Inleiding: volwassen instapmodel
Tot en met de D3000 waren Nikons instap-dslr's weliswaar degelijk, maar weinig vernieuwend of uitgerust met de laatste snufjes. Vooral de gebruikte ccd-beeldsensor begon op zijn laatste benen te lopen.
Nikon steeg boven zichzelf uit met de D3100, de eerste instap-dslr van het Japanse bedrijf die met een cmos-beeldsensor werd uitgerust. Deze sensor bood 14,2 megapixels, ongeveer vier megapixels meer dan de D3000, en was een volle ev-stop lichtsterker. Ook kon de D3100 video-opnames maken en de bediening had handige foefjes als de draairing onder de modusknop, voor het instellen van de transportmodus.
De D3200, die op 19 april werd aangekondigd, is in elk geval op resolutiegebied opnieuw een grote stap voorwaarts. Nikon heeft deze nieuwe instap-dslr namelijk voorzien van een cmos-beeldsensor met maar liefst 24,2 megapixels - en dat terwijl het bedrijf nieuwe sensors normaal gesproken eerst in de duurdere modellen inbouwt. Hoewel Nikon nooit mededelingen doet over de fabrikant van zijn sensors, is het aannemelijk dat de sensor van de D3200 een variant is van de sensor van de Alpha A65- en A77-camera's en de NEX-7-milc van Sony.
Daarnaast is de resolutie van het display achterop verviervoudigd, tot 640x480 pixels. Dat werkt vooral bij het bepalen van de scherpte een stuk prettiger dan het qvga-scherm van de D3100. Verder zijn de verschillen vooral uiterlijk van aard.

Body: kleine veranderingen
Op het eerste gezicht lijkt Nikon het uiterlijk van de D3200 ten opzichte van de D3100 niet veel gewijzigd te hebben, maar bij nadere beschouwing vallen toch heel wat zaken op. Aan de voorkant is bijvoorbeeld te zien dat het plateau met de sluiterknop naar de zijkant toe schuiner is.

Hoewel de body klein en licht is, ligt het toestel lekker in de hand. De grip is net als bij de D3100 bekleed met een rubberachtig materiaal dat voldoende houvast biedt. Aan de achterkant zit een duimvlak van hetzelfde materiaal, net als bij de D3100. De grip heeft aan de binnenkant een uitsparing voor de vingertoppen, zodat je de camera ook aan je vingers kunt laten bungelen.
Anders dan bij de D3100 bevat de grip een oogje voor een infrarood-afstandsbediening. Linksboven aan de achterkant zit nog een ir-venster, zodat de remote zowel van voren als van achteren effectief is.
:fill(white)/i/1338563796.jpeg?f=thumb)
Knoppen
Nikon heeft bij de D3200 een aantal bedieningselementen gewijzigd of verplaatst, zonder dat de functionaliteit daarmee ingrijpend is veranderd.. Zo heeft de combinatie van de live view-draairing en de rode videoknop bij de D3200 plaatsgemaakt voor twee afzonderlijke knoppen.
De live view-knop zit op dezelfde plaats als bij de D3100, terwijl de videoknop vlak achter de ontspanknop is geplaatst. Daardoor moest de belichtingscompensatieknop wel iets worden opgeschoven. De nieuwe configuratie went snel en werkt beter dan bij de D3100.

Het schuifje rond de modusknop voor het kiezen van de transportmodus is vervangen door een knop links onder de d-pad. De nieuwe knop werkt beter dan het schuifje, die een onnatuurlijke beweging van de duim vergde. De volgorde van de plus- en min-knoppen voor de zoomfunctie is bij de D3200 omgewisseld: net als bij de D5100 staat de plus nu bovenaan. Verder zien we nog dat Nikon de modusknop van een nieuw reliëfje heeft voorzien.

