We zouden niet eerlijk zijn als we zouden zeggen dat de innovaties die zich in de afgelopen jaren in de markt voor tablets hebben voorgedaan, allemaal zeepbellen waren, maar het zit er niet ver vanaf. De tabletmarkt, die in 2010 een succesvolle aftrap had met de presentatie van de eerste iPad, staat niet helemaal stil, maar het is niet makkelijk om enthousiast te worden van de ontwikkelingen op tabletgebied.
Natuurlijk, in het afgelopen jaar kwam Apple met zijn iPad Pro-serie met de Apple Pencil en Microsoft denderde door met zijn steeds succesvollere Surface-serie, maar voor dit jaar heeft Samsung tot nu toe alleen hardware-refreshes gegeven aan zijn Galaxy Tab-serie en ook andere fabrikanten doen weinig om de tweakerharten sneller te laten kloppen. Het enthousiasme dat we proefden bij de eerste iPads en Nexus 7-tablets, is aan het wegebben.
Logisch toch? Ja, een markt die eerst volop in beweging was, komt vroeg of laat tot bedaren, als producten allemaal beter worden en de markt volwassenheid bereikt. Bij smartphones duurde dat zo'n vijftien jaar; de tabletmarkt had daar een jaar of drie voor nodig.
Waardoor komen er nu minder aansprekende tablets uit? Vermoedelijk doordat mensen ze niet in zulke groten getale meer kopen. In dit verhaal gaan we op zoek naar de cijfers achter de onverwachte neergang van de tabletmarkt, hoe het komt en op welke gebieden tablets nog wel degelijk bij elke generatie vooruitgang laten zien.
Wat is een tablet?
Eigenlijk is dit het eerste dat we moeten vaststellen; wat is een tablet eigenlijk? Het is namelijk lastiger dan je denkt om een vastomlijnde definitie te geven. Het begint bijvoorbeeld bij apparaten als de Asus Zenfone 3 Ultra met een 6,8"-scherm en de Samsung Galaxy J Max met een 7"-scherm. Je kunt ermee bellen en ze lijken behalve hun grootte in alles op een smartphone. Smartphone of tablet?
Daarna komen, als je van minder groot naar steeds groter rekent, de 7"-apparaten zonder belfunctie. Veelal draaien ze Android en hebben ze schermverhoudingen als 16:10. Van deze apparaten zou vrijwel iedereen zeggen dat het een tablet is.
Dan komt de middenklasse, wat eigenlijk echt tablets zijn, zoals de iPad mini-serie met een 7,9"-scherm, de LG G Pad met een 8,3"-scherm, de iPad Air 2 met een 9,7"-scherm en de Galaxy Tab-tablets met veelal 10,1"-schermen. Makkelijk zat, dat zijn in elk geval tablets.
Daarboven zitten de grotere tablets, apparaten met nog grotere schermen, vrijwel altijd optionele, aanklikbare toetsenborden en andere accessoires, zoals de Google Pixel C met een 10,2"-scherm, de Microsoft Surface Pro 4 met een 12,3"-scherm en de iPad Pro met een 12,9"-scherm. Waar houdt een apparaat op een tablet te zijn en is het een laptop met afneembaar toetsenbord? Ligt het aan het besturingssysteem, dat bijvoorbeeld bij de iPad Pro met iOS ook draait op telefoons, maar bij de Surface Pro 4 met Windows 10 ook op desktops?
Voor dit verhaal is dat waar we de harde grens leggen. Toestellen als de Zenfone 3 Ultra zijn smartphones en apparaten als de Surface Pro 4 rekenen we mee als tablets. Iedereen kan een andere definitie hanteren, maar we moeten ergens een streep trekken. Dit is de grens die analisten ook hanteren, waardoor we de cijfers goed kunnen vergelijken.
Cijfers
De tablet is, net als zoveel producten, deels een waar seizoensproduct. Er zijn telkens in de laatste maanden van het jaar sterke pieken te zien. Dat valt natuurlijk samen met de aanbiedingen rondom Black Friday en feestdagen als Sinterklaas en kerst, wanneer veel mensen zichzelf of een ander een tablet cadeau doen. De dalende trend is duidelijk zichtbaar. In de afgelopen feestdagenperiode kwamen de leveringen uit op bijna 66 miljoen, een daling van meer dan tien miljoen exemplaren in vergelijking met het jaar ervoor. Het hoogtepunt lag in de laatste maanden van 2013.
Na de stormachtige groei in de eerste jaren - immers, het is makkelijker om te groeien als de aantallen lager liggen - vlakte dat rond 2014 af. Na een nieuw klein piekje in het najaar van 2014 zette eind 2014 de daling in en die gaat nog steeds door. IDC zegt dat de daling nog scherper was geweest als tablets als de Surface Pro-serie van Microsoft niet waren verschenen. Dergelijke tablets met een aanklikbaar toetsenbord zijn meer in trek dan voorheen, maar niet genoeg om een forse daling te compenseren.
Een van de belangrijkste redenen voor de dalingen is volgens het onderzoeksbureau dat mensen niet de neiging hebben om snel een nieuwe tablet te kopen. Met telefoons hebben veel gebruikers de neiging om binnen een tot twee jaar een nieuwe te nemen; bij tablets lijkt dat een stuk minder het geval. Daarvoor vinden we ondersteuning in de cijfers van Telecompaper, waaruit blijkt dat het bezit van tablets in Nederland niet stijgt, maar ook niet daalt. GfK, dat ook dergelijke cijfers publiceert, komt tot dezelfde conclusie; ongeveer twee derde van de huishoudens in Nederland heeft een tablet en dat aantal blijft, in elk geval nu, stabiel.
