 1050 Ti in te bouwen, die ten eerste wel gewoon past en bovendien alleen voeding van het pcie-slot nodig heeft.
In het schijven- danwel voedingscompartiment komen we een ander probleem tegen. Je kunt allerlei componenten bevestigen door middel van de eerder genoemde beugels die aan de ribben zitten. Als je echter 3,5"-drives wil bevestigen, hangen die in de regel maar aan één zo'n beugel, een beetje slapjes wat ons betreft. Hetzelfde geldt voor 2,5"-drives als ssd's, maar die wegen bijna niets en hebben geen bewegende onderdelen, waardoor de enkelzijdige ophanging geen probleem is. In hetzelfde compartiment moeten we Streacoms ZF240-voeding kwijt. Dat is net geen sfx-voeding, maar iets kleiner en volledig passief gekoeld. De voeding wordt met een van de beugels vastgezet en door middel van een koelkussen wordt contact met het zijpaneel gemaakt om wat warmte te dissiperen. De netvoeding komt via een verlengkabeltje binnen en de euroconnector moet, zoals gezegd via een haakse stekker, in die connector geprikt worden. Die connector wordt in de bodem vastgeschroefd, waarbij je het voorgeïnstalleerde plaatje voor een picovoeding moet verwijderen.
We reviewen deze ZF240-voeding hier verder niet, maar als je meer dan één schijf en/of een videokaart kwijt wil, moet je deze voeding eigenlijk wel kopen. Nadeel: hij kost 150 euro, wat dus nog eens boven op de toch al pittige prijs van 300 euro voor de DB4 komt. De voeding heeft niet alleen sataconnectors, maar ook twee molexstekkers en zelfs een floppystekker. Vooral dat laatste lijkt ons nogal overbodig, maar in plaats van de molexstekkers hadden we ook liever sata gezien. De voeding meet 139 bij 86 bij 47 millimeter en heeft een aluminium behuizing. Het geleverde vermogen bedraagt maximaal 240 watt, meer dan genoeg voor een mitx-systeem dus.
Je kunt er ook voor kiezen zelf een voeding in te bouwen als je niet nog eens 150 euro wil uitgeven. Als je alleen een mitx-moederbordje met bescheiden processor en een ssd'tje wil inbouwen, kun je volstaan met een pico-psu. Het plaatje in de bodemplaat is daar al geschikt voor; je verbindt daar de jack van de externe voeding met de pico-psu. Dat geeft je ook wat meer ademruimte in het schijven- annex voedingscompartiment.
Dan rest ons de installatie van de koeling. Uiteraard is er, dankzij het dikke aluminium, volop warmtegeleiding, maar toch is er ook wat convectie in de behuizing. Warme lucht wil opstijgen en dat kan tot op zekere hoogte, want er zitten kleine sleuven tussen de zijpanelen en de bovenkant om warmte te laten ontsnappen. Geleiding is echter de primaire methode om warmte af te voeren in de DB4 en daarvoor wordt een processorkoeler in de vorm van heatpipes meegeleverd. De installatie daarvan vergt weer wat passen en meten om alles goed geconfigureerd te krijgen en de heatpipes in contact te brengen met de aluminium zijpanelen.
Standaard krijg je een setje met vier heatpipes van 6mm doorsnede mee, ruwweg in een grote u-vorm. De korte poten gaan door het koelblok op de processor, de lange gaan naar een blok dat met het zijpaneel contact maakt. De heatpipes steken in beide gevallen door een aluminium, halfopen blok met ruimte voor zes pijpjes, maar bij de processor biedt een koperen plaat ter grootte van de heatspreader en drie millimeter dikte een beter contact en warmtegeleiding. De opstelling met vier heatpipes moet voldoende zijn voor processors tot 65W en met een uitbreidingskitje kun je zelfs nog hoger gaan: tot 110W. We hebben zowel 45W als 65W getest, dankzij een AMD-apu met instelbare tdp.
Wat moet je nu in de DB4 inbouwen? Je zou zeggen: er is ruimte genoeg voor een vrij krachtig mitx-systeem, met videokaart, een paar schijven en een stevige processor. Dat levert echter problemen op met je voeding. Het systeem eet nogal wat vermogen en dus moet je een flex-psu kopen, die pittig geprijsd is en ruimte vergt. Bovendien kun je al die warmte eigenlijk niet kwijt met bijna alleen geleiding. Dan moet je ventilators kunnen gebruiken, maar daar is geen plek voor. Aan de andere kant leent de DB4 zich perfect voor een bescheiden mitx-systeem met alleen een ssd en heel misschien nog een harde schijf: mooi voor een htpc. Maar dan is de behuizing misschien nogal uit de kluiten gewassen en zou je een veel kleinere behuizing kunnen uitzoeken. Daarmee valt de DB4 een beetje tussen servet en tafellaken: te groot voor een een simpel mitx-systeem en niet genoeg koeling voor een compacte krachtpatser.
