Door Joost Schellevis

Redacteur

Internet in Nederland viert vijfentwintigste verjaardag

17-11-2013 • 08:00

86

Singlepage-opmaak

Betrouwbaar data uitwisselen

Zondag 17 november om half 3 's middags is het precies 25 jaar gelden dat Nederland werd aangesloten op het netwerk dat we nu kennen als het internet. Om die tijd kreeg Piet Beertema, systeembeheerder bij het Centrum voor Wiskunde en Informatica, een mailtje dat hij was aangesloten op het NSFnet, het Amerikaanse netwerk voor onderzoeksinstellingen en universiteiten. Het was dit netwerk dat zou uitgroeien tot het internet zoals we dat nu kennen.

I can haz internet

Uiteraard zag internet er toen heel anders uit dan nu - en Beertema had nooit verwacht dat het ooit zou uitgroeien tot wat het nu is. "In die beginperiode waren vaste lijnen wezenloos duur", zegt Beertema. "Ik had het niet voor mogelijk gehouden dat het internet ooit nog eens toegankelijk zou worden voor particulieren." Dat het internet toch alomtegenwoordig is in ons leven, is niet vanzelfsprekend.

Wapenwedloop

De geschiedenis van internet begon bij het Amerikaanse Ministerie van Defensie, waar een r&d-organisatie Arpa werd opgezet om de Amerikanen weer aan de leiding te brengen in de wapenwedloop met de Sovjet-Unie. Omdat er destijds weinig krachtige computers waren, was timesharing interessant, waarbij meerdere gebruikers vanaf goedkope terminals hun processen op centrale computers laten uitvoeren.

Om aan timesharing te kunnen doen, moesten meerdere computers aan elkaar kunnen worden geknoopt om data uit te wisselen. Betrouwbare manieren om data uit te wisselen waren er destijds nog niet en het netwerk zou moeten blijven functioneren als grote delen ervan zouden uitvallen. Daarom is niet gekozen voor een centrale master-computer die het netwerkverkeer coördineerde. Dat zou een achilleshiel zijn, want als die computer zou crashen, zou het hele netwerk platliggen. Er werd om deze reden gekozen voor een decentrale opzet. Het verkeer zou gelijkelijk worden verdeeld over alle computers van het netwerk, dat de naam Arpanet zou krijgen.

Het Arpanet kon worden opgezet dankzij het principe van packet switching, dat in de jaren zestig was bedacht. Voor die tijd werd gebruikgemaakt van circuit switching, waarbij voor elke verbinding een apart kanaal nodig is, zelfs als er geen gegevens worden verzonden. Pakketgeschakelde netwerken zijn efficiënter, doordat data worden opgedeeld in kleine pakketjes, die los van elkaar over het netwerk worden verstuurd, waarna de ontvanger ze weer aan elkaar plakt. Die pakketjes hoeven niet via dezelfde verbinding te worden gestuurd, waardoor de beschikbare netwerkcapaciteit beter kan worden benut.

Packet switching

Het Arpanet werd in 1985 gesplist in twee netwerken: Milnet, voor het leger, en National Science Foundation Network, voor onderzoekers. Desondanks was het NSFnet allerminst open: aangesloten worden op het netwerk kon enkel als onderzoeksinstelling, en elke verbinding moest worden goedgekeurd. De Verenigde Staten waren bovendien erg streng als het ging om verbindingen met het buitenland.

Vorig jaar interviewde Tweakers Piet Beertema, de voormalig CWI-syteembeheerder die Nederland aansloot op internet.