Vernieuwing: vooral mee met telefoons
De tabletmarkt leunt sterk op de markt voor smartphones. Nieuwe softwarefuncties en vooral componenten zijn vooral dezelfde als die in smartphones ook terug te vinden zijn. Daarbij is het duidelijk dat fabrikanten rekening houden met het grotere scherm van tablets in bepaalde features.
Een goed voorbeeld daarvan is Apple. Aan de ene kant maakt die fabrikant enkel voor iPads een aparte variant van zijn socs, met meer gpu-kernen. Dat is vooral nodig voor de hogere resolutie van iPads ten opzichte van iPhones. Waar de iPhone 6s Plus 1920x1080 pixels moet aansturen op het scherm, is dat op iPads al enkele jaren 2048x1536 pixels, en bij de grote iPad Pro 2732 bij 2048 pixels. Een sterkere gpu komt daarbij van pas. Daarbij heeft Apple in iOS een splitscreenmodus ingebouwd om gebruik te maken van het grotere scherm van zijn tablets. Ook is er op de nieuwere, krachtigere tablets een picture-in-picturefunctie te vinden, waarmee het mogelijk is een video klein in de hoek af te spelen, terwijl de gebruiker tegelijkertijd iets anders doet.
Op Android is dezelfde ontwikkeling te zien, maar op Windows is dat uiteraard een radicaal ander verhaal. Windows is een desktopbesturingssysteem dat is aangepast voor tablets. Windows-tablets hebben bovendien veelal x86-processors, heel andere beestjes dan de Snapdragons en Exynossen in Android-tablets.
Schermresoluties staan op tablets al enkele jaren zo goed als stil. Vooral bij budgettablets gaat het veelal nog om schermen rond een full-hd-resolutie, met soms uitschieters naar resoluties als 2560x1600 pixels, wqxga dus.
Een nieuw soort tablet rukt op
Zoals we opmerkten in de cijfers van de leveringen, is er een verschuiving gaande in het soort tablets dat mensen kopen. Tablets met een aanklikbaar toetsenbord, waaronder de Surface-serie, maar tegenwoordig ook de Google Pixel C en iPad Pro-serie, winnen al enige jaren aan populariteit, terwijl het aantal 'reguliere' tablets daalt.
Dat is ook af te leiden uit het nieuwe aanbod van tablets. Apples laatste reguliere tablet is de iPad Air 2 van eind 2014. Sindsdien kwam het alleen nog met Pro-modellen, die dus toegerust zijn op extra functies, zoals input via een stylus en toetsenbord. Andere fabrikanten zijn ook die richting ingeslagen, zoals Samsung met de Galaxy TabPro S, met Windows en een meegeleverd toetsenbord.
Wat we ook steeds minder zien, zijn de budgettablets van een paar jaar geleden. De Nexus 7's uit 2012 en 2013 zijn daar een goed voorbeeld van, maar ook de Nvidia Shield-serie van kleine tablets valt in die categorie. Er zijn nog steeds kleine tablets, maar die hebben niet meer de prijs-prestatieverhouding van die oudere tablets.
De nadruk bij tablets is bovendien steeds meer verschoven naar de grotere en luxere modellen. Het is niet altijd meer een product dat, zoals Steve Jobs het in 2010 aankondigde, tussen laptop en smartphone invalt, het is bijna een vervanger voor de laptop, een machine om onderweg snel iets op te kunnen doen.
Ongeveer een op de acht geleverde tablets is inmiddels een exemplaar met aanklikbaar toetsenbord. Dat is drie keer zoveel als een jaar geleden. Het lijkt nog steeds relatief weinig, maar stiekem is het best veel; de rest van de markt bestaat grotendeels uit goedkope Android-tablets die bijvoorbeeld bij de drogist om de hoek naast het speelgoed en de shampoo in de aanbiedingenbak liggen.
Tot slot
Veel mensen die een tablet hebben, zijn daar dik tevreden over en als hij de geest geeft, kopen ze ongetwijfeld een nieuwe. Mensen die hadden verwacht dat de tablet de desktop en laptop gaat vervangen in dit post-pc-tijdperk, komen echter enigszins bedrogen uit. Fabrikanten verdienen lang niet zo veel aan tablets als aan smartphones en lijken dus ook minder geneigd om in nieuwe modellen te investeren.
Daar staat tegenover dat de tablet in een recordtijd in heel veel levens een plekje heeft veroverd. Een productcategorie die zeven jaar geleden nauwelijks bestond, is nu een grote industrie met talloze grote en kleine fabrikanten, en leveringen die nog altijd in de tientallen miljoenen exemplaren per kwartaal lopen. Tablets hebben bovendien een grote rol gekregen in de levens van bijvoorbeeld kinderen, die met educatieve apps aan de slag kunnen, en veel mensen die een desktop te veel gedoe vinden. Een tablet met een touchscreen en simpel te installeren apps is een stuk uitnodigender dan een desktop met zijn waaier aan mogelijkheden.
Ook al is de tablet misschien niet de nagel aan de doodskist van de desktop en de laptop geworden, hij is wel here to stay. Op de koffietafel, minstens vijf jaar lang, totdat hij het echt begeeft van ouderdom.