Nieuw is de aansluiting voor een externe microfoon, ongetwijfeld een gevolg van het steeds grotere belang van video voor instap-dslr's: met een externe microfoon wordt het geluid van de scherpstelmotor immers niet opgepikt. Tot dusverre was de D5100 de goedkoopste Nikon met een microfoonaansluiting.
Binnenwerk: 24 megapixels op aps-c
Sony was de eerste fabrikant die een aps-c-sensor met iets meer dan 24 megapixels in zijn camera's verwerkte. Dat bedrijf bracht vorig jaar de Alpha A65- en A77-camera's met vaste spiegelconstructie uit, terwijl ook de NEX-7 deze sensor aan boord had.
Zoals gezegd is het waarschijnlijk dat dezelfde sensor nu ook in de D3200 is gebruikt. Hoewel de sensor in bijvoorbeeld de NEX-7 effectief 24,3 megapixels heeft tegenover de 24,2 megapixels van de Nikon D3200, is het totaal van 24,7 megapixels voor beide sensors gelijk.
Dat de sensors van de NEX-7 en de D3200 grote overeenkomsten vertonen, blijkt ook uit de testresultaten van DxOMark. De beide sensors hebben dezelfde scores en subscores, alleen de lichtgevoeligheid van de Nikon-versie is wat hoger.
De Alpha A77 presteert wat minder dan de D3200 en de NEX-7, maar dat kan worden toegeschreven aan het lichtverlies door de vaste spiegelconstructie van deze camera. De Alpha A77 heeft dus sneller last van ruis. Sony staat bekend om zijn agressieve ruisreductie, dus we zijn benieuwd hoe Nikon dit heeft aangepakt. Daarover later meer.
Vga-scherm
In plaats van de 3"-lcd met 230K subpixels van zijn voorganger heeft Nikon de D3200 een scherm met vga-resolutie, oftewel 920K subpixels, meegegeven. Alle Nikon-dslr's zijn nu met een dergelijk scherm uitgerust. De D4 en de D800/D800E hebben weliswaar een iets grotere 3,2"-lcd, maar de resolutie daarvan is niet hoger.
We hebben de pixels van het scherm wat uitvergroot en de pixelstructuur komt ons niet bekend voor. De structuur is in ieder geval anders dan bij de ips-lcd's die Sony in zijn systeemcamera's gebruikt.
Door de hogere resolutie is de scherpte van foto's beter vast te stellen dan bij de D3100. Helaas werkt dat in de praktijk niet optimaal, omdat het ingezoomde beeld wat soft is. Bij concurrenten als Canon en Sony is het uitvergrote beeld bij video en live view wel scherp. We weten niet waar dat aan ligt, maar bijvoorbeeld de D800 en de Nikon 1-serie hebben hier ook last van.
De kijkhoeken van het scherm zijn goed, maar de kleurweergave laat te wensen over: het beeld ziet er erg koel uit. Waarschijnlijk is de kleurtemperatuur van het scherm wat te hoog afgesteld. Daardoor heb je vaak het gevoel dat een foto is overbelicht, terwijl dat op het scherm van een pc of laptop niet zo is. Helaas kan de kleurtemperatuur van het scherm niet ingesteld worden. Recent was er ook al enige commotie over de tint van de lcd's van de D800 en de D4. Die zouden weer wat te groen zijn afgesteld, maar volgens Nikon zijn de kleuren op die schermen natuurlijker dan bij eerdere modellen zoals de D3s.
Af-module en belichting
Aan de zoeker en de gebruikte af-module is bij de D3200 niets gewijzigd. De Multi-CAM 1000-af-module heeft elf autofocuspunten, waarvan de middelste kruisgevoelig is. De Multi-CAM 1000 werd in oktober 2005 met de Nikon D200-dslr geïntroduceerd.
Met het af-systeem is ook '3D Tracking' mogelijk. Bij deze optie kan op een onderwerp worden scherpgesteld, waarna de compositie gewijzigd kan worden. Het systeem zorgt er dan voor dat het juiste af-punt geselecteerd wordt om het originele onderwerp scherp in beeld te houden.