Prijzen en specificaties
Categorie |
Behuizingen |
Merk |
Streacom |
Uitvoering |
Streacom DB4 Fanless Chassis |
Eerste prijsvermelding |
Zondag 2 oktober 2016 |
Behuizingtype |
Small formfactor |
Formfactor |
Mini-ITX |
Behuizingpaneel |
Closed |
Materialen |
Aluminium |
Grafische kaart maximumlengte |
200mm |
Behuizing bay intern |
12x 2,5", 5x 3,5" |
Behuizing bay extern |
Slot-loading |
Aansluitingen voorzijde |
2x usb 3.0 |
Inclusief voeding |
Nee |
Hoogte |
270mm |
Breedte |
260mm |
Diepte |
260mm |
Volume |
18,25 liter |
Gewicht |
7,5kg |
Kleuren |
Zilver |
Fabrieksgarantie |
1 jaar carry in |
Bijzonderheden |
Maximaal 12x 2,5"-drives in 5x 3,5"-bays |
Specs van fabrikant |
Productinformatie van de fabrikant |
Prestaties: vier varianten
We moesten noodgedwongen afwijken van ons standaard-mitx-testsysteem. Het moederbord is onveranderd met de FM2A78M-ITX+ van Asrock, maar als processor hebben we nu de AMD A10-7800 genomen. Die hebben we, dankzij zijn configureerbare tdp, op zowel 45W als 65W getest in de DB4. Ook voor de videokaart moesten we, zoals eerder uitgelegd, naar een ander model uitwijken en kozen we voor de GTX 1050 Ti 4GB OC van MSI. De voeding ten slotte was Streacoms eigen ZF240. We hebben nog even gekeken of een sfx-voeding ook past en dat is lastig. Fysiek zou het passen, maar je kunt de voeding niet vastschroeven, omdat je dan de powerknop en de stekkerconnector blokkeert. Bovendien moet je dan weer een verloopje kopen om de eurostekker met de voeding te verbinden.
We hebben de behuizing in vier scenario's getest: met de A10-7800 op een ingestelde tdp van 45W, met een tdp van 65W, en met de processor op 45W en 65W, maar dan met de 1050 Ti-videokaart ingebouwd. Zoals gebruikelijk geven we relatieve temperaturen boven kamertemperatuur weer, om variaties in de kamertemperatuur te compenseren. Voor de echte temperaturen moet je dus gemiddeld zo'n twintig graden bij de weergegeven waarden optellen. De geluidsdruk wordt wel absoluut weergegeven en meten we op 20cm van de behuizing in een geluidsarme ruimte met een omgevingsgeluid van 30dB(A). De temperaturen zijn afkomstig van HWMonitor en worden van de Cpu Package-, Systin- en gpu-sensoren uitgelezen.
Temperaturen idle
- Idle - Cpu
- Idle - Systeem
- Idle - Gpu
Onbelast kan de passieve koeling de processor wel aardig koel houden. AMD-apu's laten altijd een stuk hogere temperaturen meten dan Intel-processors, dus van de 30-35 graden, of eigenlijk 50-55 graden, schrikken we niet. De systeemtemperaturen zijn na vijftien minuten idle wel vrij hoog; meestal meten we maar een graad of tien boven kamertemperatuur. Ook de videokaart is niet echt koel, maar de actieve koeling helpt deze component nog het best.
Temperaturen load
- Load - Cpu
- Load - Systeem
- Load - Gpu
Na een belasting van vijtien minuten met Prime95 en met de videokaart gemonteerd, gecombineerd met Furmark, lopen de temperaturen flink op. De cpu-temperatuur zit in bijna alle gevallen tegen de maximale temperatuur aan: ruim boven de honderd graden. Met de 45W-ctdp-configuratie blijft de 7800-apu wel enkele graden koeler.
De systeemtemperatuur loopt ook aardig op, maar met de 65W-ctdp-apu en de videokaart actief is dit gevaarlijk warm aan het worden. Dat de GTX 1050 Ti in dit scenario zijn warmte minder goed kwijtraakt, zien we dan ook aan de gpu-temperatuur, die tien graden hoger is dan met de 45W-configuratie. We hebben uiteraard geen gpu-temperaturen gemeten als we geen videokaart ingebouwd hadden.
Update: reactie van Streacom
De technici van Streacom laten weten dat zij met een Intel Core i3-2120 met tdp van 65W hebben getest en daarmee onder Prime-load temperaturen van slechts 80 graden Celsius noteren wanneer ze het koelblok en de heatpipes van koelpasta voorzien. Met enkel de thermal pad komen de temperaturen iets hoger uit, op ongeveer 87 graden.
Geluidsproductie
In principe hebben we alleen geluidsmetingen kunnen doen met de 1050 Ti-kaart gemonteerd. Zonder die kaart meten we alleen het omgevingsgeluid. Het ventilatortje van de MSI-kaart hoeft idle nog niet zo hard te werken en we zien dan ook weinig geluidsdruk op onze meter. Onder belasting heeft de ventilator het drukker en moet hij flink draaien, maar ook dan isoleert het dikke aluminium het gezoem van de videokaart prima. Zelfs onder belasting hoor je het systeem dan ook nauwelijks.