De af-module wordt in deze af-modus bijgestaan door de rgb-belichtingssensor met 420 pixels, die het onderwerp ook kan volgen als dit zich tijdelijk buiten het af-gebied begeeft. Hoewel het aantal van elf af-punten hiervoor wat klein is, blijft het een krachtige feature.
Sluiter
Net als bij de D3100 heeft de sluiter van de D3200 een gegarandeerde levensduur van 100.000 sluiterbewegingen. Nikon heeft de burstsnelheid weten te verhogen van drie naar vier beelden per seconde.
De onderstaande foto's van een Formule 1-oefenrit zijn in burstmodus geschoten en tonen aan dat het af-systeem van de camera snel van de rode overspanning naar de F1-bolide kan overstappen. Ook de hogere burstrate is hier nuttig, maar de kortste sluitertijd van 1/4000s is soms net te langzaam voor echt scherpe foto's, ondanks het volgen van de beweging van de auto.
:fill(white)/i/1339503423.jpeg?f=thumb)
Zoeker
De zoeker heeft dezelfde specificaties als die van de D3100. De pentamirror onder de zoekerbult en het lenzenstelsel bieden een beelddekking van 95 procent, terwijl de vergrotingsfactor 0,8x bedraagt. Dit is gemiddeld voor een instapmodel, maar een toestel als de wat duurdere D7000 heeft al een honderdprocents beelddekking en een vergroting van 0,95x.

Menu-interface: ergernissen
Het menu van de D3200 is op een klein aantal punten veranderd. Zo heeft Nikon voor de beginnende fotograaf de Guide-modus uitgebreid met nog meer instructies en afbeeldingen, waardoor het duidelijker is welke consequenties er aan bepaalde menuopties vastzitten.
De indeling van het hoofdmenu is nauwelijks gewijzigd. Het hoofdmenu is onderverdeeld in tabbladen, maar omdat sommige tabbladen erg veel opties bevatten, kan het zoeken naar de juiste optie wel even duren.
Bij de videosettings zien we dat de D3200 niet alleen 1080p-video met 24fps kan opnemen, maar ook met 25fps en 30fps. Ook is er een extra weergavestand om het opnameniveau van de audio in de gaten te houden. Ook nieuw is dat de belichting voor video's nu handmatig kan worden ingesteld.

Het snelmenu is handig om de belangrijkste instelingen te wijzigen, maar de gewenste optie moet eerst met de ok-knop geselecteerd worden voordat een waarde gewijzigd kan worden. Het zou handiger zijn als de settings direct met het instelwiel gewijzigd kunnen worden, zoals bij sommige Sony- en Samsung-camera's.
Verder weigert de Japanse camerafabrikant nog steeds om de iso-waarde in de zoeker weer te geven als de auto-iso-functie actief is. De auto-iso-functie is bovendien alleen via het menu aan of uit te zetten. In het snelmenu staat bij de iso-instelling wel een Auto-optie, maar die kan om voor ons onbegrijpelijke redenen niet geselecteerd worden.
Bij een foto kan alleen een luminantiehistogram getoond worden. Het rgb-histogram, waarmee kan worden vastgesteld of een enkel kleurkanaal clipt, is voorbehouden aan de duurdere modellen. Ook bij live view is geen histogram beschikbaar en vooral bij fotograferen met een statief is dat onhandig.
Verder springt de zelfontspanfunctie na een opname vanzelf weer terug naar de normale drivemodus. Als je wat meer foto's met de zelfontspanner wil schieten, zijn dus extra handelingen vereist.
Een groot deel van bovenstaande ergernissen heeft waarschijnlijk te maken met de positionering van deze instapcamera. Nikon zal redeneren dat wie geavanceerdere features zoekt, ook maar een geavanceerdere camera moet aanschaffen. Dat zien we bijvoorbeeld ook weer aan het ontbreken van de zogeheten bracketing: wie die functie wil gebruiken, heeft volgens Nikon een ander toestel nodig.