Dat geldt natuurlijk helemaal voor de configuraties zonder videokaart; het systeem is dan volledig passief gekoeld en er is niets wat geluid kan maken.
Warmtebeelden
Om in kaart te brengen hoe de passieve koeling functioneert, hebben we met onze Flir-warmtebeeldcamera enkele opnames gemaakt. Daarbij hebben we Prime gedraaid in de 45W- en 65W-ctdp-configuratie. In het eerste geval duurde het zo'n veertig minuten voordat de buitenkant van de DB4 tot ongeveer 45 graden Celsius was opgewarmd. Bij de 65W-instelling duurde dat, na anderhalf uur afkoelen overigens, slechts zeven minuten. In beide gevallen bedroeg de processortemperatuur ongeveer 90 graden, of 110 graden zonder omgevingstemperatuurcorrectie. 45 graden is het punt waarop metaal onprettig wordt om vast te pakken.
Zes warmtebeelden van de DB4 met een 45W-apu
Zes warmtebeelden van de DB4 met een 65W-apu
Conclusie: keuzes maken
De DB4 is nogal een buitenbeentje onder de behuizingen die we bij Tweakers hebben getest. De behuizing is ontworpen voor passieve koeling en gemaakt van zeer luxe materiaal, met aluminium panelen van ruim een centimeter dik. Het is dan ook een lastige behuizing om te beoordelen, omdat er, behalve Streacoms eigen behuizingen misschien, weinig vergelijkingsmateriaal is en al helemaal geen vergelijkingsmateriaal dat we hebben getest. Dat is dan ook de reden waarom we de behuizing niet vergelijken met eerder geteste en actief gekoelde mitx-behuizingen en de DB4 als een losstaand product behandelen.
Overigens staat het natuurlijk buiten kijf dat de Streacom DB4 een prachtige en opvallende verschijning is, die een speciaal plaatsje verdient. Onder een bureau of anderszins weggemoffeld is uit den boze voor deze behuizing, temeer omdat die, zonder voeding, tegen de driehonderd euro kost. Toch hebben we ook een paar minpuntjes kunnen ontdekken en dat maakt dat we wel drie keer zouden nadenken alvorens tot aanschaf over te gaan.
Een simpel op te lossen minpunt is dat de plastic bovenkant nogal uit de toon valt bij de rest van de behuizing. Bij een behuizing van dit kaliber en deze prijs hadden we graag metaal gezien. Dat is het enige minpuntje over de bouwkwaliteit wat ons betreft. Wat het ontwerp betreft hebben we een wat zwaarder wegend minpunt, en dat is de bereikbaarheid van de poorten onderop. De hoogte van de voet is voor veel connectors gewoonweg ontoereikend en je zult je stekkers goed moeten kiezen om ze onder de behuizing te laten passen. Dat begint met een haakse eurostekker en kan uitmonden in speciaal aan te schaffen kabels met korte displayport-connectors, korte usb-stekkers en compacte dvi-aansluitingen. En dan hebben we het nog niet gehad over de relatieve nutteloosheid van de twee frontpanel-usb-poorten.
Dan een heikel punt: wat doe je met de voeding? Dat probleem hangt samen met de keuze voor het systeem dat je in de DB4 wil bouwen. De behuizing leent zich eigenlijk het best voor een heel simpel systeem, met een mitx-bordje met daarin een processor van niet meer dan 45W; 65W is echt te veel, hoewel Streacoms metingen met een 65W Intel-processor acceptabele temperaturen laten zien. Dat systeem kun je prima met een picovoeding van vier of vijf tientjes van prik voorzien, maar dan is de behuizing wel erg groot. Je koopt de DB4 dan eigenlijk puur voor de looks en wat dat, en de bouwkwaliteit, betreft scoort de behuizing eigenlijk de maximale score.
Benut je aan de andere kant de extra ruimte, door bijvoorbeeld een videokaart in te bouwen, een flink aantal drives onder te brengen of een combinatie daarvan, dan zou je eigenlijk moeten uitwijken naar Streacoms compacte ZF240-voeding; een standaard-sfx-voeding past helaas niet. En dan zit je met een meerprijs van 150 euro voor een voeding die niet eens een peg-connector heeft, maar wel twee wellicht overbodige molexstekkers en een anachronistische floppyconnector. Het voordeel is dat je dan over 240 watt volledig passief gekoelde voeding beschikt. Als alternatief kun je misschien beter een stevige pico-psu kopen. Die is verkrijgbaar tot zo'n 150W, voldoende voor een systeem met een slotpowered videokaart.
De behuizing kan extra vermogen van de processor maar lastig dissiperen. De beste combinatie met de DB4 lijkt dus een mitx-bord met een zuinige processor en een ssd'tje, gevoed door een pico-psu en optioneel een slot powered, zuinige videokaart. Dan heb je een prijzige, maar bijzonder esthetisch verantwoorde behuizing in huis, die flink de aandacht zal trekken, maar niet door het geluid, dat zelfs volledig kan ontbreken.
Eindoordeel