Beeldmodes en kleurechtheid
Nikon heeft de D3200 voorzien van zes beeldmodes: standard, neutral, vivid, monochrome, portrait en landscape. In onderstaande foto's van een X-Rite-kleurenkaart zijn de onderlinge kleurverschillen te zien.
:fill(white)/i/1339516008.jpeg?f=thumb)
Vivid is zoals gewoonlijk het meest verzadigd, maar ook de neutral-stand is behoorlijk gesatureerd. Onderstaande afbeelding geeft een indruk van de kleurfouten. Daaruit blijkt dat groen en geel het meest verzadigd zijn in vergelijking met de in zwart weergegeven referentiewaarden. Blauw- en paarstinten hebben juist een kleine kleurfout, die in de portrait-beeldmodus nog wat kleiner is.

Prestaties
De onderstaande foto's zijn gemaakt vanaf een stevig statief en met de zelfontspanfunctie van de camera. Als lens werd de meegeleverde 35mm f/1,8 DX-prime gebruikt. Om diffractie tegen te gaan werd een diafragma van f/5,6 gekozen.
Op de eerste foto na zijn alle afbeeldingen honderdprocents crops, die zonder verscherping en met de maximale jpeg-kwaliteit zijn opgeslagen. De ruisreductie was simpelweg ingeschakeld; die heeft op de D3200 geen gradaties.
De Nikon D3200-dslr heeft een native iso-bereik van iso 100-6400 met een uitbreidingsmogelijkheid naar een equivalent van iso 12.800.

iso 100, ruisreductie aan
iso 200, ruisreductie aan
iso 400, ruisreductie aan
iso 800, ruisreductie aan
iso 1600, ruisreductie aan
iso 3200, ruisreductie aan
iso 6400, ruisreductie aan
iso 12.800, ruisreductie aan
De camera houdt zich ondanks de vele megapixels verrassend goed bij oplopende iso-waarden. Tot en met iso 800 is er geen vuiltje aan de lucht, en pas bij iso 1600 is wat luminantieruis zichtbaar. Bij iso 3200 zien we ook wat kleurruis verschijnen.
We vinden iso 3200 nog goed bruikbaar, ook omdat de kleurverzadiging over het hele iso-bereik maar weinig afneemt. De hoogste iso-waarde en de uitbreiding naar iso 12.800 raden we af. Over de hele linie geldt dat de foto's wel wat meer verscherping kunnen gebruiken.
Nikon D3200 versus Alpha A77
In een directe vergelijking met de D3200 is Sony's Alpha A77 al bij voorbaat in het nadeel vanwege het lichtverlies door de vaste spiegel, maar vanwege de vergelijkbare beeldsensors gaan we toch een poging wagen. De testfoto die met de Alpha A77 is gemaakt, is afkomstig uit onze recensie van november 2011.
Om de vergelijking nog iets lastiger te maken, zijn de beide foto's met een verschillende belichting genomen, waarbij de Alpha A77-foto iets helderder belicht is. De iets gelige tint van de Sony-foto is waarschijnlijk een gevolg van de automatische witbalans van de Sony-camera; bij het testen van de D3200 is de witbalans handmatig ingesteld. Ook is de foto van de D3200 iets meer ingezoomd en onder een grotere vertikale hoek gemaakt. Ten slotte moeten we melden dat de Alpha A77 getest is met een - overigens erg goede - zoomlens, maar vanwege een iets geknepen diafragma zullen de beide platen elkaar qua scherpte niet veel ontlopen.
D3200, iso 3200, ruisreductie: aan
Alpha A77, iso 3200, ruisreductie: medium
Toch is het meteen duidelijk dat de Sony-camera bij hogere iso-waarden een veel agressievere ruisreductie gebruikt, wat een veel te gladde foto oplevert. De D3200 bewaart meer detail en is dus beter geschikt voor nabewerking, ondanks de wat grovere korrel van de luminantieruis en de lichte kleurruis.
Raw-bewerking
Met Lightroom 4.1 kijken we of de beeldkwaliteit van foto's bij hogere iso-waarden nog verder verbeterd kan worden. Hieronder zien we eerst de testfoto met iso 1600 en ruisreductie aan, gevolgd door de nabewerkte raw-versie.
iso 1600, ruisreductie aan
iso 1600, nabewerkt in Lightroom
De standaard verscherping in Lightroom levert een scherpere foto op dan het originele jpeg-bestand, maar de jpeg kan ook nog wat verscherpt worden en dat ziet er wat natuurlijker uit.
iso 3200, ruisreductie aan
iso 3200, nabewerkt in Lightroom
Bij iso 3200 heeft raw-nabewerking meer zin, zo zien we bij bovenstaande twee foto's. Niet alleen is er meer scherpte uit de foto's te halen, ook is de overgebleven ruis minder grofkorrelig en wordt kleurruis beter bestreden dan door de camera. Wel houdt de jpeg-engine van Nikon het contrast beter intact.
Nikon D3200, iso 3200, raw-nabewerking
Sony Alpha A77, iso 3200, raw-nabewerking
Hierboven hebben we de twee nabewerkte raw-bestanden van de Nikon D3200 en de Sony Alpha A77 op iso 3200 nog even erbij gezet. De foto van de Alpha A77 werd vorig jaar gemaakt en komt wat belichting betreft niet overeen met de Nikon-versie, dus een directe vergelijking is lastig. Wel hoeft er bij de Nikon minder ruisreductie in Lightroom 4.1 toegepast worden en bevat het eindresultaat alsnog meer ruis om detail te behouden. De Nikon behoudt op het oog ook beter de kleurverzadiging.
Schaduwdetail
De raw-beelden van de D3200 bieden heel wat ruimte om details uit de schaduwen op te halen. De kleurruis blijft daarbij acceptabel, zoals op onderstaande foto's te zien is. Bij de bewerkte foto zijn verder alleen de kleur- en luminantieruis onderdrukt met Lightrooms standaardwaarde van 25. Hoewel de schaduwpartijen niet extreem veel lichter zijn gemaakt, is goed te zien wat er met de camera mogelijk is. Ook uit de highlights is zo extra detail te halen.
Fotogalerij
Alternatieven
De nieuwe D3200 is een flinke stap voorwaarts ten opzichte van de D3100. Deze heeft beduidend minder megapixels en minder goede ruisprestaties, en ook het dynamische bereik en de kleurdiepte van de D3200 zijn veel beter. Bovendien is de resolutie van het scherm van de D3200 veel groter. De bediening van de D3200 is wel verbeterd, maar die veranderingen zijn niet wereldschokkend.
De D5100 is iets groter en daarmee beter geschikt voor mensen met grotere handen. Bovendien is het vga-display van de D5100 draaibaar. De af-module is bij beide camera's gelijk en beide toestellen missen een ingebouwde scherpstelmotor, waardoor het aanbod van autofocuslenzen voor deze camera's wat beperkter is. Er gaan geruchten dat Nikon nog dit jaar een D5200 uitbrengt.
Net als de D3200 is de Canon EOS 1100D een instapmodel. Dit toestel beschikt weer over een 2,7"-lcd met evenveel pixels als de D3100. De 1100D heeft negen af-punten, twee minder dan de D3200, maar de Canon is wel een stuk goedkoper. Ook voor deze EOS-camera wordt binnen afzienbare tijd een opvolger verwacht.
Hoewel de prijs van de D3200 naar verwachting nog wel wat zal zakken, is de introductieprijs vergelijkbaar met de prijs van de EOS 600D, die sinds de aakondiging van de EOS 650D naar het tweede plan verwezen is. De 600D is een echter zeer capabele camera met ongeveer dezelfde features als de D3200. Het toestel heeft minder megapixels, maar wel een draaibare lcd.
De Alpha A37 is begin dit jaar aangekondigd en heeft een iets andere beeldsensor en een opklapbare lcd als belangrijkste verbeteringen ten opzichte van de Alpha A35. Ook dit toestel is uitgerust met een 2,7"-lcd met 230K subpixels. De A37 heeft een vaste spiegelconstructie, waardoor de burstrate van 7fps behoorlijk hoger ligt dan bij de instapmodellen van Nikon en Canon.
De Pentax K-r draait al een tijdje mee, zoals aan de resolutie van slechts 12 megapixels te zien is. Toch slaat Pentax daar nog steeds geen slecht figuur mee, maar het autofocussysteem blijft wel duidelijk achter bij de concurrentie. We hadden ook de recentere K-01 in dit lijstje kunnen zetten. Die heeft een betere Sony-beeldsensor, maar moet het zonder fasedetectie-af stellen en is dus in feite geen dslr maar een compacte systeemcamera.
Specificaties
Merk en Type |
Merk |
Nikon |
Type |
D3200 + AF-S DX NIKKOR 18-55mm f/3.5-5.6G VR |
Specificatie body |
Cameraresolutie |
24,2 megapixel |
Type body |
Spiegelreflex |
Sensortype |
cmos |
Sensorformaat |
aps-c |
Cropfactor |
1,5x |
Minimale iso-gevoeligheid |
iso 100 |
Maximale iso-gevoeligheid |
iso 6400 |
Beelden per seconde |
4fps |
Eigenschappen |
ingebouwde flitser, live view, video-opname |
Schermdiagonaal |
3" |
Videoresolutie |
1920x1080 |
Videoframerate |
30fps |
Mount |
Nikon F |
Aantal autofocuspunten |
11 |
Focusmechanisme |
automatische focus (motor in lens), handmatige focus |
Geheugenkaarttypes |
Secure Digital, Secure Digital eXtended Capacity, Secure Digital High Capacity |
Verbinding (extern) |
composite, micro-hdmi, usb 2.0 |
Gewicht |
505g |
Kleur |
zwart |
Specificatie kitlens |
Naam |
AF-S DX NIKKOR 18-55mm f/3.5-5.6G VR |
Zoom (wide) |
18mm |
Zoom (tele) |
55mm |
Diafragma (wide) |
3.5 |
Diafragma (tele) |
5.6 |
Eigenschappen |
stabilisatie |
Kleur |
zwart |
Specificatie overig |
Verkoopstatus |
kit |
Conclusie
Nikon wijkt met de D3200 af van zijn routine om nieuwe beeldsensors eerst in duurdere spiegelreflexcamera's te introduceren. Zelfs Sony heeft de bewuste beeldchip tot dusverre alleen ingezet voor de Alpha A65, de A77 en de NEX-7, camera's in het hogere segment.
De hoge resolutie van de nieuwe sensor betekent dat foto's veel detail bevatten en nog flink bijgesneden kunnen worden. Bij hogere iso-waarden presteert het toestel aardig, maar iso 3200 is wel zo'n beetje de grens. Ook prettig is dat het dynamisch bereik en de kleurdiepte zeer groot zijn. Dit heeft als voordeel dat er veel ruimte is voor nabewerking. De kleurruis in schaduwpartijen wordt door de D3200 netjes in bedwang gehouden. Ook het vga-scherm is een welkome verbetering.
Op het gebied van video heeft de D3200 als voordelen boven de D3100 dat de belichting handmatig ingesteld kan worden, dat er een externe microfoon kan worden aangesloten en dat het volume en het filmkader kunnen worden weergegeven.
De grip biedt voldoende houvast als er niet al te lange lenzen worden gebruikt. De uiterlijke aanpassingen aan de camera zijn echter miniem en afgezien van de sensor zijn de specificaties redelijk vergelijkbaar met die van de voorganger. Al met al heeft Nikon met de D3200 een degelijke instapper gemaakt die prima foto's kan schieten, en die een waardige opvolger van de D3100 is.
Eindoordeel